2.6 Productie en milieu

Als je de vaatwasser gebruikt en het water loost, doe je mee aan
A
Bodemvervuiling
B
Luchtvervuiling
C
Watervervuiling
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Als je de vaatwasser gebruikt en het water loost, doe je mee aan
A
Bodemvervuiling
B
Luchtvervuiling
C
Watervervuiling

Slide 1 - Quizvraag

Garages moeten speciale maatregelen treffen om olie te verversen
A
bodemvervuiling
B
Luchtvervuiling
C
watervervuiling

Slide 2 - Quizvraag

Uit veel schoorstenen van fabrieken komt rook met schadelijke stoffen, dit is
A
bodemvervuiling
B
luchtvervuiling
C
watervervuiling

Slide 3 - Quizvraag

Annelies en Willem hebben gebarbecued. As en barbecueresten gaan in de vuilniszak die naar de stortplaats gaat. Wat wordt er door het gebruik van de barbecue vervuild?
A
water en lucht
B
lucht en grond
C
grond en water

Slide 4 - Quizvraag

Kubra wil thuis beter op het milieu gaan letten. Op welke manier kan ze dat doen?
A
Door dingen een keer te gebruiken
B
Door afval te scheiden.
C
Door veel zelf te doen.
D
Door de goedkoopste producten te gebruiken.

Slide 5 - Quizvraag

De verffabriek hiernaast wil milieuvriendelijker produceren en heeft besloten voortaan op windenergie te werken. Hoe bereiken ze dat?
A
Door betere verf te maken.
B
Ze gebruiken milieuvriendelijke stroom
C
Ze gebruiken water als grondstof.
D
Door minder verf te maken.

Slide 6 - Quizvraag

Om op windenergie over te gaan, is een investering van € 150.000 per windmolen nodig. Ze besparen hiermee € 30.000 per jaar aan energie. Na hoeveel jaar wordt de windmolen goedkoper?
A
5 jaar
B
10 jaar
C
15 jaar
D
ze zijn altijd duurder uit

Slide 7 - Quizvraag

doordat de wegen drukker worden, wordt de luchtkwaliteit
A
beter
B
slechter

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer meer automobilisten een elektrische auto gaan rijden wordt de luchtkwaliteit
A
beter
B
slechter

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer er door een economische crisis minder wordt geproduceerd, wordt de luchtkwaliteit
A
beter
B
slechter

Slide 10 - Quizvraag

Zelfvoorziening
Je voorziet in je eigen behoeften.
Je hoeft iets niet te kopen omdat je het zelf maakt.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

1e sector - Landbouw
Zelfvoorzienende landbouw
- arme landen
- verbouwen voedsel voor eigen gebruik

Commerciele landbouw
- Rijke boeren
- Verbouwen voor de verkoop van voedsel

Slide 16 - Tekstslide

Bij deze 1e sector (landbouw) hoort ook het winnen van delfstoffen...

Slide 17 - Tekstslide

Visserij...

Slide 18 - Tekstslide

2e Sector - inudstrie

De mensen die in de industrie werken zorgen voor onze Ipads, Playstations, auto's, tassen..enzovoorts.

Kortom: alles wat in fabrieken wordt gemaakt.

Slide 19 - Tekstslide

3e Sector - Diensten
Mensen die iets voor een ander doen.

Dokter, verkoopster, docent, politie, advocaat, kapster, verpleegster...

Slide 20 - Tekstslide