A5 WA H10.2B

A4 WA H10 voorkennis
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

A4 WA H10 voorkennis

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel van de vorige les
Hoofdstuk 10 paragraaf 2
Groeipercentages en formules
  • Ik kan het groeipercentage berekenen bij een andere tijdseenheid.


Slide 2 - Tekstslide

Een bacteriekolonie heeft een groei met 240% per week. Wat is het groeipercentage per uur? Rond je antwoord af op 3 decimalen.

Slide 3 - Open vraag

Leerdoel van deze les
Hoofdstuk 10 paragraaf 2
Groeipercentages en formules
  • Ik kan een formule opstellen bij exponentiële groei als er twee punten bekend zijn.


Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan exponentiële formule opstellen:
  • Stap 1: Welke letters worden gebruikt? Dus wat is de vorm van de formule?
  • Stap 2: Wat is de groeifactor? Oftewel met wat wordt per stap vermenigvuldigd?
  • Stap 3: Wat is beginhoeveelheid? Oftewel wat is de waarde van y bij x=0?
  • Stap 4: Geef de formule.

Slide 5 - Tekstslide

Van een bacteriecultuur groeit het aantal bacteriën N exponentieel. Op t=5 zijn er 50 000 bacteriën. Op t=9 zijn er 300 000 bacteriën. Hierbij is t in uren.

We gaan hier een formule bij opstellen.
Stap 1: Welke letters worden gebruikt? Dus wat is de vorm van de formule?

Slide 6 - Open vraag

Van een bacteriecultuur groeit het aantal bacteriën N exponentieel. Op t=5 zijn er 50 000 bacteriën. Op t=9 zijn er 300 000 bacteriën. Hierbij is t in uren.

Stap 2: Wat is de groeifactor?
Bepaal hiervoor eerst de groeifactor voor 4 uur.

Slide 7 - Open vraag

Van een bacteriecultuur groeit het aantal bacteriën N exponentieel. Op t=5 zijn er 50 000 bacteriën. Op t=9 zijn er 300 000 bacteriën. Hierbij is t in uren.

Stap 2: Wat is de groeifactor?
De groeifactor per 4 uur is 6. Wat is de groeifactor per uur?

Slide 8 - Open vraag

N=b1,565t

Slide 9 - Tekstslide

Van een bacteriecultuur groeit het aantal bacteriën N exponentieel. Op t=5 zijn er 50 000 bacteriën. Op t=9 zijn er 300 000 bacteriën. Hierbij is t in uren.

Stap 3: Wat is beginhoeveelheid?
De groeifactor per uur is 1,565. Hoeveel bacteriën waren er op t=0?

Slide 10 - Open vraag

Stap 4: Geef de formule.
De vorm is N = b * g^t
De groeifactor per uur is 1,565 en op t=0 zijn er 5326 bacteriën.
Geef de formule.

Slide 11 - Open vraag

Door herintroductie van ooievaars is het aantal ooievaars is sinds 1995 exponentieel toegenomen. In 2008 waren er alweer 700 broedparen in Nederland en in 2016 waren dat er al 1000.
Stel de formule op van het aantal broedparen ooievaars N in Nederland. Neem de tijd t in jaren met t=0 in 1995.

Slide 12 - Open vraag

Door herintroductie van ooievaars is het aantal ooievaars is sinds 1995
exponentieel toegenomen. Hiervoor geldt de formule hieronder met
N het aantal broedparen in Nederland en t de tijd in jaren met t=0 in 1995.


Als de groei zo doorzet, in welk jaar zullen er dan voor het eerst meer dan 1500 broedparen in Nederland zijn?
N=3921,046t

Slide 13 - Open vraag

Huiswerk voor deze paragraaf
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
  • Ik kan een formule opstellen bij exponentiële groei als er twee punten bekend zijn.

Maak dan opdrachten 30, 31, 32, 33, 34 van paragraaf 2 van hoofdstuk 10. 




Slide 14 - Tekstslide