Ooievaars (groep 3 t/m 5)

van ei tot uitvliegen
ooievaars
groep
3 t/m 5
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 3-5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Werkbladen

Onderdelen in deze les

van ei tot uitvliegen
ooievaars
groep
3 t/m 5

Slide 1 - Tekstslide

Vertel: Vele mensen dromen ervan om te kunnen vliegen als een vogel, jij ook? In deze les leren we hoe vogels kunnen vliegen.

Het doel

•  hoe ooievaars eruit zien
•  waar ooievaars wonen
•  hoe ooievaars opgroeien
•  waarom mensen aan ooievaars denken
    bij een pasgeboren baby
•  wat trekvogels zijn
•  hoe ooievaars zo ver
•  waar zij heen vliegen.
Aan het einde van de les weet je....

Slide 2 - Tekstslide

Doe: Vertel het doel van de les:

Aan het eind van de les weet je:
  • hoe ooievaars eruit zien
  • waar ooievaars wonen
  • hoe ooievaars opgroeien
  • waarom mensen aan ooievaars denken bij een pasgeboren baby 
  • wat trekvogels zijn
  • hoe ooievaars zo ver
  • waar zij heen vliegen.
Wat weet jij al over ooievaars?

Slide 3 - Woordweb

Woordweb
Kijk wat de leerlingen al weten. Wat weten de leerlingen al over de ooievaar? Maak er eventueel een kringgesprek van i.p.v. een woordweb. Vragen voor het kringgesprek: Wie heeft er al eens een ooievaar gezien? Hoe zag die eruit? Waar zag je die?

Vraag: Wat weet jij al over ooievaars? 
Voorbeeld antwoorden: kleuren zwart wit en rood, puntige snavel, lange dunne poten, baby's, vliegen op thermiek, trekvogels, 's winters naar Afrika, leggen 1 tot 6 eieren, groot nest op hoge plekken.
Doe: Start een gesprek met de klas. Maak een klassikaal woordweb. Laat de leerlingen woorden opnoemen/invoeren die zij al denken te weten bij dit onderwerp. Bespreek achteraf de ingevoerde antwoorden en bekijk welke bij elkaar horen. Sleep deze naar elkaar toe. Welke thema's passen daarbij? Schrijf deze erboven.

ooievaar
Slanke, sierlijke hals
Witte veren.
Oranje, lange, dunne benen
Een oranje, lange, spitse snavel
Zwarte rand om zijn oog
Ooievaars zijn vleesetende vogels. Ze eten alles wat beweegt tussen het gras. Bijvoorbeeld muizen, kikkers en insecten. Ze zoeken deze in weilanden.
De vleugels hebben zwarte uiteindes. 
Ze broeden op hoge plekken zoals bomen, schoorstenen, kerktorens, of door de mens gemaakte palen met een houten platform. Ze leggen twee tot vijf eieren.
Mannetjes en vrouwtjes begroeten elkaar door luid te klepperen naar elkaar. Ze gooien dan hun kop in hun nek en klepperen met hun snavel.
Er bestaan ook zwarte ooievaars.

Slide 4 - Tekstslide

Informatieve kijkafbeelding
Vertel: Dit is een ooievaar. Kijk eens goed. Hoe kunnen we hem herkennen?
Doe: Klik op de hotspots voor tips, weetjes en antwoorden.

Aanvullende informatie:
Ooievaars zijn trekvogels. Ze vliegen iedere winter naar Afrika. Een vijfde van de ooievaars blijft wel in Nederland overwinteren.

Extra weetje:
Ooievaars komen ieder jaar terug naar hetzelfde nest.
Van ei tot ooievaar

Slide 5 - Tekstslide

Video
Doe: Bekijk de video.

Hoeveel eieren leggen ooievaars?
A
1 tot 2
B
3 tot 5
C
5 tot 7
D
7 tot 10

Slide 6 - Quizvraag

Vraag: Heb je goed opgelet? Hoeveel eieren leggen ooievaars?
Antwoord: B. Drie tot vijf

Hoe geven de ouders hun kuikens eten?
A
de ouders leggen kikkers in het nest
B
de kuikens moeten zelf eten zoeken
C
de ouders spugen het eten uit
D
de ouders laten het eten vliegend vallen

Slide 7 - Quizvraag

Vraag: Hoe geven de ouders hun kuikens eten?
Antwoord: C. Ze kauwen het eten van de kuikens voor en spugen het daarna weer uit.
Welk nest staat waar?
basisschool
stadhuis
schoorsteen
houten paal

Slide 8 - Sleepvraag

Sleepvraag

Hier zie je vier nesten van ooievaars die je de afgelopen jaren kon volgen bij Beleefdelente.nl.
Vraag: Welk nest staat waar?
Doe: Sleep het nest (klassikaal of individueel) naar de juiste plaats.
Vertel: Mensen maken nesten voor ooievaars, zoals op een paal of schoorsteen, om hen te helpen. Maar ooievaars kunnen ook zelf nesten maken, zoals in deze boom.
Mythe: baby's en ooievaars

Slide 9 - Tekstslide

Video
Vraag: Wie heeft er weleens een ooievaar voor iemand anders zijn raam of huis zien hangen wanneer er daar een nieuwe baby geboren was?
Vertel: De video legt uit waarom mensen dat doen en waar die traditie vandaan komt.
Doe: Bekijk de video.

De grote vlucht
van de ooievaar

Slide 10 - Woordweb

Informatieve slide

Vertel: Een ooievaar is een trekvogel. Bijna alle Nederlandse ooievaars vliegen in groepen iedere winter naar het continent Afrika. Daar is het lekker warm en is veel eten.

Doe: Klik op de hotspot en bekijk de route van de ooievaar. Vertel het verhaal en volg de route met je vinger.
Vertel: Hier zie je de route van de ooievaars. In de gele gebieden broeden ze en in de blauwe overwinteren ze.
Vraag: Kijk naar de rode lijnen. Waarom vliegen ze niet tot weinig over zee?
Antwoord: De ooievaars die in Nederland (en Denemarken en Duitsland) broeden, trekken via Spanje. Bij Gibraltar steken ze de Middellandse Zee over. De grote, brede vleugels van ooievaars zijn zeer geschikt om met weinig inspanning te vliegen op thermiek (zie volgende slide). Maar boven zee is er geen thermiek en dus moeten ze daar veel energie gebruiken om te vliegen. Het is dus slim als ooievaar om een route te kiezen die zo min mogelijk over zee gaat.

Tip: Bekijk ook onze les over trekvogels.

Bron afbeelding: Bamse - world map with oceans marked in blue.svg and GROMS-data, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2069710 
Vliegen: zweven op thermiek

Slide 11 - Tekstslide

Video
Vertel: Als een ooievaar groot genoeg is, kan hij gaan vliegen. 
Doe: Bekijk de video.
Vertel: Zie je hoe hij geen enkele keer met zijn vleugels slaat? Hij blijft rustig zweven. Dit kan hij, omdat hij vliegt op thermiek. Thermiek is eigenlijk een moeilijk wordt voor het stijgen van warme lucht. De ooievaar zoekt deze warme lucht op en laat zich cirkelend door de stijgende lucht meenemen. Eenmaal boven zweven ze in de trekrichting weg. Een ooievaar is namelijk zoals we daarnet al hoorden een trekvogel en moet dus hele lange afstanden kunnen vliegen.
Wat weet je nog?

Slide 12 - Tekstslide

Verwerkingslide

Wat hebben de leerlingen geleerd uit deze les? Draai aan de spinner door op 'GO!' te klikken. Wanneer je een vraag hebt gehad, klik op 'Nog een keer draaien zonder ...'. Ga alle vragen af.