Maandag 3 april 2023

Maandag 3 april 2023
08.30 - 09.10  uur 
Hoe was het weekend? 
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur 
Woordenschat thema Internet en social media
12.40 - 13.00 uur
In de kaart - atlas

10.10 - 10.30 uur Pauze
13.00 - 14.00 uur
rekenen

10.30  - 11.20  uur  
Disk - zelfstandig werken
11.20 - 12.10 uur
Engels
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maandag 3 april 2023
08.30 - 09.10  uur 
Hoe was het weekend? 
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur 
Woordenschat thema Internet en social media
12.40 - 13.00 uur
In de kaart - atlas

10.10 - 10.30 uur Pauze
13.00 - 14.00 uur
rekenen

10.30  - 11.20  uur  
Disk - zelfstandig werken
11.20 - 12.10 uur
Engels

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Social Media
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 3 - Tekstslide

de achterkant
  • de kant die achter zit, de kant tegenover de voorkant
  •  mv: achterkanten
  • Zin: Aan de achterkant van het huis is een grote tuin.
  • Zin: Op de achterkant van het bord staan de antwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

chatten
  • via de computer of je mobiele telefoon korte berichtjes naar elkaar sturen, die direct in beeld verschijnen
  •  met iemand chatten
  • ik chat, hij chat, zij chatten
  • Zin: De meisjes zitten met elkaar te chatten terwijl ze allemaal in de zelfde ruimte zitten.
  • Zin: In een chat kun je niet je emotie laten zien.

Slide 5 - Tekstslide

e-mailen
  • digitale post versturen 
  • post die je via de computer verstuurt en ontvangt
  • e-mailde, heeft ge-e-maild
  • Zin: Wij sturen elkaar een email over de afspraak van morgen.
  • Zin: Heb je mijn email ontvangen? Ik heb hem gisteren verstuurd.

Slide 6 - Tekstslide

nieuwsgierig
  • als je graag veel wilt weten, ook over dingen die niet voor jou zijn bedoeld
  • als je nieuwsgierig naar iets bent, ben je geïnteresseerd in iets = benieuwd
  • bijvoeglijk naamwoord;  nieuwsgierige; vergrotende trap: nieuwsgieriger, overtreffende trap: nieuwsgierigst; afleiding: de nieuwsgierigheid)
  • Zin: Er kwamen veel nieuwsgierige mensen naar de brand kijken.
  • Zin: Ik ben nieuwsgierig naar het resultaat van je toetsen.

Slide 7 - Tekstslide

opzoeken
  • proberen iets of iemand te vinden
  • zocht op, heeft opgezocht
  • zoeken waar je het verwacht [iemand zoekt informatie op]
  • Zin: Op het internet kun je snel opzoeken hoe laat de trein vertrekt.
  • Zin: Als je in Utrecht bent, moet je me even opzoeken.

Slide 8 - Tekstslide

Maak een zin met: nieuwsgierig

Slide 9 - Open vraag

In welke zin wordt het woord
opzoeken
goed gebruikt?
A
Je weet waar iets is.
B
Ik hoop dat ik het boek kan vinden.
C
Hij heeft iets op gezoekt.
D
Wij opzoeken de email die we hebben gehad.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de achterkant?
A
B

Slide 11 - Quizvraag

Maak een zin met het woord:
nieuwsgierig

Slide 12 - Open vraag

Maak een zin met het woord:
chatten

Slide 13 - Open vraag

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 14 - Tekstslide

Er wordt heel veel ................ door de leerlingen.

Slide 15 - Open vraag

De aapjes in de dierentuin zijn erg .............................. .

Slide 16 - Open vraag

Wij moeten het antwoord ....................... in de zin.

Slide 17 - Open vraag

Als je met je rug naar mij toestaat, zie ik alleen .... ............................ van jou.

Slide 18 - Open vraag

Ik heb van de docent een ............... gehad en zij heeft mij gevraagd haar terug te mailen.

Slide 19 - Open vraag

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: e-mailen, de achterkant, chatten, nieuwsgierig en opzoeken

Slide 20 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Overtuigen.


Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 22 - Tekstslide

English
Holmwoods

Slide 23 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 24 - Tekstslide

atlas

Slide 25 - Tekstslide

Rekenen
Je werkt in je werkboek.
In het werkboek staat soms een opdracht of een uitlegfilm die je moet maken/bekijken op je laptop.

Slide 26 - Tekstslide