Maandag 13 mei

Maandag 13 mei 2024
08.30 - 09.20 uur Inloop 
Hoe was de vakantie?
Nieuwe leerlingen
12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Rekenen
Blok 5, les 3
12.40 - 13.30 uur Engels
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 - 14.20 uur 
disk thema social media
10.30 - 11.20 uur 
woordenschat social media

11.20 - 12.10 uur 
kunst
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maandag 13 mei 2024
08.30 - 09.20 uur Inloop 
Hoe was de vakantie?
Nieuwe leerlingen
12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Rekenen
Blok 5, les 3
12.40 - 13.30 uur Engels
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 - 14.20 uur 
disk thema social media
10.30 - 11.20 uur 
woordenschat social media

11.20 - 12.10 uur 
kunst

Slide 1 - Tekstslide

rekenen

Slide 2 - Tekstslide

Blok 5, les 3 Decimale getallen
Aan het einde van de les, leer je:
  • decimale getallen cijferend delen, zoals 3,48:4
Rekentaal
Cijferend uitrekenen: een som uitrekenen door andere sommen te maken;
Schatten: wat denk je dat het antwoord ongeveer is?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Zelf maken
Je maakt:

  • Opdrachten 2, 3, 4, 5, 6;
  • Laat je antwoorden checken;
  • Tijd over? Dan maak je opdrachten 7
  • Nog meer tijd over? Maak de blauwe opdrachten.

Slide 5 - Tekstslide

Pauze
timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Social Media
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 7 - Tekstslide

de achterkant
  • de kant die achter zit, de kant tegenover de voorkant
  •  mv: achterkanten
  • Zin: Aan de achterkant van het huis is een grote tuin.
  • Zin: Op de achterkant van het bord staan de antwoorden.

Slide 8 - Tekstslide

chatten
  • via de computer of je mobiele telefoon korte berichtjes naar elkaar sturen, die direct in beeld verschijnen
  •  met iemand chatten
  • ik chat, hij chat, zij chatten
  • Zin: De meisjes zitten met elkaar te chatten terwijl ze allemaal in de zelfde ruimte zitten.
  • Zin: In een chat kun je niet je emotie laten zien.

Slide 9 - Tekstslide

e-mailen
  • digitale post versturen 
  • post die je via de computer verstuurt en ontvangt
  • e-mailde, heeft ge-e-maild
  • Zin: Wij sturen elkaar een email over de afspraak van morgen.
  • Zin: Heb je mijn email ontvangen? Ik heb hem gisteren verstuurd.

Slide 10 - Tekstslide

nieuwsgierig
  • als je graag veel wilt weten, ook over dingen die niet voor jou zijn bedoeld
  • als je nieuwsgierig naar iets bent, ben je geïnteresseerd in iets = benieuwd
  • bijvoeglijk naamwoord;  nieuwsgierige; vergrotende trap: nieuwsgieriger, overtreffende trap: nieuwsgierigst; afleiding: de nieuwsgierigheid)
  • Zin: Er kwamen veel nieuwsgierige mensen naar de brand kijken.
  • Zin: Ik ben nieuwsgierig naar het resultaat van je toetsen.

Slide 11 - Tekstslide

opzoeken
  • proberen iets of iemand te vinden
  • zocht op, heeft opgezocht
  • zoeken waar je het verwacht [iemand zoekt informatie op]
  • Zin: Op het internet kun je snel opzoeken hoe laat de trein vertrekt.
  • Zin: Als je in Utrecht bent, moet je me even opzoeken.

Slide 12 - Tekstslide

Maak een zin met: nieuwsgierig

Slide 13 - Open vraag

In welke zin wordt het woord
opzoeken
goed gebruikt?
A
Je weet waar iets is.
B
Ik hoop dat ik het boek kan vinden.
C
Hij heeft iets op gezoekt.
D
Wij opzoeken de email die we hebben gehad.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de achterkant?
A
B

Slide 15 - Quizvraag

Maak een zin met het woord:
nieuwsgierig

Slide 16 - Open vraag

Maak een zin met het woord:
chatten

Slide 17 - Open vraag

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 18 - Tekstslide

Er wordt heel veel ................ door de leerlingen.

Slide 19 - Open vraag

De aapjes in de dierentuin zijn erg .............................. .

Slide 20 - Open vraag

Wij moeten het antwoord ....................... in de zin.

Slide 21 - Open vraag

Als je met je rug naar mij toestaat, zie ik alleen .... ............................ van jou.

Slide 22 - Open vraag

Ik heb van de docent een ............... gehad en zij heeft mij gevraagd haar terug te mailen.

Slide 23 - Open vraag

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: e-mailen, de achterkant, chatten, nieuwsgierig en opzoeken

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Pauze
timer
30:00

Slide 26 - Tekstslide

Engels
De docent vertelt wat we vandaag gaan doen.

Good luck!

Slide 27 - Tekstslide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema social media.


Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 28 - Tekstslide