5.3: De fabriek met stoomkracht DEEL 2

Wat is een gevolg van de uitvinding van de spinning Jenny?
A
Afname van textielhandel
B
Verhoogde productie van textiel
C
Dalende lonen voor textielarbeiders
D
Minder vraag naar katoen
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is een gevolg van de uitvinding van de spinning Jenny?
A
Afname van textielhandel
B
Verhoogde productie van textiel
C
Dalende lonen voor textielarbeiders
D
Minder vraag naar katoen

Slide 1 - Quizvraag

5.3: De fabriek met stoomkracht
In de 17e eeuw nam de huisnijverheid in Engeland een grote vlucht. Dankzij uitvindingen als de Spinning Jenny kon er steeds sneller meer geproduceerd worden. De productie van katoen wordt opgeschaald in fabrieken op waterkracht. Uiteindelijk zorgt de ontwikkeling van de stoommachine ervoor dat fabrieken zich verplaatsen naar de stedelijke centra van Engeland. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 5.3
5.3A: Je kunt de ontwikkelingen in de huisnijverheid te omschrijven aan de hand van nieuwe uitvindingen zoals de spinning jenny. 
5.3B: Je kunt verklaren waarom de verwerking van katoen tot textiel zich verplaatste van de huisnijverheid naar fabrieken die werkten op waterkracht en stoomkracht. 
5.3C: De kunt verklaren wat de oorzaken zijn dat de meeste fabrieken voor de productie een stoommachine gaan gebruiken en zich gaan vestigen dichtbij grote steden.
5.3D: De kunt verklaren wat het verband is tussen de bevolkingsgroei en de snel groeiende vraag naar nijverheidsproducten.

Slide 3 - Tekstslide

De eerste fabrieken
  • Mensen gaan op zoek naar manier voor snellere machines!
  • Spinmachine op waterkracht; kon werk van 200 spinners verrichten
  • Moest bij stromend water komen, werkte niet voor huisnijverheid
  • Investeringen moesten worden terugverdiend, dus op grote schaal produceren = ontstaan fabrieken
LD: 5.3B

Slide 4 - Tekstslide

Stoommachine
  • Beste plekken snel bezet!
  • Laatkomers hadden pech
  • Bij droogte moest fabriek sluiten
  • Nieuwe oplossing aandrijving; stoommachine!
  • Verbeterd door James Watt
  • Eerst om water weg te pompen, later gebruikt voor steeds meer toepassingen
LD: 5.3C

Slide 5 - Tekstslide

Fabrieken naar de stad
  • Eerst: stoommachine voor 'zekerheid', bij droge periode
  • Ander voordeel: fabriek kon nu op elke plek staan!
  • Nieuwe plek waar fabrieken komen te staan; in de stad!
  • Dankzij demografische revolutie en groeiende industrie groeien steden enorm snel! 
LD: 5.3C

Slide 6 - Tekstslide

Waarom zouden fabriekseigenaren hun fabriek liever in een stad neerzetten i.p.v. op het platteland?

Slide 7 - Open vraag

Wat heeft de demografische revolutie te maken met de groeiende vraag naar textiel?

Slide 8 - Open vraag

Wat voor invloed zouden het ontstaan van fabrieken hebben op de leefomstandigheden van mensen die wonen in de stad?

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag!
  • Opdrachten 5.3
  • Werkboek of laptop
  • Eerste 5 minuten zelfstandig werken

Slide 10 - Tekstslide

Welke energiebron werd als eerste gebruikt voor de aandrijving van textielfabrieken?
A
Paardenkracht
B
Stoomkracht
C
Waterkracht
D
Windenergie

Slide 11 - Quizvraag

Wat was een reden om een alternatief te zoeken voor waterkracht?
A
Er waren gebieden zonder toegang tot waterkracht.
B
Waterkracht was te efficiënt.
C
Er was te veel vraag naar waterkracht.
D
Waterkracht was te goedkoop.

Slide 12 - Quizvraag

Waarom werden fabrieken tijdens de industriële revolutie in steden gebouwd?
A
Om files in plattelandsgebieden te vermijden.
B
Om dicht bij arbeiders en grondstoffen te zijn.
C
Vanwege schone lucht in steden.
D
Vanwege hogere belastingvoordelen in steden.

Slide 13 - Quizvraag