H5.3. De fabriek met stoomkracht

De fabriek met stoomkracht 5.3
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De fabriek met stoomkracht 5.3

Slide 1 - Tekstslide

Van huisnijverheid naar de fabriek

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De leerling kan de overeenkomsten en verschillen tussen de huisnijverheid en het fabriekssysteem noemen


  •  De leerling kan de uitvindingen noemen die de ontwikkeling naar het fabriekssysteem mogelijk maakten

Slide 4 - Tekstslide

Huisnijverheid
  • Grootste deel bevolking boer
  • Nijverheid in de boerderij
  • Werk voor het hele gezin
  • Maar hoe ging dat? 

  • Huisnijverheid: het thuis produceren van goederen met de hand of met klein gereedschap

Slide 5 - Tekstslide

Spinners en Wevers
  • Textiel
  • Eén wever, acht spinners
  • Lage opbrengst spinners
  • Veel werk en veel concentratie nodig
  • Maar dan...

Slide 6 - Tekstslide

De schietspoel
  • John Kay in 1733
  • Veel sneller weven
  • Bredere stoffen
  • Maar ook een probleem...

Slide 7 - Tekstslide

Het probleem
  • Lage opbrengst spinners nog groter
  • Zestien spinners nodig voor één wever 
  • Prijsvraag
  • James Hargreaves (1720-1778)
  • Spinning Jenny (1764)

Slide 8 - Tekstslide

Spinning Jenny
  • Groot enthousiasme 
  • Makkelijk nagemaakt
  • Huisnijverheid
  • Meer en beter garen 
  • Veel sneller
  • Het spinnen probleem opgelost

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Van spierkracht naar waterkracht
  • Het werk ging steeds beter en sneller
  • Richard Arkwright (1732-1792)
  • Waterframe (1769)
  • Op waterkracht i.p.v. spieren
  • Waterframe net zoveel als 200 vrouwen 
  • Maar weer een probleem...

Slide 11 - Tekstslide

De fabriek
  • Veel stromend water
  • Groot en te duur voor de huisnijverheid
  • Veel energie, meerdere machines
  • Ondernemers en the mill
  • De eerste fabrieken

Slide 12 - Tekstslide

Waterframe Arkwright 1769 
Fabriek 1770

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
  • Wat? Maken: 41 t/m 47, 49 t/m 54
  • Hoe? Gebruik je leerboek 
  • Hulp? Hand opsteken als je een vraag hebt
  • Tijd? 20 min
  • Klaar? Maken 55 en 57

  • Schrijf het op in je schrift, dit is ook huiswerk

Slide 14 - Tekstslide

Samenvattend
Welke uitvindingen zorgden ervoor dat huisnijverheid vervangen werd door industrie?


Slide 15 - Tekstslide

Afsluiten 
Huiswerk: 41 t/m 47, 49 t/m 54

Volgende keer: Voor een handvol stuivers 5.4

Slide 16 - Tekstslide

De Cotton Gin werd uitgevonden om...
A
Draden sneller te kunnen spinnen uit katoen
B
Sneller te kunnen weven dan met de hand
C
De zaadjes uit de katoenbollen te halen
D
Huisnijverheid overbodig te maken

Slide 17 - Quizvraag

Huisnijverheid is...
A
Grote fabrieken die snel dingen konden produceren
B
Lekker thuis op de bank kunnen zitten
C
Een baan als bijvoorbeeld bakker
D
het thuis produceren van goederen met de hand of gereedschap

Slide 18 - Quizvraag

Newcomen bedacht een machine om het grondwater omhoog te krijgen
Gebruikte stoom!

Slide 19 - Tekstslide

Wel duur, en ging snel kapot....

Slide 20 - Tekstslide

James Watt verbeterde de stoommachine
Goedkoper en eenvoudiger!

Slide 21 - Tekstslide

  • Stoommachine van Watt kon ook andere machines aandrijven
  • Als grote weefmachines met schietspoel, of meerdere Spinning Jenny's
  • Te groot voor een huis > bouw fabrieken
Industrie

Slide 22 - Tekstslide

Van huisnijverheid naar machines in fabrieken
  • Revolutie = snelle verandering
  • Hier de Industriële revolutie

Slide 23 - Tekstslide

De industriële revolutie
Samenvatting:
Waar men eerst afhankelijk was van menselijke (thuiswerkers, slaven) en natuurlijke factoren bij handarbeid, windkracht en waterkracht, kon er nu gerekend worden op de stoomkracht. 

Slide 24 - Tekstslide

Waarom was de stoommachine van Newcomen niet heel fijn in gebruik?
A
De machine deed niet wat hij moest doen
B
Duur, en ging vaak stuk
C
Je kon het beter met de hand doen
D
Was te groot en lomp

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een revolutie?
A
Dat alles hetzelfde blijft
B
De wereld draait rond, dat noem je een revolutie
C
Een grote verandering
D
Van huisnijverheid naar industrie

Slide 26 - Quizvraag

Waarom bouwden mensen vanaf de achttiende eeuw fabrieken?
A
De machines werden zo groot dat het niet meer in een huis pasten
B
Werken vanuit huis vonden ze niet leuk meer
C
Kinderen liepen in de weg bij de huisnijverheid
D
Slaven konden het werk op de plantages niet meer aan

Slide 27 - Quizvraag