2.2. Over natuur, vuur en cultuur

2.2 Over natuur, vuur en Cultuur, Jagers en Verzamelaars
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.2 Over natuur, vuur en Cultuur, Jagers en Verzamelaars

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo

Slide 2 - Tekstslide

Planning
2.2  korte terugblik
Laatste deel uitleg over 2.2 
Leerdoel controleren
Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel

  • Je kunt bronnen indelen in schriftelijke en niet-schriftelijke bronnen en in primaire en secundaire bronnen.

Slide 4 - Tekstslide

Schriftelijke bronnen en niet-schriftelijke bronnen
Niet-schriftelijke bronnen: 
  • Grotschilderingen

Schriftelijke bronnen:
  • Brieven

Slide 5 - Tekstslide

Primaire en secundaire bronnen
Primair 
 Ooggetuige 
 Uit de tijd zelf  

Secundair 
Via via 
 uit een andere tijd. 

Slide 6 - Tekstslide

Primaire Bronnen



Secundaire Bronnen


Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen paragraaf 2.3

Slide 8 - Tekstslide

Evolutietheorie of scheppingsleer?

Slide 9 - Tekstslide

Scheppingsleer vs evolutietheorie
Scheppingsleer= Het idee dat God de aarde en de mens heeft gemaakt

Evolutietheorie= Het idee dat het leven op aarde zich langzaam ontwikkeld heeft uit eerdere levenssoorten

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide


De eerste mensen
  • De eerste mensensoort ontstonden 2,5 miljoen jaar terug in Oost-Afrika.

    - Wordt ook wel de homo habilis genoemd: de handige mens.
    - Liep rechtop. 
    - Maakte zelf werktuigen.
    - Grotere hersenomvang.

  • Onze mensensoort ontstaat ongeveer 300.000 jaar terug in Oost-Afrika. 
    - De mensensoort heeft zich vanuit Afrika over de wereld verspreid. 
    - Deze mens wordt homo sapiens genoemd: verstandige mens.

  • Verschillende mensensoorten bestonden naast elkaar: 
    - De Neanderthaler leefde tegelijkertijd met de homo sapiens. 

De eerste mens (1) 

Slide 13 - Tekstslide



De naam homo sapiens betekent 'wijze mens'.
Waarom is deze naam goed gekozen?

Slide 14 - Open vraag

Jager-verzamelaars
  • Leven in kleine groepen (ongeveer 20 mensen)

  • Geen vaste woonplaats: nomaden

  • Trekken achter hun eten aan
  • Eenvoudige woningen: hutten/grotten

  • Veel of weinig bezittingen?

Slide 15 - Tekstslide

Steentijd
Bewerken van 
steen ging steeds
beter

Slide 16 - Tekstslide

Waarom is (de beheersing van) vuur zo belangrijk geweest?

Slide 17 - Open vraag

Huiswerk
Lezen paragraaf 2.3

Slide 18 - Tekstslide

Schriftelijke bronnen en niet-schriftelijke bronnen
Niet-schriftelijke bronnen: 
  • Grotschilderingen

Schriftelijke bronnen:
  • Brieven

Slide 19 - Tekstslide

Primaire en secundaire bronnen
Primair 
 Ooggetuige 
 Uit de tijd zelf  

Secundair 
Via via 
 uit een andere tijd. 

Slide 20 - Tekstslide

Primaire Bronnen



Secundaire Bronnen


Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt het verschil uitleggen tussen een mythologische en een (rationeel-) wetenschappelijke verklaring van de wereld

  • Je kunt kenmerken benoemen over de Jagers en Verzamelaars.

  • Je kunt bronnen indelen in schriftelijke en niet-schriftelijke bronnen en in primaire en secundaire bronnen.

Slide 22 - Tekstslide

Inleiding
Op een ochtend wordt een kleine prehistorische stam - in de tijd dat er nog geen landbouw en veeteelt bestaat - wakker op een voor hen vreemde plaats.

En wat erger is, de stam lijdt aan geheugenverlies. Ze kennen elkaar nog wel en hun verstand is niet aangetast, maar zij hebben totaal geen weet meer van wat er voor deze dag allemaal is gebeurd.
Hoe kunnen ze overleven?

Slide 23 - Tekstslide

Werkvorm
Schrijf, met je buurman of buurvrouw, voor deze stam een overlevingsplan.

Vraag je af wat de stam allemaal moet doen om in deze situatie te kunnen overleven. Inventariseer de problemen en reik de stam oplossingen aan.

Slide 24 - Tekstslide

Hoe ga je te werk:


Stap 1: Maak eerst een woordspin om te noteren wat je al weet over het onderwerp.
Stap 2: Aan de hand van de bronnen en zelf opgezochte bronnen ga je informatie zoeken die kunnen helpen bij het schrijven van het overlevingsplan

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
Opdrachten 1, 2, 4, 5 , 6 , 8  van paragraaf 2.2

Slide 26 - Tekstslide

Evolutietheorie of scheppingsleer?

Slide 27 - Tekstslide

Scheppingsleer vs evolutietheorie
Scheppingsleer= Het idee dat God de aarde en de mens heeft gemaakt

Evolutietheorie= Het idee dat het leven op aarde zich langzaam ontwikkeld heeft uit eerdere levenssoorten

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide


De eerste mensen
  • De eerste mensensoort ontstonden 2,5 miljoen jaar terug in Oost-Afrika.

    - Wordt ook wel de homo habilis genoemd: de handige mens.
    - Liep rechtop. 
    - Maakte zelf werktuigen.
    - Grotere hersenomvang.

  • Onze mensensoort ontstaat ongeveer 300.000 jaar terug in Oost-Afrika. 
    - De mensensoort heeft zich vanuit Afrika over de wereld verspreid. 
    - Deze mens wordt homo sapiens genoemd: verstandige mens.

  • Verschillende mensensoorten bestonden naast elkaar: 
    - De Neanderthaler leefde tegelijkertijd met de homo sapiens. 

De eerste mens (1) 

Slide 31 - Tekstslide



De naam homo sapiens betekent 'wijze mens'.
Waarom is deze naam goed gekozen?

Slide 32 - Open vraag

Jager-verzamelaars
  • Leven in kleine groepen (ongeveer 20 mensen)

  • Geen vaste woonplaats: nomaden

  • Trekken achter hun eten aan
  • Eenvoudige woningen: hutten/grotten

  • Weinig bezittingen

Slide 33 - Tekstslide

Steentijd
Bewerken van 
steen ging steeds
beter

Slide 34 - Tekstslide

Waarom is (de beheersing van) vuur zo belangrijk geweest?

Slide 35 - Open vraag

Leerdoelen

  • Je kunt het verschil aangeven tussen het scheppingsverhaal en de evolutie theorie
  • Je kunt kenmerken benoemen over de Jagers en Verzamelaars.

Slide 36 - Tekstslide

Inleiding
Op een ochtend wordt een kleine prehistorische stam - in de tijd dat er nog geen landbouw en veeteelt bestaat - wakker op een voor hen vreemde plaats.

En wat erger is, de stam lijdt aan geheugenverlies. Ze kennen elkaar nog wel en hun verstand is niet aangetast, maar zij hebben totaal geen weet meer van wat er voor deze dag allemaal is gebeurd.
Hoe kunnen ze overleven?

Slide 37 - Tekstslide

Werkvorm
Schrijf, met je buurman of buurvrouw, voor deze stam een overlevingsplan.

Vraag je af wat de stam allemaal moet doen om in deze situatie te kunnen overleven. Inventariseer de problemen en reik de stam oplossingen aan.

Slide 38 - Tekstslide

Hoe ga je te werk:


Stap 1: Maak eerst een woordspin om te noteren wat je al weet over het onderwerp.
Stap 2: Aan de hand van de bronnen en zelf opgezochte bronnen ga je informatie zoeken die kunnen helpen bij het schrijven van het overlevingsplan

Slide 39 - Tekstslide

Schriftelijke bronnen en niet-schriftelijke bronnen
Niet-schriftelijke bronnen: 
  • Grotschilderingen
  • Werktuigen
  • Beelden
  • Menselijke resten

Schriftelijke bronnen:
  • Spijkerschrift / Hiërogliefen
  • Brieven
  • Krantenartikelen
  • Boeken

Slide 40 - Tekstslide

Primaire en secundaire bronnen
Primair 
 Ooggetuige 
 Uit de tijd zelf  

Secundair 
Via via 
 uit een andere tijd. 

Slide 41 - Tekstslide

Primaire Bronnen



Secundaire Bronnen


Slide 42 - Tekstslide

Inleiding
Op een ochtend wordt een kleine prehistorische stam - in de tijd dat er nog geen landbouw en veeteelt bestaat - wakker op een voor hen vreemde plaats.

En wat erger is, de stam lijdt aan geheugenverlies. Ze kennen elkaar nog wel en hun verstand is niet aangetast, maar zij hebben totaal geen weet meer van wat er voor deze dag allemaal is gebeurd.
Hoe kunnen ze overleven?

Slide 43 - Tekstslide

Werkvorm
Schrijf, met je buurman of buurvrouw, voor deze stam een overlevingsplan.

Vraag je af wat de stam allemaal moet doen om in deze situatie te kunnen overleven. Inventariseer de problemen en reik de stam oplossingen aan.

Slide 44 - Tekstslide

Huiswerk
Opdrachten  1 t/m 6 van paragraaf 2.1

Opdrachten 4, 5 , 6 , 8  van paragraaf 2.2

Slide 45 - Tekstslide