Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2009:3
TODAY
Vocabulary and ...........
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
TODAY
Vocabulary and ...........
Slide 1 - Tekstslide
1. Translate: "eloquent"
A
elegant
B
bevoegd
C
welbespraakt
D
bijzonder
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
2. Translate: "disposal"
A
differentiatie
B
verwijdering
C
opheldering
D
afname
Slide 4 - Quizvraag
3. Translate: "devalue"
A
afbreuk doen aan
B
waarderen
C
ophelderen
D
afstand doen van
Slide 5 - Quizvraag
4. Translate: "conspiracy"
A
contract
B
conventie
C
samenscholing
D
samenzwering
Slide 6 - Quizvraag
5. Translate: "denote"
A
aangeven
B
opblazen
C
afbreken
D
ontzeggen
Slide 7 - Quizvraag
6. Translate: "discrete"
A
onmogelijk
B
afzonderlijk
C
voortdurend
D
onbekend
Slide 8 - Quizvraag
7. Translate: "admittedly"
A
opgegeven
B
opgeschreven
C
toegegeven
D
overleven
Slide 9 - Quizvraag
8. Translate: "compatible"
A
bereikbaar
B
combineerbaar
C
verstelbaar
D
complex
Slide 10 - Quizvraag
9. Translate: "convene"
A
construeren
B
kortsluiten
C
opzeggen
D
samenkomen
Slide 11 - Quizvraag
10. Translate: "daunting"
A
zeldzaam
B
toegewijd
C
intimiderend
D
kostbaar
Slide 12 - Quizvraag
11. Vertaal: "hedendaags"
A
convenient
B
contemporary
C
altruistic
D
destined
Slide 13 - Quizvraag
12. Vertaal: "zakelijke"
A
nocturnal
B
prudent
C
serene
D
corporate
Slide 14 - Quizvraag
13. Vertaal: "tekort"
A
deficiency
B
permission
C
maintenance
D
requirement
Slide 15 - Quizvraag
14. Vertaal: "verminderen"
A
ensure
B
diminish
C
incorporate
D
pursue
Slide 16 - Quizvraag
15. Vertaal: "scherpzinnig"
A
astute
B
frivilous
C
infatuated
D
mundane
Slide 17 - Quizvraag
16. Vertaal: "ongeveer"
A
aproximately
B
approximately
C
aproximatily
D
approximatily
Slide 18 - Quizvraag
17. Vertaal: "gevangenschap"
A
confinment
B
confinement
C
convinment
D
convinement
Slide 19 - Quizvraag
18. Vertaal: "vreselijk"
A
apaling
B
appaling
C
apalling
D
appalling
Slide 20 - Quizvraag
19. Vertaal: "verkrijging"
A
aquisition
B
acquisition
C
acusition
D
accusition
Slide 21 - Quizvraag
20. Vertalen: "handelswaar"
A
comodity
B
commodity
C
comoddity
D
commoddity
Slide 22 - Quizvraag
Per text/vraag
wat weet ik al van het onderwerp? ( niks? Youtube!)
wat voor soort tekst is het? ( en wat heb ik aan die info?)
wat voor soort vraag is het?
Hoe pak ik die aan? ( stappenplan)
Hoe komt mijn antwoord eruit te zien?
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Homework
Finish the text, hand in your ansers in classroom
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Vocabulary 1-50
September 2022
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Vocabulary 1-50
December 2023
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Vocabulary - oefenen voor de toets
September 2022
- Les met
44 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
engels quizzzzzzzzzzzzzzzz 3vwo
Juni 2023
- Les met
17 slides
Herhaling einde schooljaar
Juni 2024
- Les met
21 slides
Engels
Secundair onderwijs
Topic: Back to school
Augustus 2021
- Les met
25 slides
Engels
Secundair onderwijs
begrijpend lezen
April 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Lager onderwijs
leftovers
Oktober 2023
- Les met
47 slides