paragraaf 3 hfst 4 2h

Noem 3 redenen waarom industrialisatie in Engeland is ontstaan.
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Noem 3 redenen waarom industrialisatie in Engeland is ontstaan.

Slide 1 - Open vraag

Wanneer is de industrialisatie in Engeland begonnen
A
1760
B
1680
C
1830
D
1860

Slide 2 - Quizvraag

welke uitvinding kan je zien als het begin van de Industriële revolutie
A
spinning Jenny
B
Schietspoel
C
uitvinding stoommachine
D
uitvinding van de fabriek

Slide 3 - Quizvraag

Paragraaf 3


De industriele samenleving

Slide 4 - Tekstslide

Werk in de eerste fabrieken
- Door vernieuwingen in de landbouw kwam daar minder werk --> urbanisatie --> veel nieuwe werknemers voor de fabrieken --> veel vraag naar werk --> lage lonen.
- De overheid bemoeit zich niet met het loon van de werknemers (vraag en aanbod)
- Ook veel werk in de mijnbouw (Limburg) Dit is ook zeer zwaar en gevaarlijk.

Slide 5 - Tekstslide

Arbeiders hebben het zwaar
- 6 dagen per week werken (zondag vrij)
- geen vakanties
- Veel ongeschoold eentonig werk.
- Vrouwen en kinderen krijgen minder betaald.
- Protesteren kon bijna niet omdat er geen vakbonden waren.
- gevaarlijk en ongezond werk --> bij ziekte geen loon of uitkering

Slide 6 - Tekstslide

Wonen bij de fabriek
- Iedere werknemer woont dichtbij de fabriek (geen openbaar vervoer / auto.
- Spoorwegen werden vooral voor het vervoer van grondstoffen gebruikt.
- De arbeiders woonden in goedkope huizen die vaak door de fabrieksbaas gebouwd waren. (Philips heeft in Eindhoven veel arbeiderswoningen gebouwd)
- De fabrieksbaas heeft veel macht over de mensen omdat hij ook hun huisbaas is. (Ze betalen huur aan hem)
- Geen afvalophaaldienst / riolering.
- Vaak zieken die besmettelijk konden zijn (Cholera, Tyfus)
- Geen schoon drinkwater.
- Hoge babysterfte.

Slide 7 - Tekstslide

Sociale lagen
- Rijke mensen gingen in de buitenwijken wonen.
- Minder stank en meer ruimte.
- Kinderen konden wel naar school en hoefden niet op jonge leeftijd in de fabriek te werken.
- Je had ook een middenklassen (winkeliers, kantoorpersoneel)
Deze mensen hadden het wel beter dan de fabrieksarbeiders.
- De arbeidersklasse was de laagste klasse. Onder hen was veel (tijdelijke) werkloosheid.

Slide 8 - Tekstslide

verbeteringen rond 1900.
- Overheid grijpt uiteindelijk in.
- Aanleg van rioleringen en waterleidingen in de steden.
- Er worden meer scholen gebouwd.
- Er komen mense die toezicht houden op de kwaliteit van de huizen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

- leer de nadelen van het werken in een fabriek.
- Leer waarom mensen onder slechte omstandigheden in de stad wonen
- Leer wat urbanisatie is en waardoor dit onstaan is.
- Leer 4 redenen waarom de levensverwachting van mensen in de stad heel laag was.
- Leer wat de overheid heeft gedaan om iets aan deze situatie te veranderen.
- Leer de sociale lagen in de stad.

Slide 11 - Tekstslide