EN_M2B_Ch 3_Present Perfect

Plattegrond M2B
Yahya

Enes
Esmanur
Beyza
Didem
Vanessa
Yassin
Mohammed
Hao-Yang
Zeynep
Imane
Mariami
Hafsa
Riyaan
Roumaissae
Abdullah
Orhan
Kacper
Daniel
Efe
Emir
Jason
Docent
Deur
timer
5:00
Jas uit/Mobiel in je tas/Schrift+laptop op tafel
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Plattegrond M2B
Yahya

Enes
Esmanur
Beyza
Didem
Vanessa
Yassin
Mohammed
Hao-Yang
Zeynep
Imane
Mariami
Hafsa
Riyaan
Roumaissae
Abdullah
Orhan
Kacper
Daniel
Efe
Emir
Jason
Docent
Deur
timer
5:00
Jas uit/Mobiel in je tas/Schrift+laptop op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Hello!

Slide 2 - Tekstslide

- Refresh the Present Perfect (R)
- Look at the differences between Present Perfect and Past Simple (T1 & T2)
- Practice (T1 & T2)

At the end of the lesson:
I know when to use the Present Perfect.

What are we going to do today?

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple
- Gebruik:
 
  - Verleden > helemaal voorbij
   - Je weet wanneer het gebeurde
   - Het is afgesloten / afgerond

- Vorm:
    - Regelmatige werkwoorden + ed
    - Onregelmatige werkwoorden > 2e rijtje




Slide 4 - Tekstslide

Present Perfect
- Gebruik:
  
- In het verleden begonnen, nu nog bezig
   - In het verleden gebeurd, nu nog merkbaar

- Vorm:
    - have / has (he-she-it) + voltooid deelwoord
    - regelmatige werkwoorden + ed
    - onregelmatige werkwoorden > 3e rijtje




Slide 5 - Tekstslide

Past simple
Present perfect
Je gebruikt deze vorm om aan te geven dat iets in het verleden begonnen is en nu nog bezig is.
Deze vorm bestaat uit have/has+ voltooid deelwoord.
Je gebruikt deze vorm voor dingen die in het verleden zijn gebeurd en die nu zijn afgelopen.
Bij deze vorm krijgen regelmatige werkwoorden + –ed

Slide 6 - Sleepvraag

Which sentence is in the Present Perfect tense?
A
I am playing football.
B
I was playing football.
C
I played football.
D
I have played football.

Slide 7 - Quizvraag

Which sentence is in the Past Simple tense?
A
I have bought a dog.
B
I bought a dog.
C
I was buying a dog.
D
I buyed a dog.

Slide 8 - Quizvraag

I lived in Italy
I have lived in Italy
Present Perfect
Past Simple

Slide 9 - Sleepvraag

Practice 
In the next 4 slides choose the correct tense: Past Simple or Present Perfect?

Slide 10 - Tekstslide

He ... (live) in Manila for a year when he was a student.
A
lived
B
live
C
has lived
D
living

Slide 11 - Quizvraag

I ... (read) six books this week.
A
've read
B
have read
C
read
D
readed

Slide 12 - Quizvraag

She ... (visit) her grandmother last month.
A
has visited
B
have visited
C
visit
D
visited

Slide 13 - Quizvraag

More practice... 

In the next 5 slides, fill in the missing words using the correct tense (past simple or present perfect) 


Slide 14 - Tekstslide

1. (you/read)______ the book yet?

Slide 15 - Open vraag

2. Phil __________ (visit) the cinema last night.

Slide 16 - Open vraag

3. Caroline _______ (miss) the schoolbus yesterday.

Slide 17 - Open vraag

4. I (see/not)_________ you for a long time.

Slide 18 - Open vraag

5. William (clean/already) _______ his room.

Slide 19 - Open vraag

I can use the past simple and and the present perfect correctly.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

See you next time!

Slide 21 - Tekstslide