EN_H3_Present Perfect v Past Simple

Be ready to work in 2 minutes !
Jacket off!/Book, pen & notebook on the table/Mobile in your bag/Bag on the floor


timer
2:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Be ready to work in 2 minutes !
Jacket off!/Book, pen & notebook on the table/Mobile in your bag/Bag on the floor


timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Be ready to work in 2 minutes !
Jacket off!/Book, pen & notebook on the table/Mobile in your bag/Bag on the floor


timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Today's class
  • Revision of Past Simple and Present Perfect
  • Work in pairs: Exercises in LessonUp (20 minutes)
  • Break: 5 minutes!
At the end of this class I...
  • ... know what the past simple and the present perfect is.
  • ... know when to use which one.
  • ... I can use both tenses correctly.

Slide 3 - Tekstslide

Past Simple
- Gebruik:
   - verleden
> helemaal voorbij
   - je weet wanneer het gebeurde
   - het is afgesloten / afgerond

- Vorm:
    - regelmatige werkwoorden + ed
    - onregelmatige werkwoorden > 2e rijtje




Slide 4 - Tekstslide

Present Perfect
- Gebruik:
   - verleden begonnen, nu nog bezig

   - verleden gebeurd, nu nog merkbaar

- Vorm:
    - have / has (he-she-it) + voltooid deelwoord
    - regelmatige werkwoorden + ed
    - onregelmatige werkwoorden > 3e rijtje




Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden lijst
Weet je nog...?

https://LessonUp.app/invite/h/AdWNb7mGR2rPmLxpQ
 
Gebruik de lijst om de oefeningen te maken!


Slide 6 - Tekstslide

Let's work!

1. Click on the link in Magister to access the lesson in LessonUp
2. Do the exercises with your neighbour
3. You have 20 minutes time.
timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Past simple
Present perfect
Je gebruikt deze vorm om aan te geven dat iets in het verleden begonnen is en nu nog bezig is.
Deze vorm bestaat uit have/has+ voltooid deelwoord.
Je gebruikt deze vorm voor dingen die in het verleden zijn gebeurd en die nu zijn afgelopen.
Bij deze vorm krijgen regelmatige werkwoorden + –ed

Slide 8 - Sleepvraag

Which sentence is in the Present Perfect tense?
A
I am playing football.
B
I was playing football.
C
I played football.
D
I have played football.

Slide 9 - Quizvraag

Which sentence is in the Past Simple tense?
A
I have bought a dog.
B
I bought a dog.
C
I was buying a dog.
D
I buyed a dog.

Slide 10 - Quizvraag

I lived in Italy
I have lived in Italy
Present Perfect
Past Simple

Slide 11 - Sleepvraag

Practice 
In the next 4 slides choose the correct tense: past simple or present perfect?

Slide 12 - Tekstslide

He ... (live) in Manila for a year when he was a student.
A
lived
B
live
C
has lived
D
living

Slide 13 - Quizvraag

Oh no! I ... (lose) my wallet!
A
lost
B
have lost
C
've lost
D
losed

Slide 14 - Quizvraag

I ... (read) six books this week.
A
've read
B
have read
C
read
D
readed

Slide 15 - Quizvraag

She ... (visit) her grandmother last month.
A
has visited
B
have visited
C
visit
D
visited

Slide 16 - Quizvraag

More practice... 

In the next 5 slides, fill in the missing words using the correct tense (past simple or present perfect) 


Slide 17 - Tekstslide

1. (you/read)______ the book yet?

Slide 18 - Open vraag

2. Phil __________ (visit) the cinema last night.

Slide 19 - Open vraag

3. Caroline _______ (miss) the schoolbus yesterday.

Slide 20 - Open vraag

4. I (see/not)_________ you for a long time.

Slide 21 - Open vraag

5. William (clean/already) _______ his room.

Slide 22 - Open vraag

I can use the past simple and and the present perfect correctly.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Pauze!
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide