Past Simple: Hoe gebruik je het en oefeningen op B1 niveau

Past Simple: Hoe gebruik je het en oefeningen op B1 niveau

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je Past Simple uitleggen en 10 oefeningen op B1 niveau genereren.

Introduceer het doel van de les aan de studenten en leg uit wat ze aan het einde van de les zullen bereiken.

Wat weet je al over het gebruik van Past Simple?

Wat is Past Simple?

De Past Simple is een tijd in de Engelse taal die wordt gebruikt om over acties in het verleden te praten die zijn voltooid.

Leg uit wat Past Simple is aan de hand van voorbeelden en vraag de studenten om zelf voorbeelden te bedenken.

Vorming van Past Simple

Om de Past Simple te vormen, voeg je '-ed' toe aan de stam van regelmatige werkwoorden. Bij onregelmatige werkwoorden moet je de onregelmatige vorm gebruiken.

Leg de regels uit voor de vorming van de Past Simple en geef voorbeelden van zowel regelmatige als onregelmatige werkwoorden.

Voorbeeld: Regelmatige werkwoorden

walk (lopen) -> walked (gelopen)

Geef een voorbeeld van de vorming van de Past Simple bij een regelmatig werkwoord en vraag de studenten om zelf meer voorbeelden te bedenken.

Voorbeeld: Onregelmatige werkwoorden

eat (eten) -> ate (gegeten)

Geef een voorbeeld van de vorming van de Past Simple bij een onregelmatig werkwoord en vraag de studenten om zelf meer voorbeelden te bedenken.

Wanneer gebruik je Past Simple?

Je gebruikt Past Simple om over een actie in het verleden te praten die is voltooid en geen verband heeft met het heden.

Leg uit wanneer en waarom je Past Simple gebruikt en vergelijk het met andere verleden tijden zoals Past Continuous.

Oefening 1

Vul de ontbrekende Past Simple vorm in: 'I _______ my breakfast at 7am.' (eat)

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal.

Oefening 2

Maak de zin negatief in de Past Simple: 'She played tennis yesterday.'

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Bespreek ook hoe de zin in de Past Simple wordt gevormd in de negatieve vorm.

Oefening 3

Maak vragen in de Past Simple: 'He watched a movie yesterday.'

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Bespreek ook hoe de zin in de Past Simple wordt gevormd in de vragende vorm.

Oefening 4

Vul de ontbrekende Past Simple vorm in: 'They _______ to the beach last weekend.' (go)

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal.

Oefening 5

Maak de zin negatief in de Past Simple: 'I studied Spanish last year.'

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Bespreek ook hoe de zin in de Past Simple wordt gevormd in de negatieve vorm.

Oefening 6

Maak vragen in de Past Simple: 'We visited our grandparents last summer.'

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Bespreek ook hoe de zin in de Past Simple wordt gevormd in de vragende vorm.

Oefening 7

Vul de ontbrekende Past Simple vorm in: 'She _______ a book yesterday.' (read)

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal.

Oefening 8

Maak de zin negatief in de Past Simple: 'He bought a new car last week.'

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Bespreek ook hoe de zin in de Past Simple wordt gevormd in de negatieve vorm.

Oefening 9

Maak vragen in de Past Simple: 'They went to the concert last night.'

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Bespreek ook hoe de zin in de Past Simple wordt gevormd in de vragende vorm.

Oefening 10

Vul de ontbrekende Past Simple vorm in: 'He _______ his bike to school yesterday.' (ride)

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal.

Oefening 11

Verander de zin naar de Past Simple: 'I am hungry now.'

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Bespreek ook waarom de zin niet in de Past Simple kan worden gebruikt.

Oefening 12

Verander de zin naar de Past Simple: 'She is studying for her exam.'

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Bespreek ook waarom de zin niet in de Past Simple kan worden gebruikt.

Oefening 13

Verander de zin naar de Past Simple: 'They are playing soccer in the park.'

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Bespreek ook waarom de zin niet in de Past Simple kan worden gebruikt.

Oefening 14

Verander de zin naar de Past Simple: 'He has been living in London for 5 years.'

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Bespreek ook waarom de zin niet in de Past Simple kan worden gebruikt.

Oefening 15

Verander de zin naar de Past Simple: 'I have seen that movie before.'

Laat de studenten de oefening individueel of in groepen maken en bespreek de antwoorden daarna klassikaal. Bespreek ook waarom de zin niet in de Past Simple kan worden gebruikt.

Oefening 16

Maak een verhaal met minimaal 10 zinnen in de Past Simple.

Laat de studenten individueel of in groepen een verhaal schrijven met minimaal 10 zinnen in de Past Simple. Bespreek daarna de verhalen klassikaal en geef feedback.

Oefening 17

Maak een poster met minimaal 5 regelmatige en 5 onregelmatige werkwoorden in de Past Simple.

Laat de studenten individueel of in groepen een poster maken met minimaal 5 regelmatige en 5 onregelmatige werkwoorden in de Past Simple. Bespreek daarna de posters klassikaal en geef feedback.

Oefening 18

Schrijf een brief aan een vriend(in) over een leuke vakantie die je hebt gehad en gebruik minimaal 5 werkwoorden in de Past Simple.

Laat de studenten individueel of in groepen een brief schrijven aan een vriend(in) over een leuke vakantie die ze hebben gehad en gebruik minimaal 5 werkwoorden in de Past Simple. Bespreek daarna de brieven klassikaal en geef feedback.

Oefening 19

Maak een presentatie over een historisch evenement en gebruik minimaal 10 werkwoorden in de Past Simple.

Laat de studenten individueel of in groepen een presentatie maken over een historisch evenement en gebruik minimaal 10 werkwoorden in de Past Simple. Bespreek daarna de presentaties klassikaal en geef feedback.

Oefening 20

Maak een Engels liedje waarin minimaal 5 werkwoorden in de Past Simple voorkomen.

Laat de studenten individueel of in groepen een Engels liedje maken waarin minimaal 5 werkwoorden in de Past Simple voorkomen. Laat de studenten het liedje daarna zingen of voordragen en geef feedback.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.