Luisteren en kijken H1 1.1

1   LUISTEREN & KIJKEN
         1   LUISTEREN & KIJKEN

- 1.1  Gericht luisteren en kijken

- 1.2 Functie van beeld
- 1.3 Aantekeningen maken

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

1   LUISTEREN & KIJKEN
         1   LUISTEREN & KIJKEN

- 1.1  Gericht luisteren en kijken

- 1.2 Functie van beeld
- 1.3 Aantekeningen maken

Slide 1 - Tekstslide

1.1 Gericht luisteren en kijken
Geen aandacht bij radio of tv? Dan vergeet je vaak wat er is gezegd.

Als je echt bepaalde informatie wilt, dan zal je gerichter moeten kijken en luisteren.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat betekent gericht luisteren en kijken?

Slide 4 - Open vraag

Signaalwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 6 - Woordweb




Hij heeft een slecht rapport



Hij blijft zitten

Slide 7 - Tekstslide




Hij heeft een slecht rapport

Oorzaak



Hij blijft zitten

Gevolg

Slide 8 - Tekstslide

Hij heeft een slecht rapport daarom blijft hij zitten.

Verband: oorzaak-gevolg

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag is het mooi weer, maar gisteren regende het.

Verband: tegenstelling

Slide 10 - Tekstslide



Vandaag is het mooi weer.

Welk signaalwoord kun je toevoegen?


Gisteren regende het.

Slide 11 - Tekstslide

In de kas hebben we konijnen, cavia's en vogels.
Wat is het signaalwoord?
Welk tekstverband?

Slide 12 - Tekstslide

Als je lief bent, krijg je een snoepje
Wat is het signaalwoord?
Welk tekstverband?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Kies het juiste antwoord
In welke situatie luister je gericht?
A
Je luistert naar een live-verslag van het festival Lowlands.
B
Je luistert tijdens de afwas naar een nieuwsprogramma met korte onderwerpen.
C
Je voicemail is ingesproken door een winkel. Het gaat over een bestelling.

Slide 17 - Quizvraag

Op het vliegveld hoor je dat jouw vliegtuig vanaf een andere gate vertrekt. Op welke informatie ga je in die situatie extra goed letten?

A
op de reden van de gate-wijziging
B
op de vertrektijd van het vliegtuig
C
op het nummer van de andere gate

Slide 18 - Quizvraag

oorzaak-gevolg
reden of argument
opsomming
tegenstelling
voorwaarde
doel-middel
echter
Als
Daarnaast
om   te
want
Daardoor

Slide 19 - Sleepvraag

Hoe start de presentator het onderwerp?
A
Hij vertelt wie Marko is.
B
Marko stelt zichzelf voor.
C
Hij laat een filmpje zien.
D
De presentator laat een tekening zien.

Slide 20 - Quizvraag

Waarom heeft Marko makkelijk contact met kinderen?

A
Door zichzelf te zijn en doordat hij makkelijk met hen praat.
B
Door heel druk te zijn en op kinderlijke toon met hen te praten.
C
Door zichzelf te zijn en doordat hij achter de kinderen staat en via de spiegel met hen praat.
D
Door niets tegen ze te zeggen als door hem geknipt worden.

Slide 21 - Quizvraag

Marko zegt: daarbovenop vind ik niks raar of gek.
Welk tekstverband geeft 'daarbovenop' aan?
A
Opsomming
B
tegenstelling
C
doel-middel
D
argument

Slide 22 - Quizvraag

Waarom voelen de kinderen zich op hun gemak?
A
De kleuren in de salon zijn aangepast
B
Er zijn geen camera's.
C
Marko gebruikt speciaal gereedschap.
D
De camera is weggewerkt achter de spiegel.

Slide 23 - Quizvraag

Leg uit wat wordt bedoeld met 'setting'

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

5

Slide 28 - Video

01:00
Wat zijn de gevolgen als je vermoeid achter het stuur zit?
A
slecht koers houden
B
voorganger die plotseling remt.
C
je reageert minder alert op informatie uit je omgeving.
D
Je schrikt als een voetganger oversteekt.

Slide 29 - Quizvraag

01:13
Wat wordt bedoeld met torso?

Slide 30 - Open vraag

02:21
De instructeur zegt 'als het fout gaat dan grijp ik in maar ik probeer zo min mogelijk te zeggen.

Welk signaalwoord gebruikt hij om een tegenstelling aan te geven?
A
als
B
zo min mogelijk
C
zegt
D
maar

Slide 31 - Quizvraag

03:37
De instructeur zegt na een ingreep: 'Dan had de cameraman leuker materiaal gehad'.
Wat bedoelt hij daarmee?
A
Dat de cameraman meer zijn best had moeten doen.
B
Als de bestuurder tegen een lantaarnpaal was gereden, dan had de cameraman grappige beelden gemaakt.

Slide 32 - Quizvraag

04:16
Hoe is de toon van de interviewer tijdens het geven van deze tips?

A
enthousiast
B
neutraal
C
streng

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Video

Hoeveel passes heb je geteld?

Slide 35 - Open vraag

Ik heb de gorilla gezien....
Ja
Nee
Waar gaat dit over???

Slide 36 - Poll

Slide 37 - Video

1.1 Gericht luisteren en kijken
Luisteren doe je de hele dag - op verschillende manieren

1) Soms luister en kijk je zonder echt te weten waar het over gaat
2) Soms luister en kijk je gericht waarbij je wacht op bepaalde informatie
3) Slechts een heel klein deel doe je aan: gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 38 - Tekstslide

1.1 Gericht luisteren en kijken
Belangrijk om te weten!

  1. Bedenk van tevoren wat je wilt weten.
  2. Let altijd extra goed op het begin. Vaak hoor je dan waar de spreker het over gaat hebben en welke deelonderwerpen achtereenvolgens aan bod komen.
  3. Let tijdens het luisteren op signaalwoorden. Deze woorden wijzen op belangrijke relaties in de (luister)tekst.
  4. Let ook goed op het beeld bij programma’s van tv of internet. Beelden kunnen verduidelijken en geven extra informatie.



Slide 39 - Tekstslide

Quiz
Jullie gaan zo een quiz maken. Geef antwoord met je telefoon.
Bepaal bij elke vraag op welke manier je kijkt of luistert.
SUCCES!

Slide 40 - Tekstslide

Je wacht op het perron op je trein er wordt een wijziging omgeroepen
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 41 - Quizvraag

Je krijgt instructie over de ontruiming van het gebouw
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 42 - Quizvraag

Je kijkt naar het journaal terwijl je de afwas doet
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 43 - Quizvraag

Je luistert naar het weerbericht voor Europa en je wilt weten wat voor weer het in Portugal wordt
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 44 - Quizvraag

Tijdens het maken van je huiswerk staat de televisie aan
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 45 - Quizvraag

De docent leest de data voor waarop jullie projectgroepen moeten presenteren
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 46 - Quizvraag

Tijdens de ehbo-cursus wordt uitgelegd hoe je moet reanimeren
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 47 - Quizvraag

DOEL VAN DE LES  '1.2 functie van beeld'

Je haalt informatie uit het beeld bij de tekst en kunt de functie(s) ervan benoemen.

Slide 48 - Tekstslide