Luisteren en kijken

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Luisteren en kijken

Kies het juiste antwoord
In welke situatie luister je gericht?

1. Je luistert naar een live-verslag van het festival Lowlands.
2. Je luistert tijdens de afwas naar een nieuwsprogramma met korte onderwerpen.
3. Je voicemail is ingesproken door een winkel. Het gaat over een bestelling.

Op het vliegveld hoor je dat jouw vliegtuig vanaf een andere gate vertrekt. Op welke informatie ga je in die situatie extra goed letten?

1. op de reden van de gate-wijziging
2. op de vertrektijd van het vliegtuig
3. op het nummer van de andere gate

oorzaak-gevolg

reden of argument

opsomming

tegenstelling

voorwaarde

doel-middel

echter

Als

Daarnaast

om   te

want

Daardoor

00:17

Hoe start de presentator het onderwerp?

1. Hij vertelt wie Marko is.
2. Marko stelt zichzelf voor.
3. Hij laat een filmpje zien.
4. De presentator laat een tekening zien.

01:21

Waarom heeft Marko makkelijk contact met kinderen?

1. Door zichzelf te zijn en doordat hij makkelijk met hen praat.
2. Door heel druk te zijn en op kinderlijke toon met hen te praten.
3. Door zichzelf te zijn en doordat hij achter de kinderen staat en via de spiegel met hen praat.
4. Door niets tegen ze te zeggen als door hem geknipt worden.

01:33

Marko zegt: daarbovenop vind ik niks raar of gek.
Welk tekstverband geeft 'daarbovenop' aan?

1. Opsomming
2. tegenstelling
3. doel-middel
4. argument

02:03

Waarom voelen de kinderen zich op hun gemak?

1. De kleuren in de salon zijn aangepast
2. Er zijn geen camera's.
3. Marko gebruikt speciaal gereedschap.
4. De camera is weggewerkt achter de spiegel.

03:28

Leg uit wat wordt bedoeld met 'setting'

01:00

Wat zijn de gevolgen als je vermoeid achter het stuur zit?

1. slecht koers houden
2. voorganger die plotseling remt.
3. je reageert minder alert op informatie uit je omgeving.
4. Je schrikt als een voetganger oversteekt.

01:13

Wat wordt bedoeld met torso?

02:21

De instructeur zegt 'als het fout gaat dan grijp ik in maar ik probeer zo min mogelijk te zeggen.

Welk signaalwoord gebruikt hij om een tegenstelling aan te geven?

1. als
2. zo min mogelijk
3. zegt
4. maar

03:37

De instructeur zegt na een ingreep: 'Dan had de cameraman leuker materiaal gehad'.
Wat bedoelt hij daarmee?

1. Dat de cameraman meer zijn best had moeten doen.
2. Als de bestuurder tegen een lantaarnpaal was gereden, dan had de cameraman grappige beelden gemaakt.

04:16

Hoe is de toon van de interviewer tijdens het geven van deze tips?

1. enthousiast
2. neutraal
3. streng

Klaar met de opdrachten?

Oefen verder op Nu Nederlands