Bio-3M-1.2 Plantenrijk (24-25)

1.2 Planten
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.2 Planten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Herhaling 1.1
Organismen indelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een organisme?
A
Een organisme is een levend wezen
B
Een organisme is een dood wezen
C
Een organisme is een dode plant
D
Een organisme is een dood dier

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is ademhalen een levenskenmerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ademhalen
B
Rennen
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Betekent ordenen ook wel indelen in groepen?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gewervelde met een slijmerige huid, ademt met longen en wordt geboren uit een eitje zonder schaal.
A
het is een reptiel
B
het is een vogel
C
het is een amfibie
D
het is een zoogdier

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gewervelde wordt geboren uit een ei met kalkschaal.
A
het is een reptiel
B
het is een vogel
C
het is een amfibie
D
het is een zoogdier

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het opzoeken van de naam van een bloem heet:
A
determineren
B
zoekkaarten
C
beredeneren
D
verteren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'determineren'
A
Het bepalen van de naam van een organisme
B
De conclusie opschrijven
C
Het bepalen van de naam van een organisme
D
Het plukken van planten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.2 Planten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • je kunt de delen van een plant herkennen en benoemen
  • Je kunt voorbeelden van weefsels van een plant geven
  • Je kunt de onderdelen van een plantencel benoemen
  • je kunt de functies van de onderdelen van een plantencel benoemen
  • je kunt uigleggen hoe planten stevig blijven

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 Begrippenlijst
orgaan - weefsel 
celwand - celmembraan - cytoplasma - celkern - DNA
Bladgroenkorrels - fotosynthese - glucose
Vacuole - kruidachtige plant - houtachtige plant - houtcellen - houtstof

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
De organen van een plant herkennen en hun taak beschrijven

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wortels
Zorgt voor:
- opname van  water met mineralen. 

- Stevig in de grond

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stengel
Zorgt voor:
- vervoeren water met opgeloste stoffen.
- Dragende constructie voor blad en bloem. (stevigheid)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bladeren
Zorgt voor:
- Fotosynthese
- Verdamping van water

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloem
Zorgt voor:
- Voortplanting van de plant

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
De weefsels van een plant herkennen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
De onderdelen van de (planten)cel herkennen en hun taak benoemen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet elke cel heeft dezelfde onderdelen
Een onderdeel wel altijd dezelfde taak.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cel van een plant

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige cel



Uniek door bladgroenkorrels

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cytoplasma
Een stroperige vloeistof die bestaat uit water met allerlei opgeloste stoffen.

Iedere cel heeft cytoplasma

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celkern
De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.
In de celkern ligt DNA/ chromosomen.

(bacterie heeft geen celkern maar losse chromosomen)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vacuole
Dit is een"blaasje" gevuld met vocht.
Samen met de celwand zorgt de vacuole voor stevigheid

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celwand
Zorg voor stevigheid van  de cel. 
De celwand vormt een stevige "kist"om de cel en bestaat uit cellulose/vezels
Dierlijke cel heeft geen celwand

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celmembraan
Dit is de "douane" van de cel. 

Het celmembraan beslist wat er in en en uit de cel mag.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling in 4 rijken doe je door de cellen
 
1. Bacterie cel
2. Dierlijke cel
3. Plantencel
4. Schimmelcel
Hoe herken je ze?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planten
Cel 3 is een plantaardige cel

Hij heeft als enige bladgroenkorrels.


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celbouw bij de rijken
Planten
Dieren
Schimmels
Bacteriën
Celwand
Celmembraan
Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen plantencel
  • celwand: stevige laag om de cel heen van cellulose
  • celmembraan: een vlies die stoffen de cel in en uit laat gaan.
  • celkern: hierin zit het DNA en die regelt alles wat er in de cel gebeurt.
  • bladgroenkorrels: hier vindt fotosynthese plaats.
  • vacuole: is een blaasje gevuld met vocht en maakt de cel stevig.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je kunt uitleggen hoe planten stevig blijven

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houtachtige plant
Kruidachtige plant

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houtachtige planten
 
De celwand van deze planten vult zich met houtstof.

Houtstof is stevig, waardoor de vorm van de cel niet meer veranderd.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kruidachtige planten
 
De vacuole in de cel zorgt voor stevigheid. 
Vacuole vol met water = stevig
Vacuole zonder water = slap

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houtvaten
Celwanden tussen houtcellen verdwijnen en er ontstaan buisjes (houtstof).

Tranporteren water met opgeloste mineralen vanuit de grond.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleinste en grootste plant

De kleinste plant is boomalg, een ééncellige plant.
De grootste boom is een Sequoia, deze kan 80 meter hoog worden ( +/- 8 huizen op elkaar)

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 39 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
Maken 1.2: 
Vraag 1 tot en met 16
 
Lezen 1.3
Leren 1.2

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies