Engels t/m thema 3

Veertien
A
fiertheen
B
fourteen
C
forten
D
tenfour
1 / 35
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Veertien
A
fiertheen
B
fourteen
C
forten
D
tenfour

Slide 1 - Quizvraag

bijna
A
by now
B
at
C
almost
D
ever

Slide 2 - Quizvraag

vijftien
A
fifteen
B
tenfive
C
fiveteen
D
thirteen

Slide 3 - Quizvraag

cousin
A
neef
B
oma
C
broer
D
nicht

Slide 4 - Quizvraag

Friend
A
vriendin
B
vriend
C
vreemd
D
oom

Slide 5 - Quizvraag

aunt
A
nicht
B
vader
C
oom
D
tante

Slide 6 - Quizvraag

veel ouder
A
very old
B
older
C
much older
D
much younger

Slide 7 - Quizvraag

dan
A
than
B
thin
C
and
D
den

Slide 8 - Quizvraag

uncle
A
broer
B
zus
C
opa
D
oom

Slide 9 - Quizvraag

He is funny
A
hij is gek
B
zij is gek
C
zij is grappig
D
hij is grappig

Slide 10 - Quizvraag

She is older than I am
A
hij is jonger dan ik
B
zij is jonger dan zij
C
hij is ouder dan ik
D
zij is ouder dan ik

Slide 11 - Quizvraag

leeftijd
A
age
B
lifetime
C
aunt
D
older

Slide 12 - Quizvraag

zijn school
A
she school
B
her school
C
they school
D
his school

Slide 13 - Quizvraag

boven
A
room
B
upstairs
C
bedroom
D
attic

Slide 14 - Quizvraag

bathroom
A
slaapkamer
B
douche
C
badkamer
D
huiskamer

Slide 15 - Quizvraag

attic

Slide 16 - Open vraag

natuurlijk

Slide 17 - Open vraag

this is the attic

Slide 18 - Open vraag

this kitchen

Slide 19 - Open vraag

die kamer

Slide 20 - Open vraag

bank

Slide 21 - Open vraag

dishwasher

Slide 22 - Open vraag

fridge

Slide 23 - Open vraag

or
A
oor
B
of
C
op
D
over

Slide 24 - Quizvraag

kan niet
A
cannot
B
than not
C
can't
D
or not

Slide 25 - Quizvraag

kapstok
A
closet
B
chair
C
hatstand
D
work top

Slide 26 - Quizvraag

wasbak
A
washbasin
B
washing machine
C
closet
D
fridge

Slide 27 - Quizvraag

colours
A
kleur
B
paars
C
keuken
D
kleuren

Slide 28 - Quizvraag

vanmiddag
A
midday
B
this afternoon
C
afterday
D
frommidday

Slide 29 - Quizvraag

donderdag
A
Thunderday
B
Thursday
C
thursday
D
Teusday

Slide 30 - Quizvraag

weet je nog?

A
remember?
B
anymore?
C
thank you?
D
are you doing?

Slide 31 - Quizvraag

wanneer
A
when
B
want
C
with
D
what

Slide 32 - Quizvraag

willen
A
want to
B
where
C
goes out
D
great

Slide 33 - Quizvraag

vanavond
A
tomorrow
B
tonight
C
today
D
to late

Slide 34 - Quizvraag

Fijne vakantie!!
A
en een gelukkig nieuwjaar!
B
jij ook meester!
C
tot volgend jaar!
D
bedankt voor deze leuke les!

Slide 35 - Quizvraag