In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Speeddate
Behaviorisme
Slide 1 - Tekstslide
Programma/ onderwerpen
Belangrijkste onderzoekers
Wat is leren?
Wat wordt er geleerd?
Hoe wordt geleerd?
Rol van docent
Gebruik van hulpmiddelen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Blackbox benadering
Slide 4 - Tekstslide
Belangrijke onderzoekers
Ivan Pavlov
Bandura
George Watson
Slide 5 - Tekstslide
Belangrijke onderzoekers
Thorndike
Skinner
Slide 6 - Tekstslide
Wat is leren
Leren is conditioneren: nieuwe verbindingen leggen tussen externe prikkels (stimuli) en gedrag
Slide 7 - Tekstslide
Wat is leren
Doorlopend leerstof aanbieden en toetsen
Slide 8 - Tekstslide
Wat is leren
Visie: Kinderen zijn van nature niet gemotiveerd en alles gaat vanuit straffen en belonen.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe wordt er geleerd?
Volgens de behavioristische leertheorie is leren voor een proces dat gebeurt door te doen en te herhalen (practise make permanent ).
Slide 10 - Tekstslide
Hoe wordt er geleerd?
Ook zijn stimulansen uit de omgeving is een manier om te leren. Bijvoorbeeld modelleren.
Slide 11 - Tekstslide
Hoe ? Klassiek conditioneren
Slide 12 - Tekstslide
Hoe ? Operant conditioneren
Slide 13 - Tekstslide
Hoe ? Modelleren
Slide 14 - Tekstslide
Rol van docent
Goed gedrag belonen
Problemen laten oplossen dmv een beloning
Instructie
Herhalen/ toetsen
Slide 15 - Tekstslide
Gebruik van middelen/ict
• Online quiz BV Kahoot die zelfstandig gemaakt kunnen worden, waarbij de leerling uit de les kan gaan wanneer deze gemaakt is
Slide 16 - Tekstslide
Gebruik van middelen/ict
• Het gebruik van instructie/informatie video's om het modelleren te benaderen
Slide 17 - Tekstslide
Gebruik van middelen/ict
• Online Flashcards
Slide 18 - Tekstslide
https:
Slide 19 - Link
Oefenvragen
Slide 20 - Tekstslide
Binnen het Behaviorisme kijkt men vooral naar het gedachtenproces achter de respons
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Wat is het doel van het Behaviorisme
………… van gedrag
A
analyseren/ observeren
B
vermijden
C
voorspellen/ controleren
D
versterken
Slide 22 - Quizvraag
Welke van de onderstaande woorden typeren het behaviorisme:
A
controle, instructie, klassikaal, interactie.
B
leergesprek, orde, samenwerken, effectiviteit.
C
klassengesprek, rust, transfer, instructie.
D
controle, klassikaal, leergesprek, instructie.
Slide 23 - Quizvraag
Volgens het Behaviorisme, komt gedrag komt voort uit interne & externe prikkels
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Volgens het Behaviorisme werkt belonen beter dan straffen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Iets anders
Behaviorisme
Slide 26 - Sleepvraag
Reinforcement (positieve versterking werkt beter dan straf) en opdelen kleine stappen (werkt beter dan grote stappen zijn variabelen die onderzocht zijn bij.....
A
Constructivisme
B
Cognitivisme
C
Behaviorisme
D
Constructivisme
Slide 27 - Quizvraag
Het bekendste experiment van Pavlov was met........... en staat voor............
A
docenten....Socialisme
B
honden......Behaviorisme
C
duiven..... Cognitivisme
D
studenten.........
constructivisme
Slide 28 - Quizvraag
Het aansluiten bij voorkennis en rekening houden met de fasen van verwerking zijn centrale principes bij het informatieverwerkingsproces. Dit sluit aan bij ..........
A
Behaviorisme
B
Cognitivisme
C
Sociale leertheorie
D
Handelingspsychologie
Slide 29 - Quizvraag
Uit welke leertheorie is het competentiegericht onderwijs ontstaan?