H2 betekenissen

Woordenschat H2
Betekenissen 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat H2
Betekenissen 

Slide 1 - Tekstslide

circa
geëvacueerd
geschat
de oprichting
present
sinds
voorkomen
zorgen dat iets niet gebeurt
aanwezig
vanaf het tijdstip van
gegokt
de opening, het begin
ongeveer
verplaatst (voor de veiligheid)

Slide 2 - Sleepvraag

Kies de juiste betekenis:
de coach
A
vaste bestuurder
B
vaste leraar
C
vaste begeleider
D
vaste coach

Slide 3 - Quizvraag

Kies de juiste betekenis:
vandalen
A
herrieschoppers
B
ruziemakers
C
laatkomers
D
vernielers

Slide 4 - Quizvraag

Kies de juiste betekenis:
salaris
A
salade met vis
B
beloning
C
tegoedbon
D
krediet

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste betekenis:
permanent
A
tijdelijk
B
steeds, voor altijd
C
gedeeltelijk
D
nooit

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste betekenis:
letterlijk
A
precies zoals het er staat
B
letter voor letter
C
per post
D
precies zoals het er niet staat

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste betekenis:
voltooien
A
met veel veren
B
afsluiten
C
afmaken
D
bekijken

Slide 8 - Quizvraag

Geef in de volgende zinnen de betekenis van het onderstreepte woord. 

Opdracht:
Geef in de volgende zinnen de betekenis van de woorden tussen [haakjes]. 

Slide 9 - Tekstslide

Sara verliest zichzelf compleet in de nieuwste [hype].

Slide 10 - Open vraag

Het is [recent] voorgekomen dat hij zijn schooltas vergat.

Slide 11 - Open vraag

Uit welke [periode] komt dit boek?

Slide 12 - Open vraag

Hij heeft [letterlijk] opgeschreven wat zijn moeder hem heeft verteld.

Slide 13 - Open vraag

Ben jij nog van plan om dit project te [voltooien]?

Slide 14 - Open vraag

Overzicht woordenschat H2 
circa = ongeveer                                                                                                             (de) vandalen = (de) vernielers

(de) coach = vaste begeleider                                                                                  voorkomen = zorgen dat iets niet gebeurt
geëvacueerd = verplaatst (voor de veiligheid)
geschat = gegokt
(de) hype = iets nieuws dat tijdelijk aandacht trekt
letterlijk = precies zoals het er staat
(de) oprichting = (de) opening, (het) begin
(de) periode = (het) tijdperk
permanent = steeds, voor altijd
present = aanwezig
recent = pas gebeurd
(het) salaris = (de) beloning
sinds = vanaf het tijdstip van
voltooien = afmaken
 














Slide 15 - Tekstslide