Woordenschat H2

Vandaag: 
- Woordenschat H2
- Lezen 7 minuten
- Huiswerk maken
- Afsluiting


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag: 
- Woordenschat H2
- Lezen 7 minuten
- Huiswerk maken
- Afsluiting


Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat H2
Vandaag leren wij hoe je de betekenis van een onbekend woord uit een tekst haalt. 

Voorbeeld: 
Over de beroemde zanger wordt een glossy gemaakt. Dat is een tijdschrift met glimmende pagina's en veel foto's. 

Slide 2 - Tekstslide

Zo zoek je de betekenis: 
  • Zoek de betekenis tussen haakjes of tussen komma's in dezelfde zin.  Voorbeeld: Marleen werd een vedette, een beroemd persoon, door het winnen van de medaille. 
  • De betekenis staat in de volgende zin. Bijvoorbeeld: Alle acteurs gingen naar de première. Acteurs zijn vaak aanwezig als een film voor de eerste kee vertoond wordt. 
  • De betekenis staat in de vorige zin. Bijvoorbeeld: De jonge voetballer laat zijn zaken regelen voor iemand anders. Deze manager werkt ook voor andere voetballers. 

Slide 3 - Tekstslide

Oefenen
1. Iedere nieuwe leerling heeft een vaste begeleider. Zo'n coach helpt je met schoolzaken. 
2.De nieuwe hype is dat jongens rokken gaan dragen. Zoiets nieuws wat sterk de aandacht trekt is meestal tijdelijk. 
3.Je moet de theorie letterlijk, precies zoals het er staat, overschrijven. 
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

circa =
A
ongeveer
B
aanwezig

Slide 5 - Quizvraag

coach =
A
iets nieuws dat tijdelijk de aandacht trekt
B
vaste begeleider

Slide 6 - Quizvraag

voorkomen =
A
zorgen dat iets niet gebeurt
B
pas gebeurd

Slide 7 - Quizvraag

voltooien=
A
afmaken
B
het tijdperk

Slide 8 - Quizvraag

salaris =
A
beloning
B
recent

Slide 9 - Quizvraag

permanent =
A
aanwezig
B
steeds, voor altijd

Slide 10 - Quizvraag

sinds =
A
vanaf het tijdstip van
B
recent

Slide 11 - Quizvraag

de oprichting =
A
de opening, het begin
B
steeds, voor altijd

Slide 12 - Quizvraag

de hype =
A
iets nieuws dat tijdelijk de aandacht trekt
B
gegokt

Slide 13 - Quizvraag

de vandalen =
A
geëvacueerd
B
de vernielers

Slide 14 - Quizvraag

recent
A
present
B
pas gebeurd

Slide 15 - Quizvraag

Elk jaar is er wel weer een nieuwe circa/ hype volgens mijn pa.
A
circa
B
hype

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet die film ook alweer die present/ recent is uitgekomen?
A
present
B
recent

Slide 17 - Quizvraag