In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag
Contextopdracht bespreken
Dihybride kruisingen: niet gekoppeld
Morgen: Dihybride kruisingen gekoppeld
Slide 3 - Tekstslide
Bespreken context opdr.
In een nest met vijf kittens zitten twee poezen met een schildpadvacht, één poes met een zwarte vacht, één kater met een oranje vacht en één kater met een zwarte vacht.
Leg met behulp van een kruisingsschema of stamboom uit welke genotypen beide ouders hebben.Tip: Zet eerst de genotypen van de kittens in het schema; begin bij de zwarte poes. Doordat deze het X-chromosoom van de vader en de moeder krijgt, weet je dat de vader een zwarte vacht heeft. Het X-chromosoom voor de oranje vacht is afkomstig van de moeder.
Slide 4 - Tekstslide
Leg met behulp van een kruisingsschema of stamboom uit welke genotypen beide ouders hebben.Tip: Zet eerst de genotypen van de kittens in het schema; begin bij de zwarte poes. Doordat deze het X-chromosoom van de vader en de moeder krijgt, weet je dat de vader een zwarte vacht heeft. Het X-chromosoom voor de oranje vacht is afkomstig van de moeder. Deel je schema.
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Geslachtschromosomen
Welke versies van de X hebben de kittens?
Slide 7 - Tekstslide
De X van de mannetjes kittens komt van de moeder. Dus wat heeft de moeder dan. De zwarte vrouwtjes kitten moet een Xz van papa kat hebben.
Hoe noem je het als een allel dat homozygoot voorkomt geen levensvatbaar individu oplevert?
A
gekoppelde overerving
B
draagster
C
letale factor
D
multipele allelen
Slide 10 - Quizvraag
Chromosomen
liggen in de celkern
komen in paren voor
Op chromosomen ligt informatie voor erfelijke eigenschappen, dat noem je een gen
bestaan uit DNA ketens
Slide 11 - Tekstslide
Chromosomen
Op alle 46 chromosomen liggen enorm veel genen. Voor bijvoorbeeld: - kleurenblindheid - oogkleur - Huntington (ziekte) - Geluksgen
Slide 12 - Tekstslide
Dihybride kruisingen
Een kruising met twee genen.
Wanneer genen op twee verschillende chromosomen liggen
Wanneer genen op hetzelfde chromosoom liggen.
Slide 13 - Tekstslide
Onafhankelijke overeving
- Kijken naar twee genen die overerving.
- Wetten van Mendel :
Slide 14 - Tekstslide
Peulen
We kruisen twee heterozygote peulen voor beiden eigenschappen.
P GgYy x GgYy
F1:
G=groene schil
g = gele schil
Y = gele zaden
y = groene zaden
Slide 15 - Tekstslide
We kruisen twee heterozygote peulen voor beiden eigenschappen.
P GgYy x GgYy
Slide 16 - Open vraag
Peulen
We kruisen twee heterozygote peulen voor beiden eigenschappen.
P GgYy x GgYy
F1:
G=groene schil
g = gele schil
Y = gele zaden
y = groene zaden
GY
gY
Gy
gy
GY
GYGY
GYgY
GYGy
Gygy
gY
gYGY
gYgY
gYGy
gYgy
Gy
GyGY
GygY
GyGy
Gygy
gy
gyGY
gygY
gyGy
gygy
Slide 17 - Tekstslide
Dihybride kruising
G=groene schil g=gele schil
Y=gele zaden y=groene zaden
Slide 18 - Tekstslide
Hoeveel % heeft groene zaden?
A
12,5%
B
25%
C
33,3%
D
50%
Slide 19 - Quizvraag
Van een dihybride kruising met 2 cavia's: AABB x aabb (A = zwart, a = wit, B = ruw, b = glad) worden de F1-dieren onderling gekruist. In de F2-generatie is het gedeelte dat zwart en ruwharig is:
A
1/16
B
3/16
C
9/16
D
3/4
Slide 20 - Quizvraag
Uitwerking
AB
Ab
aB
ab
AB
AABB
AABb
AaBB
AaBb
Ab
AABb
AAbb
AaBb
Aabb
aB
AaBB
AaBb
aaBB
aaBb
ab
AaBb
Aabb
aaBb
aabb
P AABB * aabb
F1 AaBb * AaBb
F2
Slide 21 - Tekstslide
Dihybride kruisingen
Een kruising met twee genen.
Wanneer genen op twee verschillende chromosomen liggen
Wanneer genen op hetzelfde chromosoom liggen.
Slide 22 - Tekstslide
Gekoppelde overerving
Gen A en b liggen op hetzelfde chromosoom. En gaan dus in meiose naar dezelfde cel.
Gen a en B liggen op hetzelfde chromosoom. Dus gaan in de meiose ook naar dezelfde cel.