In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands
Wat heb je nodig:
-leesboek
-laptop
-lesboek/ schrift + pen
Slide 1 - Tekstslide
Lesprogramma vandaag:
-Lezen
-uitleg: het voltooid deelwoord en telwoord
-oefenen via LessonUp
-aan de slag
-evaluatie en afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Lezen
timer
8:00
Slide 3 - Tekstslide
Telwoord
Er zijn vier soorten telwoorden (telw). Ze geven een hoeveelheid of een volgorde (een plaats in een reeks) aan.
Zo vind je de telwoorden
Een hoofdtelwoord, zoals vijf, zeven achtste (⁷⁄⁸) of weinig, noemt een aantal of hoeveelheid, een rangtelwoord (vierde, laatste) noemt een volgorde, een plaats in een rij.
Slide 4 - Tekstslide
Telwoord
Een rangtelwoord (vierde, laatste) noemt een volgorde, een plaats in een rij.
Telwoorden kunnen bepaald of onbepaald zijn. Een bepaald telwoord geeft een precies aantal aan of een precieze plaats in een rij, een onbepaald telwoord geeft een onduidelijk aantal aan of een onduidelijke plaats in een rij.
Slide 5 - Tekstslide
Aan de slag VWO:
H3/ Grammatica/ telwoord: opdracht 1 t/m 4.
Je werkt online of in je boek/schrift.
Bekijk het schema bij de theorie!
VWO: blz. 94
timer
20:00
Slide 6 - Tekstslide
voltooid deelwoord bij sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van vrijwel alle sterke werkwoorden eindigt op -en.
Ik heb heerlijk geslapen.
Wij hebben gisteren friet gegeten.
Bij het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden schrijf je wat je hoort.
Slide 7 - Tekstslide
Voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt op -enof -n
Hij heeft zijn huiswerk niet gedaan.
Zij hebben op hun saxofoons geblazen.
Slide 8 - Tekstslide
Voltooid deelwoord van sterke en zwakke werkwoorden
Sterke werkwoord
voltooid deelwoord eindigt op -(e)n
smelten - smolten: Het ijs is gesmolten.
Zwakke werkwoord
voltooid deelwoord eindigt op -tof -d
maken - maakten: Zij hebben wat moois gemaakt.
Slide 9 - Tekstslide
het voltooid deelwoord
Slide 10 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
Let op: naast het voltooid deelwoord staat altijd een vorm (hulpwerkwoord) van hebben, zijn of worden.
Bij het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord gebruik je dezelfde regels als de persoonsvorm verleden tijd: 't sexy fokschaap.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Noteer de werkwoorden...
1. Wat ben je veranderd. 2. Je hebt het zelf uitgekozen. 3. Je wordt gehersenspoeld. 4. Wie heeft dit bedacht? 5. Zij had een koekje gepakt. 6. Hij is jarig geweest. 7. Ik word naar school gereden.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.