In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
V2
Taalverzorging
H12, H13, H27, H28 en H42
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
H12
meervoudsvormen
bijvoeglijke naamwoorden
de trappen van vergelijking
Slide 3 - Tekstslide
Welke meervoudsvorm is ONJUIST?
A
etalages
B
coupés
C
vakantie's
D
portemonnees
Slide 4 - Quizvraag
Welke meervoudsvorm is ONJUIST?
A
bacteriën
B
kolonieën
C
orchideeën
D
melodieën
Slide 5 - Quizvraag
Welk bijvoeglijk naamwoord is JUIST gespeld?
A
de bevrijdde gevangene
B
het gewite muurtje
C
de verrotten appels
D
het gebroken raam
Slide 6 - Quizvraag
Noteer van onderstaande woorden het bijvoeglijk naamwoord op de juiste manier en zet het zelfstandig naamwoord in het meervoud erachter. ambitieus (vergrotende trap) slechterik
Slide 7 - Open vraag
H13
samenstellingen
Slide 8 - Tekstslide
Welke samenstelling is JUIST gespeld?
A
pannekoek
B
rijstenwafel
C
cameraopstelling
D
30+kaas
Slide 9 - Quizvraag
Welke samenstelling is ONJUIST gespeld?
A
beresterk
B
vmboschool
C
auto-ongeluk
D
%-teken
Slide 10 - Quizvraag
Een sjaal voor een dame is een ...
Slide 11 - Open vraag
H27
werkwoordspelling
Slide 12 - Tekstslide
Toelichting
Stel altijd als eerst de vraag: is het de PV JA of NEE?
Zo ja: is het tt of vt?
Bij tt: bepaal m.b.v. het onderwerp of je de ik-vorm, de ik-vorm+t of de wij-vorm moet noteren
Bij vt: gebruik bij zwakke werkwoorden 't ex-kofschip
Is het geen pv, noteer dan het voltooid deelwoord of het onvoltooid deelwoord
Sommige werkwoorden zijn onregelmatige werkwoorden of komen uit het Engels
Slide 13 - Tekstslide
Noteer de werkwoorden. (Worden) je ook zo vaak (storen) tijdens het gamen? (tt)
Slide 14 - Open vraag
's Avonds laat (ontvreemden vt) de dieven meerdere kostbaarheden van de toeristen.
A
ontvreemdde
B
ontvreemde
C
ontvreemdden
D
ontvreemden
Slide 15 - Quizvraag
Noteer de werkwoorden De groep politieagenten (geloven) niets van wat de verdachten (vertellen). vt
Slide 16 - Open vraag
H28
Hoofdletters en leestekens
Slide 17 - Tekstslide
Neem de zin over en noteer hoofdletters en leestekens op de juiste plaats: tante sara zei tegen meneer van santen wilt u alstublieft uw opel ergens anders parkeren