H4 - 7.3 Verlichte ideeën in de praktijk
1 / 34
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wij zijn nu bezig met Tijdvak 7,
oftewel...
oftewel...
A
de tijd van ontdekkers en hervormers
B
de tijd van regenten en vorsten
C
de tijd van pruiken en revoluties
D
de tijd van burgers en stoommachines
Slide 2 - Quizvraag
De tijd van pruiken en revoluties speelt zich af in de...
A
17e eeuw: 1600 - 1699
B
17e eeuw: 1700 - 1799
C
18e eeuw: 1700 - 1799
D
18e eeuw: 1800 - 1899
Slide 3 - Quizvraag
Filosofen en
hun ideeën
hun ideeën
Charles de Montesqieu
John Locke
Jean-Jacques Rousseau
Voltaire
trias politica
sociaal contract
sociaal contract +
de wil van
het volk
de wil van
het volk
goede opleiding
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Tekstslide
De ideeën van van de Engelse verlichte denker John Locke
waren in de Amerikaanse koloniën heel bekend.
Welke ideeën van Locke zijn overgenomen in
'de Onafhankelijkheidsverklaring'?
waren in de Amerikaanse koloniën heel bekend.
Welke ideeën van Locke zijn overgenomen in
'de Onafhankelijkheidsverklaring'?
timer
2:00
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
De ideeën van van de Franse verlichte denker Montesquieu
waren in de Amerikaanse koloniën ook bekend.
Welke ideeën van Montesquieu zijn overgenomen in
de Amerikaanse grondwet?
waren in de Amerikaanse koloniën ook bekend.
Welke ideeën van Montesquieu zijn overgenomen in
de Amerikaanse grondwet?
timer
2:00
Slide 8 - Open vraag
De Amerikanen schreven in 1787 een geheel nieuwe grondwet, die een inspiratiebron werd voor andere landen.
Leg uit waarom een grondwet zo'n belangrijk idee was voor
landen die een democratisch bestuur wilden invoeren.
Leg uit waarom een grondwet zo'n belangrijk idee was voor
landen die een democratisch bestuur wilden invoeren.
timer
2:00
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Noem twee redenen waarom
de Franse Revolutie
de 'revolutie der revoluties'
wordt genoemd.
de Franse Revolutie
de 'revolutie der revoluties'
wordt genoemd.
timer
2:00
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
de eerste stand
de tweede stand
de derde stand
de geestelijkheid
de adel
overig burgers
Slide 13 - Sleepvraag
Bekijk bron 17.
Welke kritiek levert
Abbé Sieyès in zijn pamflet?
Welke kritiek levert
Abbé Sieyès in zijn pamflet?
timer
2:00
Slide 14 - Open vraag
Bekijk bron 17.
Maak duidelijk dat de kritiek van Sieyès
gezien kan worden als een oorzaak
van de Franse Revolutie.
Maak duidelijk dat de kritiek van Sieyès
gezien kan worden als een oorzaak
van de Franse Revolutie.
timer
2:00
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Uit de tekst zijn nog andere oorzaken
van de Franse Revolutie te herleiden.
Noem er drie.
van de Franse Revolutie te herleiden.
Noem er drie.
timer
2:00
Slide 18 - Open vraag
Beargumenteer welke oorzaak
gezien moet worden als de aanleiding
tot het uitbreken van de Franse Revolutie.
gezien moet worden als de aanleiding
tot het uitbreken van de Franse Revolutie.
timer
2:00
Slide 19 - Open vraag
De Franse nationale feestdag is 14 juli,
de dag waarop de Bastille werd bestormd.
Bedenk waarom e Fransen juist deze datum
tot nationale feestdag hebben benoemd.
de dag waarop de Bastille werd bestormd.
Bedenk waarom e Fransen juist deze datum
tot nationale feestdag hebben benoemd.
timer
2:00
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Video
Slide 22 - Tekstslide
Maak duidelijk hoe de onteigening
van kerkelijke grond leidde tot
verdeeldheid onder de Franse bevolking.
van kerkelijke grond leidde tot
verdeeldheid onder de Franse bevolking.
timer
2:00
Slide 23 - Open vraag
In de periode waarin de Bastille werd bestormd, hebben ook
andere belangrijke gebeurtenissen plaatsgevonden.
Kies drie gebeurtenissen uit de periode rond 1789
en leg per gebeurtenis in ongeveer dertig woorden
het belang ervan uit.
andere belangrijke gebeurtenissen plaatsgevonden.
Kies drie gebeurtenissen uit de periode rond 1789
en leg per gebeurtenis in ongeveer dertig woorden
het belang ervan uit.
timer
6:00
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Welk begrip?
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd een koning is die gebonden is aan de grondwet.
Een staatsvorm waarbij het staatshoofd een koning is die gebonden is aan de grondwet.
A
constitutionele monarchie
B
verlichte monarchie
C
democratische revolutie
D
representatieve democratie
Slide 26 - Quizvraag
Welk begrip?
een radicale groep mensen die de monarchie wilden afschaffen in heel Europa, de macht van het volk wilden vergroten, en alle rechten van de adel wilden afpakken.
een radicale groep mensen die de monarchie wilden afschaffen in heel Europa, de macht van het volk wilden vergroten, en alle rechten van de adel wilden afpakken.
A
de Nationale Vergadering
B
revolutionair
C
de Terreur
D
Jacobijnen
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
De Jacobijnen werden eerst gesteund door veel Fransen, daarna getolereerd en tenslotte door een volksbeweging afgezet. | Verklaar elk van deze drie fasen.
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Wat vond je van de afgelopen lessen?
Slide 31 - Poll
Slide 32 - Video
Slide 33 - Tekstslide
Wat was jouw ketting
van oorzaak en gevolg?
van oorzaak en gevolg?
