Betoog les 7: De puntjes op de i


Schrijven: betoog

Les 8: Betoog compleet maken:
de puntjes op de i zetten

Nederlands H1 - P2 - 2019-2020
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Schrijven: betoog

Les 8: Betoog compleet maken:
de puntjes op de i zetten

Nederlands H1 - P2 - 2019-2020

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd ...

... hoe je een schrijfplan maakt.
... hoe je van een schrijfplan een tekst maakt.

Voordat we verdergaan, een stukje herhaling.



Slide 2 - Tekstslide

Waarom?

Waarom maak je een schrijfplan voordat je begint met schrijven?

Slide 3 - Tekstslide

Wat?

Wat noteer je in een schrijfplan?

Slide 4 - Tekstslide

Schrijfplan betoog
tekstdoel, onderwerp, hoofdgedachte (= mening), publiek

deelonderwerpen = tussenkopjes
kernzinnen = argumenten

Inleiding: bepaal hoe je het onderwerp inleidt
Slot: bepaal hoe je het betoog afsluit

Slide 5 - Tekstslide



Fase 2:
Voorbereiden op het schrijven
Inleiding vormgeven
Slot vormgeven
Kernzinnen en deelonderwerpen 
Fase 1: Oriënteren op het schrijven
Doel, onderwerp, hoofdgedachte, publiek

Slide 6 - Tekstslide

Hoe?

Hoe kun je een betoog inleiden?

Slide 7 - Tekstslide

Een betoog inleiden
anekdote
aanleiding voor het schrijven
onderwerp introduceren
vragen stellen

Slide 8 - Tekstslide

Wat?

Wat staat er in ieder geval in de inleiding van een betoog?

Slide 9 - Tekstslide

De hoofdgedachte
= jouw mening wordt duidelijk in de inleiding.
De lezer weet na het lezen van de inleiding wat jouw mening is!

Slide 10 - Tekstslide

Hoe?

Hoe kun je een betoog afsluiten?

Slide 11 - Tekstslide

Betoog afsluiten

Kort samenvatten argumenten in andere woorden.
Conclusie trekken... (Dus..., Kortom..., Daarom...)

Slide 12 - Tekstslide

Wat?

Wat herhaal je in het slot van een betoog?

Slide 13 - Tekstslide

De hoofdgedachte

= jouw mening herhaal je in het slot.

Slide 14 - Tekstslide

Aan het einde van deze les ...
... heb je een betoog geschreven.
... weet je hoe je de puntjes op de i zet.

... heb je nog een keer geoefend met:
- het invullen van een schrijfplan.
- het omzetten van een schrijfplan in een tekst.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Pak het ingevulde schrijfplan van de d-toets erbij.

We hebben gisteren een begin gemaakt aan de tekst.
Hier gaan we nu eerst verder mee. 

Slide 16 - Tekstslide

Herschrijven: de puntjes op de i
Geef je betoog een korte, krachtige titel, die de aandacht van de lezer trekt.

Gebruik verwijswoorden (die, deze, dit, dat, hij, zij, het), om te voorkomen dat je steeds dezelfde woorden gebruikt. 

Controleer of alle zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt.

Slide 17 - Tekstslide

Herschrijven: de puntjes op de i
Controleer of: 
  • alle zinnen binnen één alinea achter elkaar door zijn   geschreven.
  • alle zinnen een goede woordvolgorde hebben.
  • alle woorden op de goede manier zijn gespeld. 
  • tikfoutjes zijn verbeterd.

Slide 18 - Tekstslide

Inleveren via Somtoday
Even oefenen: Lever je column in via Somtoday

Slide 19 - Tekstslide

Nog een keer oefenen...
Situatie: 
Je ouders vertellen je dat de helft van je zakgeld voortaan wordt ingehouden, zodat dit kan worden gedoneerd aan een goed doel. Jij bent het hier wel/niet mee eens. 
Je schrijft een betoog waarin je jouw ouders probeert te overtuigen van jouw mening.

Slide 20 - Tekstslide