Betoog les 5: schrijfplan invullen en van schrijfplan naar tekst
Schrijven: betoog
Les 5:
Schrijfplan invullen
&
Van schrijfplan naar tekst
Nederlands V - P2 - 2022-2023
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Schrijven: betoog
Les 5:
Schrijfplan invullen
&
Van schrijfplan naar tekst
Nederlands V - P2 - 2022-2023
Slide 1 - Tekstslide
Vorige lessen heb je geleerd ...
... dat je voordat je een tekst schrijft een plan maakt. Dit plan noemen we een schrijfplan.
In een schrijfplan schrijf je een aantal dingen op, die je helpen om een goede tekst te kunnen schrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Voordat je gaat schrijven, vul je een schrijfplan in.
Schrijfplan = schema dat de basis van je tekst vormt, hierop bouw jij je tekst (bouwplan)
Vergelijkbaar met de fundering van een huis.
Slide 3 - Tekstslide
Stap 1
In het eerste deel van het schrijfplan bedenk je:
... waarover je gaat schrijven (onderwerp)
... wat je met de tekst wil bereiken (tekstdoel)
... voor wie je schrijft (publiek)
... welke boodschap je wilt overbrengen (hoofdgedachte)
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeeld van een leeg schrijfplan voor een betoog
Fase 1: Oriënteren
Slide 5 - Tekstslide
Stap 2
In het tweede deel van het schrijfplan bedenk je:
... wat de kernzinnen van jouw alinea's worden (argumenten van je betoog)
... welke deelonderwerpen bij deze kernzinnen passen (tussenkopjes van de alinea's)
... hoe je de inleiding en het slot vormgeeft.
Slide 6 - Tekstslide
Betoog inleiden
Een betoog kun je op verschillende manieren inleiden:
Onderwerp aankondigen.
Anekdote: een kort, grappig, of bijzonder verhaaltje vertellen.
Eén of meer vragen stellen.
De aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen.
Slide 7 - Tekstslide
Betoog inleiden
In de inleiding van een betoog geef je ook jouw mening. Na het lezen van de inleiding weet de lezer:
... wat het onderwerp van het betoog is
... en wat jouw mening daarover is.
Slide 8 - Tekstslide
Betoog afsluiten
In het slot van een betoog herhaal je kort en in andere woorden jouw argumenten. Een betoog sluit je af met een conclusie.
Dus telefoons moeten niet meer worden toegestaan tijdens de lessen.
Eventueel kun je daarnaast een advies geven.
Slide 9 - Tekstslide
Schrijfplan betoog
Fase 2:
Voorbereiden
Inleiding vormgeven
Slot vormgeven
Kernzinnen en deelonderwerpen
Slide 10 - Tekstslide
Schrijfplan voor een betoog
Fase 1: Oriënteren
Fase 2:
Voorbereiden
Ingevuld schrijfplan = schrijfschema met daarin de hoofdzaken van je tekst.
= minisamenvatting van je tekst.
Slide 11 - Tekstslide
Schrijfplan voor een betoog
Fase 1: Oriënteren
Fase 2:
Voorbereiden
Fase 3:
Schrijven
Fase 4:
Herschrijven
Na fase 1 en 2 volgen fase 3 en 4
Slide 12 - Tekstslide
Vooruitblik
Aan het einde van deze les ...
... kun je een schrijfplan invullen.
... heb je een begin gemaakt aan de D-toets.
Slide 13 - Tekstslide
De D-toets
Situatie: Je mentor vertelt tijdens de mentorles dat er in leerjaar 1 een klassenbattle plaats gaat vinden. Het onderwerp is ‘de leukste klas van leerjaar 1’. Alle klassen schrijven een betoog waarin zij de jury (alle mentoren van leerjaar 1) ervan proberen te overtuigen dat zij de leukste klas zijn. De klas die het beste betoog schrijft wint.
Slide 14 - Tekstslide
D-toets
Jij vindt V1D natuurlijk de leukste brugklas van het ATC!
Jij schrijft een betoog met als standpunt/mening:
V1D is de leukste klas van leerjaar 1
Je legt hierin uit waarom jij het hier mee eens bent.
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag!
Stap 1: Schrijfplan invullen
Vul het schrijfplan in (staat in de studiewijzer van Somtoday).
Stap 2: Van schrijfplan naar tekst
Schrijf het betoog met behulp van jouw schrijfplan.
Hulp nodig? Volg dan de instructies vanaf de volgende slide.
Slide 16 - Tekstslide
De inleiding
Begin je tekst op de manier die jij gekozen hebt in het schrijfplan.
!! Tip: Kies voor: de aanleiding voor het schrijven. Dan kun je de situatie-beschrijving (met een aantal kleine aanpassingen) overnemen.
Gebruik hiervoor ongeveer 4 regels.
Eindig je inleiding met de hoofdgedachte van je tekst = jouw mening.
Gebruik hiervoor ongeveer 1 regel.
Slide 17 - Tekstslide
Het middenstuk
Sla na de inleiding een regel over. Begin aan het middenstuk: noteer de deelonderwerpen uit je schrijfplan onder elkaar. Dit zijn je tussenkopjes.
Sla tussen ieder tussenkopje een regel over. Noteer onder ieder tussenkopje de kernzin die daarbij hoort. Dit zijn je argumenten.
Licht je argumenten toe met een voorbeeld, vergelijking of uitleg.
Slide 18 - Tekstslide
Het middenstuk
Iedere alinea heeft 5 regels:
1 voor je kernzin = argument
4 voor je toelichting (= een voorbeeld, een vergelijking, een uitleg)
Slide 19 - Tekstslide
Het slot
Sla na het middenstuk een regel over. Begin aan het slot: herhaal kort en in andere woorden jouw argumenten. Gebruik hiervoor ongeveer 4 regels.
Noem jouw mening nog een keer, in andere woorden. Dus ... Kortom ... Gebruik hiervoor ongeveer 1 regel.