Breuken

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je weet wat een breuk is
Je weet wat de teller en de noemer zijn
Je kan breuken gelijkwaardig maken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

53

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

53

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teller (1): Dit geeft aan dat we één deel hebben.
Noemer (2): Dit geeft aan dat het geheel in twee gelijke delen is verdeeld.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het getal 4 is de ... van de breuk.
54
A
Teller
B
Noemer

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het getal 4 is de ... van de breuk.
43
A
Teller
B
Noemer

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het getal 2 is de ... van de breuk.
21
A
Teller
B
Noemer

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het getal 15 is de ... van de breuk.
157
A
Teller
B
Noemer

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

21en84

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijkwaardige breuken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijkwaardige breuken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijkwaardig

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijk waardig

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijk waardig

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijkwaardige breuken: breuken die even groot zijn, maar op een andere manier zijn opgeschreven.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke breuken zijn Gelijkwaardig?
1/2
1/3
1/4
2/6
2/8
2/4
12/24
6/18
15/45
10/20
5/10
6/24
8/32
9/36
9/27

Slide 20 - Sleepvraag

Laat de leerlingen alle breuken naar het juiste vak slepen. De leerlingen kunnen dit allemaal voor zichzelf doen. Na afloop kun je de antwoorden bekijken en zien waar de moeilijkheden zitten.
Werken in het boek
Startopdracht -> 6.1 -> 6.2

Tot 09:40 uur

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alleen de teller wordt bij elkaar opgeteld.
52+51=53
De noemers zijn gelijk, namelijk 5. 
Hier verandert niks aan.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

42+41=
63+62=
2012+204=
82+82=
43
65
2016
84
83
4016
164
125
123

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

108102=
2015209=
129122=
1614166=
106
206
127
168
107
164
6
7
8

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip: 
Meestal deel je teller en noemer door 2, 3, 4 of 5

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudig de breuk


42

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudig de breuk


124

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudig de breuk


153

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudig de breuk


129

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

61+21=
61+21
61+63=
61+21
x 3 = 6
x 3 = 3

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de breuk gelijknamig
61+31
A
61+92
B
61+61
C
61+62
D
61+91

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de breuk gelijknamig
42+81
A
84+81
B
83+81
C
42+41
D
42+42

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de breuk gelijknamig
101+54
A
55+54
B
101+104
C
51+54
D
101+108

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de breuk gelijknamig
42+21
A
42+42
B
21+22
C
42+41
D
21+41

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke afbeelding past bij de breuk?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel is hier ingekleurd?
Welke afbeelding past bij de breuk?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan jou wordt gevraagd om de breuk te vereenvoudigen?
Wat moet je bij zo'n vraag doen?
A
De noemers van de breuk moeten gelijk gemaakt worden.
B
De breuk moet zo klein mogelijk gemaakt worden.
C
De breuk moet van elkaar afgetrokken worden.
D
De breuk moet bij elkaar opgeteld worden.

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de noemer van een breuk?
A
Het bovenste getal van een breuk.
B
Het antwoord in een som.
C
Het onderste getal van een breuk.
D
De kleinste breuk.

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


155+157=
A
1512
B
3012
C
1511
D
3011

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


155+157=
A
1512
B
3012
C
1511
D
3011

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


21+41=
A
62
B
63
C
42
D
43

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan jou wordt gevraagd om de breuk gelijknamig te maken.
Wat moet je doen bij zo'n vraag?
A
De noemers van de breuk moeten gelijk gemaakt worden.
B
De breuk moet zo klein mogelijk gemaakt worden.
C
De breuk moet van elkaar afgetrokken worden.
D
De breuk moet bij elkaar opgeteld worden.

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies