Jij als dienstverlener BEROEPSHOUDING

Beroepshouding
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beroepshouding

Slide 1 - Tekstslide

Aan de kant!!!
Jaap loopt stage bij de facilitaire dienst van een groot vergadercentrum. Hij krijgt de opdracht om de gang te dweilen.

‘Aan de kant,’ zegt Jaap nogal onvriendelijk tegen een groepje bezoekers. ‘Nou, nou, dat kun je toch ook wel anders vragen?’, reageert een van hen. Jaap kijkt boos ‘Als jullie blijven staan kan ik echt niet schoonmaken’.
Carla die bij de receptie zit, ziet en hoort wat er gebeurt en loopt naar hem toe. Ze zegt ‘Jaap, je kunt niet op zo’n toon tegen de mensen praten. Jij hoort bij onze organisatie. Straks willen de mensen niet meer bij ons komen vergaderen.’
Jaap schrikt ervan, hij dacht dat hij het juist goed gedaan had.


Slide 2 - Tekstslide

Inleiding
In de dienstverlening heb je bepaalde vaardigheden nodig. Jaap uit het voorbeeld moet bijvoorbeeld schoonmaken. Het is niet genoeg als je die vaardigheden goed kunt uitvoeren. Ook je houding bij het uitvoeren van die vaardigheden is belangrijk. Jaap doet zijn werk misschien perfect. Maar als hij vaak onvriendelijk is, moet hij iets aan zijn houding doen. Dat heet je beroepshouding.

Slide 3 - Tekstslide

Een goede beroepshouding
Onder je beroepshouding verstaan we de houding die je als dienstverlener moet hebben om je vak goed uit te oefenen. Beroepen waarin je met mensen werkt, vragen een andere houding dan beroepen waarin je (bijna) niet met mensen te maken hebt. Het is daarom belangrijk dat je goed nadenkt over jouw beroepshouding.

De beroepshouding van een dienstverlener begint bij klantgerichtheid. Want je doet het werk tenslotte voor je klanten. Maar een goede beroepshouding bestaat uit meer onderdelen

Slide 4 - Tekstslide

Klantgerichtheid
Zowel voor helpenden zorg en welzijn, als voor medewerkers facilitaire dienstverlening als voor medewerkers sport en recreatie is klantgerichtheid erg belangrijk. De klant heeft recht op goede en vriendelijke hulp. Dat betekent dat de ondersteuning die jij geeft aansluit bij de wensen en behoeften van de klant. Dan ben je klantgericht bezig. Vergeet ook niet dat jij het visitekaartje van de organisatie bent.

Slide 5 - Tekstslide

Zelf initiatief nemen
Als jij in actie komt als ergens een probleem dreigt, handel je pro-actief. Je doet dingen zonder dat iemand je daar opdracht toe geeft. Je grijpt in op zo’n manier dat de klant niet merkt dat er iets is misgegaan. Of op een manier dat de klant ziet dat er snel aan een oplossing wordt gewerkt.

Slide 6 - Tekstslide

Betrokken zijn
Eén van de onderdelen van een juiste beroepshouding is betrokkenheid. Je bent betrokken als je je graag inzet voor het welzijn van andere mensen. Als klanten een probleem hebben, dan wil jij ze graag helpen. Vooral bij zorg en welzijn is het gevaar van betrokkenheid dat je te dicht bij de cliënt komt te staan. Daarom is het daar belangrijk om de nodige professionele afstand te bewaren tussen jou en je cliënten.

Slide 7 - Tekstslide

Je inleven in anderen
In elk beroep in de dienstverlening is het belangrijk dat je je kunt inleven in de ander. Inlevingsvermogen heet ook wel empathie. In je werk krijg je vaak te maken met mensen die een andere achtergrond hebben dan jij. Dat kunnen mensen zijn met een ander geloof, mensen die van oorsprong uit een ander land komen, mensen met andere gewoonten en gebruiken enzovoort. Dat noem je diversiteit.

Je kunt je werk alleen maar goed doen als je open staat voor anderen. Je kunt ook zeggen dat je gevoelig moet zijn voor diversiteit.

Slide 8 - Tekstslide

Assertief zijn
Assertief zijn wil zeggen dat je niet over je heen laat lopen. Je komt op voor jezelf. Je houdt zowel rekening met de gevoelens van de klant als met je eigen positie en verantwoordelijkheden en gevoelens. Je bewaakt je eigen grenzen. Je weet wat jouw taken en verantwoordelijkheden zijn. Als er iets van je gevraagd wordt dat niet bij je taken hoort, dan zeg je nee en denk je mee over een oplossing.

Slide 9 - Tekstslide

Representatief
Representatief zijn betekent dat je de organisatie waar je voor werkt op een goede manier vertegenwoordigt. Je gedraagt je volgens de normen en waarden die bij die organisatie horen. Je houdt je bijvoorbeeld aan je afspraken en je gaat op een plezierige manier met anderen om. Je ziet er verzorgd uit. Vaak is er een kledingvoorschrift waarin precies staat wat je wel en niet mag dragen. Kortom, je laat een goede indruk achter bij de klant.

Slide 10 - Tekstslide

Integer
Integer zijn, wil zeggen dat je verantwoord en naar eer en geweten handelt. Je gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie die jij over klanten en collega’s weet. Mensen moeten zich bij jou veilig kunnen voelen.

Slide 11 - Tekstslide