OK Beroepshouding

• Ontwikkelingsfasen
• MBO
• Studiejaar 1

Omgangskunde les 4

Beroepshouding =

De houding die je als dienstverlener moet hebben om je vak goed uit te oefenen, namelijk werken met mensen

Wat is belangrijk in jouw houding
als je met mensen werkt?

Onderdelen goede beroepshouding

• Klantgericht zijn
• Initiatief nemen
• Betrokken zijn
• Je inleven in anderen
• Opkomen voor jezelf
• Assertief zijn
• Representatief zijn
• Integer handelen

Klantgerichtheid

• Klant heeft recht op goede en vriendelijke hulp
• Aansluiten bij de wensen en behoeften van de klant
• Je bent het visitekaartje van de organisatie
• Gastheer/gastvrouw zijn
• Bijvoorbeeld: goede sfeer neerzetten bij verzorgen van de maaltijd

Zelf initiatief nemen

• In actie komen als er ergens een probleem dreigt =
  pro-actief handelen
• Dingen doen zonder dat iemand jou daar opdracht toe geeft
• Ingrijpen zonder dat de klant merkt dat er iets is misgegaan
• Bijvoorbeeld: seintje geven aan facilitaire dienst dat er een lamp vervangen moet worden

Betrokkenheid

• Je zet je graag in voor het welzijn van andere mensen
• Je helpt graag klanten als ze een probleem hebben
• Let op: niet té betrokken (te dicht bij de cliënt staan)
• Professionele afstand bewaren tussen jou en je cliënten
• Voorbeeld: Oudere dame helpen zodat ze kan skypen met zoon in Australië

Je inleven in anderen

• Inlevingsvermogen = empathie
• Je kunnen inleven in mensen met een andere achtergrond, ander geboorteland, andere gewoonten, ander geloof = diversiteit
• Open staan voor anderen (gevoelig zijn voor diversiteit)
• Voorbeeld: Rekening houden met voorkeuren bij het eten

Assertief zijn

• Niet over je heen laten lopen
• Voor jezelf opkomen
• Rekening houden met de gevoelens van de klant en je eigen positie, verantwoordelijkheden en gevoelens
• Eigen grenzen bewaken
• Weten wat jouw taken zijn 
• Nee kunnen zeggen
• Denken in oplossingen

Representatief

• De organisatie waarvoor je werkt op een goede manier vertegenwoordigen
• Gedragen volgens de normen en waarden van de organisatie
• Je houdt je aan de afspraken
• Je gaat op plezierige manier met anderen om
• Er verzorgd uit zien (kledingsvoorschrift)
• Goede indruk achter laten

Integer

• Naar eer en geweten handelen
• Zorgvuldig omgaan met vertrouwelijke informatie over klanten en collega's
• Mensen voelen zich veilig bij jou
• Voorbeeld: niet iets doorvertellen als iemand jou iets in vertrouwen heeft verteld

Opdrachten maken

1a, b, c

2a, b