15 feb: les 45 en 52

Welkom klas!

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas!

Slide 1 - Tekstslide

Op tafel:
- laptop en log in op LessonUp
- map
- pen
Welkom klas
timer
3:30
Telefoon in het zakkie.
Jas uit en over je stoel.

Slide 2 - Tekstslide

Op tafel:
- laptop en log in op LessonUp
- map
- pen
Welkom klas
timer
2:30
Telefoon in het zakkie.
Jas uit en over je stoel.

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken in de klas

Rust & respect:
- Spullen mee.
- Zitten volgens plattegrond.
- Naar elkaar luisteren.


UIT? Werk in aula aan NUMO. 
- Meld je 5 minuten voor einde les bij docent.

Slide 4 - Tekstslide

Spullen voor les Nederlands
Je komt binnen in de les. Kijk naar het bord en leg op tafel wat op het bord staat:
a. Opgeladen Chromebook ( + oplader)
b. Map + etui met pennen.
c. Boeken: KERN, jeugdboek.
d. Telefoon in je ZAKKIE

• Eerste overtreding: UIT + melden bij balie. 
 De smartphone wordt ingenomen voor de rest van de dag. Ophalen kan na de laatste les van de leerling. 




Slide 5 - Tekstslide

Vandaag donderdag 15 februari: 
Mededeling
Huiswerk nakijken les 44
Les 45 en 52 bespreken

Slide 6 - Tekstslide

Mededeling
Lees verder in je leesboek. 
Volg je leesplanning. 
Na de vakantie bespreken we de boekopdracht (die kun je al vinden via Magister, ELO).

Onze eerst volgende les is donderdag 29 februari. 

Slide 7 - Tekstslide

Zet een krul of verbeter je antwoorden
Les 44

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen les 45 en 52

Je leert hoe je een moeilijke zin makkelijker kunt maken.
Je leert hoe je goede zinnen schrijft. 
 






Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Ik vond dit tekstje over de pinguïnsoort:
Makkelijk te begrijpen.
Moeilijk. Ik snap niet wat er staat.

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Tekstslide

Eigenlijk 2 zinnen!

Slide 13 - Tekstslide

Aantekeningen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Waar voldoet een goede zin aan?

Slide 17 - Woordweb

Wat zijn wel goede zinnen?
  • Begin de zin met een hoofdletter en sluit af met een punt, vraagteken of uitroepteken.
  • Gebruik minstens één werkwoord (persoonsvorm).
  • Gebruik ongeveer 7-10 woorden per zin.
  • Schrijf je zin in alledaags taalgebruik zonder moeilijke of anderstalige woorden.
  • Gebruik schrijftaal, dus geen chattaal of spreektaal.
  • Test je zin door hem hardop uit te spreken. Als je struikelt, is hij niet goed. 

Slide 18 - Tekstslide

1. Herschrijf deze moeilijke zin:

Kjeld Nuis, die vorig weekend nog twee wereldrecords reed, zat zondagavond op de tribune bij de schaatswedstrijd.

Slide 19 - Open vraag

Antwoord
Kjeld Nuis, die vorig weekend nog twee wereldrecords reed, zat zondagavond op de tribune bij de schaatswedstrijd.

Tip: laat de informatie tussen haakjes of komma's weg. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat maakt volgens jou een zin het moeilijkste?
Moeilijke woorden
Te veel bijvoeglijke naamwoorden.
Te lang.

Slide 21 - Poll

Herschrijf de moeilijke zin, zonder bijvoeglijke naamwoorden:

Tijdens de lange en vermoeiende Diataaltoets kwam heel erg veel begrijpend lezen aan bod.

Slide 22 - Open vraag

Antwoord
Tijdens de lange en vermoeiende Diataaltoets kwam heel erg veel begrijpend lezen aan bod. 

=> Tip: bijvoeglijke naamwoorden kun je vaak weglaten.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe ga jij moeilijke zinnen herschrijven?

Slide 24 - Woordweb

Maak de opdrachten. Schrijf de antwoorden in je schrift. 

Slide 25 - Tekstslide