4.4 De verfijnde opslagmethode

4.4 De verfijnde opslagmethode
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.4 De verfijnde opslagmethode

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Herhaling vorige week
- Leerdoelen
- Nieuwe lesstof
- Aan de slag
- Quiz + afsluiting
- Mededeling management

Slide 2 - Tekstslide

De eenvoudige of primitieve methode
Kevin heeft een winkel in Arnhem. Zijn indirecte kosten bedragen € 25.000,-. De IWO bedraagt    € 50.000,-.
Bereken het opslagpercentage van de indirecte kosten.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het eind van de les weten de studenten waarom deze opslagmethode wordt gebruikt.
- De student kan aan het einde van de les de consumentenprijs berekenen .

Slide 4 - Tekstslide

Waarom deze opslagmethode?
Bij de primitieve opslagmethode werk je met één opslagpercentage voor al je indirecte kosten. Deze methode is erg onnauwkeurig, je verhoogt immers al je artikelen met hetzelfde opslagpercentage. Hierdoor is het mogelijk dat sommige artikelen te duur worden en de concurrent goedkoper is. (1/2)

Slide 5 - Tekstslide

Waarom deze opslagmethode?
Om dit te voorkomen kun je gebruikmaken van de verfijnde opslagmethode. Bij deze methode reken je met behulp van minimaal twee opslagpercentages de indirecte kosten aan producten toe.

Slide 6 - Tekstslide

Splitsen van de indirecte kosten
De indirecte kosten splits je eerst in verschillende groepen.
Een veel gebruikte splitsing van de indirecte kosten is de volgende:
• indirecte huisvestingskosten
• indirecte loonkosten
• overige indirecte kosten.

Slide 7 - Tekstslide

Oefensom

Slide 8 - Tekstslide

Uitwerking rekenvoorbeeld
A.  HVK: 10.000/500.000 x 100 = 2%

B. Loon: 30.000/100.000 x 100 = 30%

C. Indir. kosten: 25.000/600.000 x 100 = 4,2% 

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Opdrachten hoofdstuk 4.4
opdracht 22, 23, 24 en 25

Slide 10 - Tekstslide

Afsluitende quiz

Slide 11 - Tekstslide

Hebben wij er een beetje zin in?
A
Ja
B
Nee maar stiekem toch Ja

Slide 12 - Quizvraag

De primitieve opslagmethode is nauwkeuriger dan de verfijnde opslagmethode.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Waaruit bestaat de kostprijs? (paragraaf 4.2)

Slide 14 - Open vraag

Geef 1 voorbeeld van directe kosten!

Slide 15 - Open vraag

geef 1 voorbeeld van indirecte kosten!

Slide 16 - Open vraag

Wat vinden jullie goed aan de lessen tot nu toe?

Slide 17 - Open vraag

Wat zou je anders willen zien?

Slide 18 - Open vraag

Management 
- Beoordelingsgesprek
- Derde periode volgend schooljaar
- Opdrachten tijdens stage in periode 1 en 2

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide