Hoofd- en bijzinnen - h3a

Hoofd- en bijzinnen - h3a


Doel:
*Je kunt een hoofd- en bijzin onderscheiden.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofd- en bijzinnen - h3a


Doel:
*Je kunt een hoofd- en bijzin onderscheiden.

Slide 1 - Tekstslide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen


Zinnen met één persoonsvorm noem je enkelvoudige zinnen.
Zinnen met meerdere persoonsvormen heten samengestelde zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdzin vs. bijzin

Het belangrijkste deel van een samengestelde zin heet de hoofdzin. Dit deel kun je niet zomaar weglaten.
Het andere deel heet de bijzin. Als je de bijzin weglaat, houd je een complete zin over.

Slide 3 - Tekstslide


HOOFDZIN
de pv is het eerste of tweede zinsdeel


Bo zoekt haar paraplu,
pv                       

BIJZIN
de pv staat meestal wat verder naar achteren


omdat het hard regent.
                                 pv

Slide 4 - Tekstslide

Hij zei dat hij meer
dan drie uur getennist had.

Dit is een ...
A
enkelvoudige zin.
B
samengestelde zin.

Slide 5 - Quizvraag

Het verstand komt met de jaren.

Dit is een ...
A
enkelvoudige zin.
B
samengestelde zin.

Slide 6 - Quizvraag

Heb jij weleens een pepermunt in een fles cola gedaan?

Dit is een ...
A
samengestelde zin.
B
enkelvoudige zin.

Slide 7 - Quizvraag

Als je dat liever niet doet, hoor ik het wel.

Dit is een ...
A
enkelvoudige zin.
B
samengestelde zin.

Slide 8 - Quizvraag

HOOFDZIN

- Belangrijkste zin

- Persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar

- Je kunt er niks tussen zetten

Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt, omdat ik aan het Netflixen was. 
pv = heb, ond = ik

Ik niet heb mijn huiswerk niet gemaakt --> KAN NIET
Dus -> Hoofdzin 

Slide 9 - Tekstslide

BIJZIN

- Kun je vervangen door één woord of helemaal weglaten.

- Persoonsvorm en onderwerp staan niet naast elkaar óf je kunt er iets tussen zetten. 
Omdat ik aan het Netflixen was, heb ik mijn huiswerk niet gemaakt.
pv = was, ond = ik

Persoonsvorm en onderwerp staan niet naast elkaar, dus bijzin.

Slide 10 - Tekstslide

Tim pakt limonade, omdat hij dorst heeft.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
enkelvoudige zin

Slide 11 - Quizvraag

Terwijl moeder het beslag maakt, zet Evi de oven aan.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
enkelvoudige zin

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb buikpijn, maar ik ga toch naar school.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
enkelvoudige zin

Slide 13 - Quizvraag

De oude man zit op de kruk, omdat hij moe is.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
enkelvoudige zin

Slide 14 - Quizvraag

Stijn draagt de tas en James loopt met de hond.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
enkelvoudige zin

Slide 15 - Quizvraag

Omdat mijn vader chagrijnig is, mogen wij niet uit vanavond.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
enkelvoudige zin

Slide 16 - Quizvraag


Doel:
*Je kunt een hoofd- en bijzin onderscheiden.

Slide 17 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
Je maakt in de online leeromgeving van grammatica blok 1 opdr. 5 en 6 en van grammatica blok 2 opdr. 2.

Magister > Leermiddelen > Op niveau, 3 havo > Blok 1 > Grammatica > 1.4
Magister > Leermiddelen > Op niveau, 3 havo > Blok 2 >
Grammatica > 2.5

Slide 18 - Tekstslide