Nova 8.1 Geluid maken en horen

H7.1 Geluid maken en horen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H7.1 Geluid maken en horen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidsbronnen
Een voorwerp dat geluid maakt, noem je een geluidsbron. Veel geluidsbronnen zijn door mensen gemaakt, bijvoorbeeld muziekinstrumenten, machines, motoren en luidsprekers (figuur 1).

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trillingen
Geluid ontstaat als een geluidsbron trillingen veroorzaakt. 
• Bij je stem zijn het de stembanden die trillen. 
• Bij een luidspreker is het de conus die trilt. 
• Bij een gitaar zijn het de snaren die trillen.

Die trilling hoor je als geluid, doordat de trilling zich vanaf de geluidsbron naar je oren verplaatst. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van de geluidsbron naar je oren 
De conus van de luidspreker trilt/beweegt snel heen en weer. 
  • conus naar buiten -> lucht wordt samengeperst, moleculen dichter op elkaar, hogere luchtdruk. 
  • conus naar binnen-> lucht wordt iets ‘verdund’, moleculen meer ruimte, luchtdruk daalt

Doordat de moleculen met elkaar botsen geven ze de beweging aan elkaar door.
In dit figuur is getekend hoe het geluid van een luidspreker zich verspreidt.

Slide 4 - Tekstslide

Als de conus naar buiten gaat, wordt de lucht rond de conus een klein beetje samengeperst. Als de conus naar binnen gaat, wordt de lucht iets ‘verdund’. Daardoor verandert de luchtdruk steeds een klein beetje en gaat de lucht in alle richtingen trillen.

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

De tussenstof 
Je kunt een geluid alleen horen als er een tussenstof is: een stof waardoor de trillingen zich kunnen verplaatsen van de geluidsbron naar je oren. 
  • Lucht
  • Vaste stoffen (metalen, botten schedel) 
  • Vloeistoffen
 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De geluidssnelheid
Geluid heeft tijd nodig om zich door een stof te verplaatsen. 
 
De snelheid is afhankelijk van de soort stof.
De geluidssnelheid in lucht is ongeveer 
340 meter per seconde (≈ 1225 km/h).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidssnelheid in andere stoffen
Geluid verplaatst zich in lucht met een snelheid van ongeveer 340 m/s. 

In andere stoffen is de geluidssnelheid vaak veel groter. 

Geluid beweegt bijvoorbeeld wel 4,5 keer zo snel in water als in lucht. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
Geluidssnelheid

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
Uitwerking opdracht 1

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
v = 1510 m/s

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
Uitwerking opdracht 2
Het antwoord moet je door 2 delen, want je hebt nu heen en terug uitgerekend. De diepte van de zee is een enkele reis.
2

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluid horen
Als geluidstrillingen het oor bereiken, gaat het trommelvlies ook trillen. 
• Het trommelvlies beweegt naar buiten als de luchtdruk bij A lager wordt. 
• Het trommelvlies beweegt naar binnen als de luchtdruk bij A hoger wordt.

Zintuigcellen nemen deze beweging waar en geven dat door aan de hersenen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strottenhoofd met stembanden
  • Stembanden zijn stevige vliezen.
  • Bij ademhaling staan stembanden open, als je spreekt zijn ze gesloten -> lucht door de stemspleet -> stembanden gaan dan trillen


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan je geluid ook zien?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies