Pincode 1.3 en 1.4 mavo 3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

1.3  Economie mavo 3

Soorten inkomens & uitgaven

Reserveren (sparen)

Rekenen van week <--> maand

Soorten inkomens 

Soorten uitgaven

Dagelijkse uitgaven

Vaste lasten

Incidentele uitgaven 

Je betaalt elke maand je telefoonabonnement. Dit is een voorbeeld van:

1. Vaste lasten
2. Dagelijkse uitgaven
3. Incidentele uitgaven

Je haalt boodschappen bij de jumbo. Dit is een voorbeeld van

1. Vaste lasten
2. Dagelijkste uitgaven
3. Incidentele uitgaven

Je koopt een nieuw bankstel omdat de oude is versleten. Dit is een voorbeeld van:

1. Vaste lasten
2. Dagelijkste uitgaven
3. Incidentele uitgaven

Joep verdient 50 euro per week. Hoeveel is dat per maand?

1. 200
2. 216,67

Annie verdient €600 per maand. Hoeveel is dat per week?

1. 138,46
2. 150
3. 2400

Je wilt een iphone van €750 kopen. Je reserveert (spaart) €80 per maand. Hoeveel maanden ben je aan het sparen?

1. 8
2. 9
3. 10
4. 11

Introductie 1.4

Inflatie 

Deflatie

Koopkracht

Indexcijfers

Inflatie / Deflatie

Koopkracht

Veranderingen van prijzen en inkomen hebben gevolgen voor je koopkracht. De koopkracht geeft aan hoeveel goederen en diensten je kunt kopen. 

Indexcijfers

Een stijging van de gemiddelde prijs van goederen en diensten noemen we:

1. Deflatie
2. Koopkracht
3. Inflatie
4. Indexcijfers

Wat gebeurt er met de koopkracht in situatie B?

1. Stijgt met 1%
2. Daalt met 1%
3. Stijgt met 9%
4. Daalt met 9%

Met hoeveel % zijn de prijzen gestegen tussen 2015 en 2020?

1. 7%
2. 8%
3. - 7%
4. - 8%

2e deel les

Maken en nakijken t/m 1.4

Keuze maken tussen: Herhaling, Plus opdrachten of Rekenen.

Of: 

D-toets en/of Oefentoets maken in digitale methode

Reminder:
Toets gaat over alle onderdelen van H1