4M 13.1 Bloed

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht

Maak de opdrachten Voorkennis op blz. 96
  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Je jas hang je over je stoel
  4. Pak je boek, schrift + pen
  5. Maak de startopdracht alleen en in stilte. 

timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht antwoorden

Maak de opdrachten Voorkennis op blz. 96

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Start thema 13 Transport en afweer
  • Leerdoelen
  • Video Waaruit bestaat bloed? --> 1 minuut
  • Uitleg basisstof 1 --> bloed
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De bloedsomloop
13.1 Bloed
13.2 De bloedsomloop en de bloedvaten
13.3 Het hart
13.4 Hart- en vaatziekten
13.5 Weefselvloeistof en lymfe
13.6 Afweer
13.7 Transplantaties en bloedtransfusies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 13.1
  • Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat bloed?
  • Bloedplasma (55%)
  • Bloedcellen (45%)
     - Rode bloedcellen
     - Witte bloedcellen

  • Bloedplaatjes

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamcellen uit het rode beenmerg 
worden:
  • Rode bloedcellen
  • -Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transport via bloedplasma
  • Bloedplasma: 91% water, 7% plasma-eiwitten (zoals fibrinogeen).
  • Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam.
  • De stoffen zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee.
  • Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen (zouten), hormonen, antistoffen en afvalstoffen. 

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld afvalstof: koolstofdioxide
Rode bloedcellen
  • Vervoeren zuurstof door je lichaam (vanuit de longen)
  • Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
  • Hemoglobine is een ijzerhoudend rood eiwit in de rode bloedcellen --> bloedkleur.
  • Tekort aan ijzerzouten = bloedarmoede
Rode bloedcellen hebben geen celkern

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode bloedcellen
  • Rode bloedcellen hebben geen celkern
  • Leven ongeveer 4 maanden
  • Afgebroken in de milt, de lever en het rode beenmerg
  • IJzer wordt hergebruikt voor aanmaak hemoglobine

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen
  • Celkern
  • Kunnen van vorm veranderen.
  • Kunnen door de bloedvatwand heen.
  • Bestrijden ziekteverwekkers (bacteriën, virussen, schimmels) door ze op te nemen. 
Verschillende typen witte bloedcellen. 
Er zijn witte bloedcellen die:
  • Celresten opruimen 
  • Antistoffen maken
  • Ziekteverwekkers opnemen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen

Bij het bestrijden van b.v. bacteriën gaat de witte bloedcel meestal ook door.

Pus (etter) bestaat uit:
  • Dode witte bloedcellen
  • Dode bacteriën
  • Levende bacteriën

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leukemie
Kanker in beenmerg waardoor grote hoeveelheden onrijpe witte bloedcellen ontstaan.

Er worden minder rode bloedcellen en bloedplaatjes gevormd.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplaatjes
  • Stofjes in bloedplaatjes zorgen dat het stollingseiwit fibrinogeen (dat zit in het bloedplasma) wordt omgezet in fibrine
  • In de fibrinedraden blijven rode bloedcellen hangen.
  • Dit heet bloedstolling
Bloedplaatjes zijn geen cellen, maar delen van cellen. Ze hebben dus ook geen celkern

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedstolling

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedstolling

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trombose
  • Bloed stolt binnen een bloedvat terwijl het niet beschadigd is --> bloedprop. 
  • Kan een bloedvat afsluiten.
  • Kan lost komen en meer schade veroorzaken.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Lezen: 13.1
Maken opdracht 1 t/m 3 en
5 t/m 8





Herhalen en/of extra oefenen

Playlist uitlegvideo's


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 13.1
  • Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

witte
bloedcel
rode
bloedcel
bloed-plaatje

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rode bloed cellen
Witte bloed cellen
Bloed plaatjes
Bloed plasma
Een vloeistof benodigd voor transport van andere stoffen
opname van zuurstof  om af te geven aan andere organen
Het doden van ziekte verwekkers
Delen van uiteengevallen cellen, nodig voor stolling

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies