2. Verdeel de zin in zinsdelen - streepje voor en achter de pv
- alles voor de pv is een zinsdeel
- ga op zoek naar andere werkwoorden -
streepje ervoor en erachter.
Let op: aan het en te voor het hele werkwoord
en scheidbare werkwoorden.
- zet de woorden die je overhoudt voor de pv
(zoveel mogelijk woorden)