Hitler

Hitler
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Hitler

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kan je meer vertellen over:
-de leider van Duitsland tijdens de tweede wereldoorlog.
-over de partij NSDAP.
-over de partij NSB.
-de kristalnacht.
-de nazi's.
-over onderduiken.
-concentratiekampen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren Hitlers motieven?
Hitler wilde van Duitsland weer een groot en sterk land maken en de vernedering van de Eerste Wereldoorlog doen vergeten. Hoe wilde hij dit doen?
  • één groot rijk creëren (andere landen invallen)
  • een groot sterk leger (militarisme)
  • Lebensraum, leefruimte voor het Duitse volk (richting Oost-Europa)
  • het Duitse 'ras' versterken, door alles wat het zwakker maakt te laten verdwijnen 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kwam Hitler aan de macht?
A
Hij pleegde een staatsgreep
B
Hij erfde het Duitse Keizerrijk van zijn vader
C
Hij pleegde fraude bij de verkiezingen
D
Hij werd democratisch gekozen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De partij van Hitler was de NSDAP, waar staan de letters voor?
A
Nooit Slapen Dus Altijd Paraat
B
Neo Socialistische Duitse Arbeiders Partij
C
Nieuwe Sociale Duitse Arbeiders Partij
D
Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er met tegenstanders van de Nazi’s in de eerste jaren van het bewind van Hitler?

A
Die werden gevangen gezet
B
Die werden massaal vermoord
C
Die werden toen nog met rust gelaten
D
Die werden toegejuicht, Hitler hield wel van tegenstand

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er in de Kristalnacht?
A
Poolse tempels en winkels werden gesloopt
B
Duisters vielen andere Duitsers aan
C
Joodse tempels en winkels werden gesloopt
D
Politieke tegenstanders werden vermoord

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werd het de Kristalnacht genoemd?
A
Door al het glas van kapotte winkelruiten
B
De nacht was kristalhelder
C
De maan was die nacht heel helder
D
Doordat ze mensen sloegen met kristallen bollen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de NSB?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

NSB
Wat betekent de afkorting NSB?
A
Nederlandse Sociale Bank
B
Nationaal Socialistische Beweging
C
Nooit Samen Breken
D
Nationaal Socialistisch Beroep

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke handelingen waren onderdeel van het verzet? Er zijn twee antwoorden goed.
A
Paspoorten vervalsen.
B
Onderduikers verraden.
C
Lid worden van de NSB.
D
Het lezen van verzetskranten.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De joden werden gediscrimineerd, welke discriminatie manier gebruikten de Duitsers NIET?
A
De joden moesten een gele ster dragen.
B
De joden mochten openbare plekken niet meer in.
C
De joden moesten in een aparte wijk wonen.
D
De joden moesten verplicht onderduiken.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De jaren dat Duitsland de baas was noemen we "de bezetting".
wat deden de meeste Nederlanders tijdens de bezetting?
A
Onderduiken.
B
Ze zaten in het verzet.
C
De Duitsers helpen.
D
Ze gingen zoveel mogelijk hun gang.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN voorbeeld van verzet?
A
Illegale krantjes verspreidenDe Duitsers saboteren en aanslagen plegenJe verstoppen voor de Duitsers.Onderduikers in huis nemen.
B
Onderduikers in huis nemen.
C
De Duitsers saboteren en aanslagen plegen
D
Je verstoppen voor de Duitsers.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie al
over onderduiken?

Slide 18 - Woordweb

Op deze dia vraag je aan de leerlingen wat ze al weten over het onderwerp. Dit doe je door de vraag: 'Wat weten jullie al over onderduiken?'

De kinderen beantwoorden deze vraag via de iPad of laptop. Zo kun je meteen in één keer zien wat de leerlingen al over het onderwerp onderduiken weten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er mensen die zich verstopten voor de nazi’s omdat ze niet veilig waren. Onderduiken heet dat. Dit kon op verschillende manieren, bijvoorbeeld op het platteland, in schuurtjes of zolderkamers. Het Achterhuis in Amsterdam is de bekendste onderduikplaats in Nederland. Hier zat Anne Frank ondergedoken, samen met haar familie en vier anderen.   

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen worden zonder vorm van proces opgesloten in gevangenissen en concentratiekampen. Vooral voor de Nederlandse Joden wordt het leven steeds moeilijker door het groeiende aantal anti-Joodse maatregelen. 
Vanaf 1942 deporteert de Duitse bezetter meer dan honderdduizend Joodse mannen, vrouwen en kinderen vanuit Nederland in goederentreinen naar concentratiekampen. De overgrote meerderheid wordt vermoord. Onder het schrikbewind van de nazi’s worden naar schatting in totaal zes miljoen Joden en honderdduizenden Sinti en Roma, gehandicapten, homoseksuelen en Jehova’s getuigen omgebracht.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een concentratiekamp?
A
een gevangenis
B
een plek waar tijdens oorlogen burgergevangenen worden opgesloten en vermoord
C
een plek waar tijdens oorlogen mensen schuilden voor de vijand
D
een plek waar tijdens oorlogen soldaten worden opgesloten

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Holocaust
Het woord holocaust betekent ‘brandoffer’ en is afgeleid van het Oudgriekse holokauston, dat ‘geheel verbrand’ betekent. Voor de Tweede Wereldoorlog gebruiken mensen het woord om massamoorden in het algemeen mee te beschrijven. Tegenwoordig bedoelen we met Holocaust de moord op 
zes miljoen Joden door het naziregime. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Holocaust?
A
Joden vluchtten massaal uit Duitsland
B
Alle Joden moesten een gele ster dragen
C
de massamoord op de Joden
D
de getto, waar alle joden gedwongen moesten wonen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les:

Gaan we verder met het 'onderduiken'. 
En dan vooral met het 'kind in de oorlog'.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies