Geschiedenis/taal - Les 1 - Woordenschat

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je woorden die met de holocaust te maken hebben, benoemen en uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 3 - Tekstslide

Holocaust
Vervolging van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s, waarbij 6 miljoen Joden om het leven kwamen.

Slide 4 - Tekstslide

Vervolgen
Als iemand wordt opgepakt en gestraft omdat hij of zij een misdrijf heeft begaan.

Slide 5 - Tekstslide

NSDAP
Oftewel de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij. De politieke partij waar Adolf Hitler de baas was.

Slide 6 - Tekstslide

Nazi
Leden van de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP), de partij van Adolf Hitler.

Slide 7 - Tekstslide

Discriminatie
Als er onterecht verschil wordt gemaakt in de behandeling van mensen. De een mag bijvoorbeeld meer of andere dingen dan de ander.

Slide 8 - Tekstslide

Joden
Aanhanger van het Joodse geloof, het Jodendom. Joden werden tijdens de Tweede Wereldoorlog in grote getalen vervolgd en gedood. Anne Frank is bekend Joods meisje, dat vervolgd werd door nazi's.

Slide 9 - Tekstslide

Roma en Sinti
Zigeunervolkeren die, net zoals de Joden, vervolgd werden door de nazi’s.

Slide 10 - Tekstslide

Onderduiken
Dat betekent dat je je vaak voor langere tijd verborg om niet door de politie of Duitsers te worden opgepakt.

Slide 11 - Tekstslide

Deporteren
Gedwongen wegbrengen van gevangenen (zoals Joden) naar concentratiekampen. Dit gebeurde vaak met de trein.

Slide 12 - Tekstslide

Concentratiekamp
Plekken waar joden en andere gevangen naartoe werden gebracht door de nazi’s. Er waren verschillende soorten concentratiekampen.

Slide 13 - Tekstslide

Doorvoerkamp
Een concentratiekamp van waar gevangenen kort bleven voordat ze naar een ander kamp gingen, zoals Westerbork

Slide 14 - Tekstslide

Werkkamp
Een concentratiekamp waar gevangenen aan het werk werden gezet.

Slide 15 - Tekstslide

Vernietigingskamp
Een concentratiekamp waar gevangenen bewust gedood werden, zoals Auschwitz en Sobibor.

Slide 16 - Tekstslide

Gaskamer
Ruimtes waarin gevangenen werden opgesloten en waarin ze om het leven werden gebracht met een giftig gas.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 1
Maak in tweetallen een woordweb.

In het midden zet je Holocaust. Daaromheen alle woorden die je kent die daarmee te maken hebben.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 2
Maak in tweetallen een woordparachute.

In de parachute komt het woord concentratiekamp te staan. Schrijf daaronder drie soorten concentratiekampen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 3
We gaan een korte bingo spelen.

Maak een raster met 9 hokjes. Schrijf in ieder hokje een van de woorden van de woordenlijst.

Slide 22 - Tekstslide

Woordenlijst

Holocaust
Vervolgen
NSDAP
Nazi’s
Discriminatie
Joden
Roma en Sinti



Onderduiken
Deporteren
Concentratiekamp
Doorvoerkamp
Werkkamp
Vernietigingskamp
Gaskamer


Slide 23 - Tekstslide

Welke woorden hebben we geleerd?

Slide 24 - Tekstslide