dinsdag 11 oktober 2022
1 / 44
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Link
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Link
Slide 10 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 11 - Woordweb
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Een analoge weegschaal is ... gemakkelijker af te lezen dan een digitale.
A
wel
B
niet
Slide 18 - Quizvraag
De groenteboer zegt: 'Alsjeblieft, 200 gram boontjes.'
Bij natuurkunde noem je '200 gram'
Bij natuurkunde noem je '200 gram'
A
de massa
B
het gewicht
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
1kg = 1000 g
2 kg is hoeveel g?
2 kg is hoeveel g?
Slide 21 - Open vraag
1kg = 1000 g
0,5 kg is hoeveel g?
0,5 kg is hoeveel g?
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 27 - Woordweb
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Je gaat nieuwe schoenen kopen. Noteer drie dingen waar jij op let je als je schoenen kiest.
Slide 33 - Woordweb
Slide 34 - Tekstslide
Welke uitspraak over reclames is juist? Kies het juiste antwoord.
A
Reclames vertellen over de nadelen van een product.
B
Reclames zitten vol met onbetrouwbare informatie.
C
Reclames laten de goede kanten van een product zien.
D
De Consumentenbond moet reclames goedkeuren.
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
Wat is een productentest?
Slide 37 - Open vraag
Slide 38 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 39 - Woordweb
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Link
Slide 42 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
