Massacultuur SE- training 1

Massacultuur 
SE-training 1


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunstzinnige oriëntatieBeroepsopleidingPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Massacultuur 
SE-training 1


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • je weet wat cultuurrelativisme in de massacultuur inhoudt.
  • je weet wat het verschil is tussen fusion en cross-over.
  • je ontdekt welke hiaten je nog hebt binnen de massacultuur door het beantwoorden van meerkeuzevragen. 

Slide 2 - Tekstslide

Cultuurrelativisme?
Intercultureel 
(invalshoek blz. 13 reader)
Vermenging westerse met niet-westerse kunst.
Hoe kijken (welke bril) wij naar kunst? 
Westerse kunst de maatstaf?
Kehinde Wiley, Beyoncé en veel andere kunstenaars reageren in hun kunst op de oneerlijke verdeling tussen westerse en niet-westerse kunst. De aandacht licht vooral bij westerse kunst, terwijl daarmee en groot deel van de kunstenaars en wereld wordt genegeerd.

Slide 3 - Tekstslide

Fusion en cross-over?
Intercultureel 
(invalshoek blz. 13 reader)

Cross-over is een combinatie van
verschillende muziekstijlen (later ook in dans & mode). Beide stijlen komen even sterk naar voren.
Bij fusion worden verschillende stijlen gecombineerd tot één nieuwe soort muziek of dans.
(Metal) rock, hiphop, rap (voorbeeld fusion)

Slide 4 - Tekstslide

Wie is de kunstenaar die
je hier aan het werk ziet?
A
Karel Appel
B
Christo
C
Jackson Pollock
D
Andy Warhol

Slide 5 - Quizvraag

Cobra-kunstenaars willen:
A
dat kunst alleen voor de elite blijft.
B
dat kunst voor iedereen toegankelijk moet zijn.
C
populair zijn.
D
absoluut niet populair zijn, want dan zijn ze te 'mainstream'.

Slide 6 - Quizvraag

Welke bekende Alfred
Hitchcock-film werd in
1960 uitgebracht?

A
the birds
B
psycho
C
North by Northwest
D
Vertigo

Slide 7 - Quizvraag

Hitchcock wordt de Master of Suspense genoemd. Wat wordt hieronder verstaan?
A
Meester van de verwachting
B
Meester van de spanningsopbouw
C
Meester van de ritmische filmtaal
D
Meester van de psychologie

Slide 8 - Quizvraag

Waardoor vervallen
de vaudeville theaters?
A
grote Broadway shows
B
Nickelodeon theaters
C
de komst van de stomme film
D
door de komst van de radio en televisie

Slide 9 - Quizvraag

Pop-art is
A
Een logisch vervolg op het Surrealisme
B
Een voortvloeisel van het Abstract expressionisme
C
Een reactie op het Abstract expressionisme
D
Een reactie op het Surrealisme

Slide 10 - Quizvraag

A
Andy Warhol is een belangrijke Popart kunstenaar. Waarom is dit 
werk, wat betreft voorstelling, een typisch voorbeeld van Popart?
A
Je ziet herhalingen en 'blow-up's'
B
Je ziet felle kleuren en herhalingen.
C
Het zijn voorwerpen uit de supermarkt en ze zijn kleurrijk
D
Het onderwerp van dit werk komt uit het dagelijks leven.

Slide 11 - Quizvraag

Op welke afbeelding zie je de zeefdruk techniek?
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Welke Pop-art kunstenaar maakte veel gebruik van de zeefdruk techniek?
A
Andy Warhol
B
Roy Lichtenstein
C
Claes Oldenburg
D
Allen Jones

Slide 13 - Quizvraag

Welk kenmerk hoort niet bij popart?
A
vervreemding door vergroting
B
vervreemding door herhaling
C
speels gebruik van kenmerken van de consumptiemaatschappij
D
emotie speelt een belangrijke rol

Slide 14 - Quizvraag

Van wie is dit kunstwerk?
A
Claes Oldenburg
B
Robert Rauschenberg
C
Andy Warhol
D
George Segal

Slide 15 - Quizvraag

welk van de onderstaande afbeeldingen behoort NIET tot de Pop-art?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Pop art
Abstract expressionisme
Op Art
Zet de juiste plaatjes bij de juiste stroming

Slide 17 - Sleepvraag

Er ontstonden veel jongerenculturen rond 1960, waarom?
A
Er kwam meer vrije tijd
B
Jongeren wilden meer scholing
C
Jongeren hadden weinig geld
D
Jongeren zetten zich af tegen hun ouders

Slide 18 - Quizvraag

Rock'n'Roll, Hippies en Punk zijn typische
A
Dansenstijlen
B
Muziekgenres
C
Looks
D
Jeugdculturen

Slide 19 - Quizvraag

Sleep de muziekstijl naar het juiste artiest.
Jazz
Vermenging van rock, blues en jazz.
Rock & Roll
Symfonische Rock
Queen
Charlie Parker
Elvis Parker
Jimi Hendrix

Slide 20 - Sleepvraag

Wat was het motto van de hippies
A
Make Love Not War
B
Make Peace Not Love
C
Make Peace Not War
D
Make War Not Peace

Slide 21 - Quizvraag

Bij welke subcultuur hoort dit muziekfragmet?
A
Hippies
B
Punkers
C
Disco's
D
Gothics

Slide 22 - Quizvraag

Bij welke subcultuur hoort dit fragment?
A
Disco's
B
Hippies
C
Punkers
D
Hiphop

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke subcultuur hoort dit fragment?
A
Hippies
B
Disco's
C
Hiphop
D
Punkers

Slide 24 - Quizvraag

Bij welke subcultuur hoort dit fragment?
A
Punkers
B
Disco's
C
Meester Reinier
D
Hippies

Slide 25 - Quizvraag

Punkers zijn tegen autoriteit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Sleep de foto onder de juiste dans.
Discodans
Hip Hop
musical/show

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Video

Noem zoveel mogelijk kenmerken van de hiphop cultuur.

Slide 29 - Open vraag

Welke van de onderstaande subculturen bestaat vooral uit jongeren/jeugd die zich afzetten tegen hun ouders en de gevestigde orde?
A
Hippie
B
Punk
C
Jazz
D
Rock'n'roll

Slide 30 - Quizvraag

Zet de afbeeldingen in chronologische volgorde.
1
2
3
4

Slide 31 - Sleepvraag

Zet de gebeurtenissen in chronologische volgorde.
Ontstaan rock-'n-roll
Geboorte van hiphop (feest)
Ontstaan abstract expressionisme

Slide 32 - Sleepvraag