Les 14: Product presenteren

Welkom DP3          PM2
08:10 - 08:20
Startopdracht
08:20 - 08:25
Belangrijke data
08:25-08.30
Leerdoelen
08:30 - 08.50
Theorie 
08:50 - 09:05
Uitleg PowerPoint 
09:05 - 09.35
Zelfstandig werken
09.35 - 09.40
Mededelingen
09:40 - 09.45
vooruitblik en einde van de les
Startopdracht:
Schrijf je kerstwens 
timer
5:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom DP3          PM2
08:10 - 08:20
Startopdracht
08:20 - 08:25
Belangrijke data
08:25-08.30
Leerdoelen
08:30 - 08.50
Theorie 
08:50 - 09:05
Uitleg PowerPoint 
09:05 - 09.35
Zelfstandig werken
09.35 - 09.40
Mededelingen
09:40 - 09.45
vooruitblik en einde van de les
Startopdracht:
Schrijf je kerstwens 
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

De Kerstwens Startopdracht
  1. Je grabbelt een kerstbal uit de bak
  2. Op de kerstbal staat een naam van een klasgenoot
  3. Je schrijft een mooie/positieve/aardige/lieve kerstwens op voor diegene 
  4. Je schrijft je naam erbij
  5. Plak de wens op de Kerstboom

Slide 2 - Tekstslide

(stage)Opdrachten
vrijdag 15 december was de laatste inleverdag voor je storyboard en filmpje over je stage. Er staat nu een Onvoldoende in je Magister.
Je krijgt tot vrijdag de tijd om dit in te leveren.

Voor morgen (woensdag) moeten de P.O. zijn ingeleverd!!!!

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke data
woensdag 20 december 2023: boekje 14, boekje 15 en boekje 16 mee
vrijdag 22 december 2023: Kerstvieren 9.00 tot 12.00 uur
......KERSTVAKANTIE......
dinsdag 9 januari 2024: PowerPoint PM2 af
woensdag 10 januari 2024: voorbereiden PTA
maandag 15 januari 2024: PVB week
dinsdag 16 januari 2024: PTA Proeve van Bekwaam
woensdag 17 januari 2024: PTA theorie PM2

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 
In deze leer je:
  • over verschillende verkooplocatie
  • waar je rekening mee houdt als je een product presentatie houdt

Slide 5 - Tekstslide

Soorten winkels
Er zijn verschillende soorten winkels:

  • speciaalzaak
  • supermarkt
  • warenhuis
  • discounter
  • pop-upstore.

Slide 6 - Tekstslide

Niet-winkelverkoop
  • De producten worden niet in een fysieke winkel verkocht.
  • Bijvoorbeeld:

  1. teleshoppen (het bestellen van artikelen via telefoonnummers tijdens verkoopprogramma’s op tv. 
  2. webwinkel (online shoppen/e-commerce)
  3. ambulante handel; artikelen steeds naar een andere plek worden verplaatst om daar te verkopen. De markt is een bekend voorbeeld. Ook feestjes of bijeenkomsten waar iemand producten verkoopt)

Slide 7 - Tekstslide

Speciaalzaak
  • In een speciaalzaak vind je alleen producten uit één branche. 
  • Een branche is een groep van bedrijven die allemaal dezelfde producten of diensten verkopen. Bijvoorbeeld de schoenenbranche of sieradenbranche.
  • Je geeft veel service. Alles wat je voor, tijdens en na de verkoop voor een klant doet, heet service. 

Slide 8 - Tekstslide

Warenhuis
  • Een winkel met verschillende branches onder één dak noem je een warenhuis. 
  • Het zijn winkels met minstens vijf branchegroepen. 

Slide 9 - Tekstslide

Discounter
  • Een discounter is een winkel met lage prijzen en weinig service.
  • De discounter richt zich op mensen die voor artikelen met de laagste prijs kiezen. 
  • Je vindt discounters op plekken waar winkelruimte goedkoop is. Dat is meestal net buiten het centrum van de stad. 
  • Discountwinkels komen voor in branches als de schoenenbranche, meubelbranche, witgoedbranche en levensmiddelenbranche.

Slide 10 - Tekstslide

Pop-up store
  • Een pop-upstore is een winkel die tijdelijk opduikt in een gebouw of winkelpand. 
  • Vaak zijn het tijdelijke projecten. 
  • Deze winkels verkopen bijvoorbeeld producten die in de uitverkoop zijn. 
  • Of producten die nieuw zijn en getest moeten worden.

Slide 11 - Tekstslide

Schap
Een schap is een plank van een presentatiemeubel om artikelen op te zetten. Je gebruikt het vooral in supermarkten, bouwmarkten en huishoudzaken. 

Slide 12 - Tekstslide

Schappenplan
In een schappenplan staat de indeling van een schap of stelling met artikelen. 
Er staat precies aangegeven:

  • welke artikelen in het schap komen te staan
  • welke artikelen bij elkaar in het schap moeten staan
  • hoeveel van dezelfde artikelen naast elkaar staan
  • welke schaphoogte de artikelen in de stelling hebben.

Slide 13 - Tekstslide

Presentatiehoogte
In een schappenplan zie je op welke presentatiehoogte je de artikelen in het schap moet zetten. 
Er zijn vier presentatiehoogten (of schaphoogten): 
  1. reikhoogte (Alles hoger dan 160 centimeter vanaf de vloer)
  2. kijkhoogte /ooghoogte (tussen de 120 en 160 centimeter vanaf de vloer)
  3. grijphoogte ( alles tussen de 80 en 120 centimeter vanaf de vloer)
  4. bukhoogte (de 0 en 80 centimeter)
 Artikelen op kijk- of grijphoogte vallen beter op dan artikelen die daaronder of daarboven liggen.

Slide 14 - Tekstslide

Reikhoogten

Slide 15 - Tekstslide

Artikelpresentatie
Je kunt artikelen op verschillende plekken presenteren. Bijvoorbeeld in een:

  • display
  • winkelschap
  • etalage
  • vitrine.

Slide 16 - Tekstslide

Artikelpresentatie

  • opbouwmateriaal: Hier kun je artikelen op presenteren. Bijvoorbeeld poppen, draadrekken, glasplaten, sokkels en natuurlijke materialen (stenen, tegels, takken).
  • decoratiemateriaal: Hiermee kun je de presentatie mooier maken. Het kunnen zelfgemaakte of gekochte materialen zijn.
  • verlichting: hiermee kun je de presentatie goed zichtbaar maken of ergens de nadruk op leggen. Bijvoorbeeld met spots, lichteffecten of feestverlichting.
  • kleur: Gebruik niet te veel kleuren in één presentatie. Gebruik kleuren die passen bij het modebeeld, het seizoen of de doelgroep. De kleuren moeten ook passen bij de huisstijl.
  • artikelen: Gebruik artikelen waarvan de verpakking schoon en heel is. De artikelen moeten bij elkaar horen. Ze moeten ook passen bij de doelgroep, het seizoen en de branche van de winkel. De artikelen zijn datgene wat je wilt verkopen.
  • geluid: kun je gebruiken als aandachttrekker. Bijvoorbeeld omroepberichten of muziek. Let er wel op dat het geluid niet te hard staat. En dat het niet te vaak herhaald wordt. Want dan kan het irritant worden voor klanten én verkopers.

Slide 17 - Tekstslide

Aandachtspunten artikelpresentatie 
  •  moet je rekening houden met de winkelformule
  • schoon en verzorgd is
  • overzichtelijk en aantrekkelijk is
  • bereikbaar is voor de klant

Slide 18 - Tekstslide

Aandachtspunten artikelpresentatie 
Bij je artikelpresentatie houd je rekening met:

  • de mensen voor wie de artikelen zijn bedoeld (de doelgroep)
  • de artikelen zelf (groot, klein, licht, zwaar, mooi, duur)
  • de manier waarop ze verkocht worden (de bedieningsvorm)
  • de branche (schoenenbranche, doe-het-zelfbranche, 
  • het seizoen (lente, zomer, herfst, winter)
  • de prijs (hoog, laag)
  • de vraag naar het artikel (is de vraag groot? Dan moeten er veel van dezelfde artikelen bij elkaar).

Slide 19 - Tekstslide

PowerPoint maken
Ter voorbereiding voor het komende PTA maak je PowerPointpresentatie  Profielmodule 2.

Per dia verwerk je één boekje en de overige eisen (zie opdracht)

De opdracht staat in Teams én Magister

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • je gaat werken aan de opdrachten volgens de planner
  • De Praktische Opdracht  - Promotieplan en PromotieUiting
  • je kan starten met je PowerPoint 
  • je kan starten met je StoryBoard voor je stage

Slide 21 - Tekstslide

Vooruitblik
Dinsdag 19 december 5e en 6e uur:
  • Praktische opdracht etaleren
  • Werken aan de planner
  • Werken aan de PowerPoint

Woensdag 20 december:
  • Praktische opdracht Rollenspel klantgesprek
  • Werken aan je planners-boekjes en PowerPoint

Vrijdag 22 december
  • Kerstvieren


Slide 22 - Tekstslide