H5.2 Weerstand

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Elektriciteit

Weerstand

Benodigdheden

* pen

* schrift

* rekenmachine

Lesdoelen

Je weet hoe je experimenteel de weerstand kan bepalen

Je kan berekeningen maken met het verband U=I*R

Je kan het verschil beschrijven tussen een ohmse en niet-ohmse weerstand

Je weet wat een LDR en NTC is.

Je kan uitleggen hoe een regelbare weerstand werkt

Je kan soortelijke weerstand gebruiken om de weerstand te berekenen.

Stroomkring

1

2

3

Wat is weerstand

• Wanneer elektronen door een materiaal heen bewegen, 'botsen' ze tegen elkaar en andere deeltjes in het materiaal
• Dit noemen we elektrische weerstand

Rekenen met weerstand

• R is de weerstand in Ω (Ohm)
• U is de spanning in V (Volt)
• I is de stroom in A (Ampère)

R=​I​​U​​

Hoeveel???

Op een schakeling staat 10 V spanning, en er loopt 2 A stroom door. Bereken de weerstand.

Zo veel???

U = 300 MV

I  =  15000 A

Hoe groot is de weerstand?

Lesdoelen

Je weet hoe je experimenteel de weerstand kan bepalen

Je kan berekeningen maken met het verband U=I*R

Je kan het verschil beschrijven tussen een ohmse en niet-ohmse weerstand

Je weet wat een LDR en NTC is.

Je kan uitleggen hoe een regelbare weerstand werkt

Je kan soortelijke weerstand gebruiken om de weerstand te berekenen.

Op een schakeling staat 10 v spanning, en er loopt 2 A stroom door. Wat is de weerstand?

Wet van Ohm

Is het verband tussen spanning en stroom recht evenredig, dan voldoet de weerstand aan de wet van Ohm

Niet ohmse weerstand: 

Lesdoelen

Je weet hoe je experimenteel de weerstand kan bepalen

Je kan berekeningen maken met het verband U=I*R

Je kan het verschil beschrijven tussen een ohmse en niet-ohmse weerstand

Je weet wat een LDR en NTC is.

Je kan uitleggen hoe een regelbare weerstand werkt

Je kan soortelijke weerstand gebruiken om de weerstand te berekenen.

Weerstand van een draad

1

2

3

'Weerstand van een draad

2

3

Soortelijke weerstand

https:

Filmpje

Soortelijke weerstand

Lesdoelen

Je weet hoe je experimenteel de weerstand kan bepalen

Je kan berekeningen maken met het verband U=I*R

Je kan het verschil beschrijven tussen een ohmse en niet-ohmse weerstand

Je weet wat een LDR en NTC is.

Je kan uitleggen hoe een regelbare weerstand werkt

Je kan soortelijke weerstand gebruiken om de weerstand te berekenen.

Schuifweerstand

LDR

Dit is een lichtafhankelijke weerstand (light dependant resistor) met het symbool:                       

Toepassing; sensor in buitenlamp.

Hoe meer licht op een LDR, hoe kleiner de weerstand, des te groter de stroomsterkte.

NTC

Dit is een temperatuursafhankelijke weerstand (negatieve temperatuurscoëfficiënt) met het symbool: 

Hoe warmer de NTC, hoe kleiner de weerstand, des te groter de stroomsterkte.

Hoe hoger de temperatuur, hoe lager de weerstand.

Wat is de eenheid van weerstand?

1. Ampère
2. ohm
3. volt

Door een gloeilamp stroomt 100 mA bij een spanning van 230V. Wat is de weerstand van deze gloeilamp?

1. 2,3 kΩ
2. 2,3 Ω
3. 435 mΩ
4. 0,435 mΩ

Een straatlantaren werkt ook met een LDR. Gaat de stroom omhoog wanneer het licht is?

1. ja
2. nee

Opdracht 1

Uitwerking opdracht 1

1

Opdracht 2

Opdracht 3

Uitwerking opdracht 3

1

Lesdoelen behaald?

Je weet hoe je experimenteel de weerstand kan bepalen

Je kan berekeningen maken met het verband U=I*R

Je kan het verschil beschrijven tussen een ohmse en niet-ohmse weerstand

Je weet wat een LDR en NTC is.

Je kan uitleggen hoe een regelbare weerstand werkt

Je kan soortelijke weerstand gebruiken om de weerstand te berekenen.