Impro #5

beamer

seth stefan eline lois atsupi tara rutger corné 

X maurits tijmen max marijn vera rachel grace stijn tomas

X bernoud  levi  rens  louise  eva  noa  flore  laura  joel  job  X
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

beamer

seth stefan eline lois atsupi tara rutger corné 

X maurits tijmen max marijn vera rachel grace stijn tomas

X bernoud  levi  rens  louise  eva  noa  flore  laura  joel  job  X

Slide 1 - Tekstslide

beamer


hannah   lisa   sanne   ilse   ellemae   jonna   renske   tine

nuna   isa   leah   rebecca   elise   marije   mirthe   vera   zara isa   lois 

 x   x   x   x   x  pieter   ezra   simen   anna   milan   madylène   hosannah-jean

Slide 2 - Tekstslide


beamer


 anna m  anna r  nieke  ellemieke  alexander  daan  floryan  thobian 

X  jeroen  daniel  nathan  mart  ezra  bente  anne-maartje  jonne  X

X  carmen  rhodé  rosalie  elena  jet  floortje  loes  marlou  zara  naomi  anniek 

Slide 3 - Tekstslide

VORIGE WEEK

CONFLICT MET DE WAAR

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik kan uitleggen wat streven en motief inhoudt. 
Ik kan uitleggen wat subacties zijn. 
Ik kan verschillende subacties herkennen in zinnen en vanuit een impro-scène.
Ik kan subacties gebruiken om mijn streven (proberen) te bereiken in een scène.

Slide 5 - Tekstslide

Streven

Motief

Conflict

Weerstand

Het doel 
van het personage
Waarom het personage dat doel wil bereiken
Het dramatisch probleem, dat wat er aan de hand is
Dat wat ervoor zorgt dat het doel 
moeilijker bereikt kan worden

Slide 6 - Sleepvraag

Wat wordt er bepaald
bij het definiëren?
A
Het conflict
B
De wie, wat, waar
C
Het verhaal
D
Hoe de scène afloopt

Slide 7 - Quizvraag

Wat gaat er vooraf
aan het definiëren?
A
Aftellen
B
Een dansje
C
Een handeling
D
De oplossing van het conflict

Slide 8 - Quizvraag

Hoe krijg jij je zin?

Slide 9 - Woordweb

Uitleg
Subacties 
Wat wil jij van de ander (streven) 
en waarom (motief)?
Hoge en lage status

Slide 10 - Tekstslide

Hoge status

Beleefd:
VB: vragen, beargumenteren

Straffen: 
VB: dreigen, bevelen

Samen: 
VB: deal sluiten, chanteren

Lage status

Slijmen
VB: complimenteren, verleiden

Agressief
VB: boos worden, dreigen

Ontwijken
VB: afleiden, over iets anders beginnen

Slide 11 - Tekstslide

'Oké, dan is alleen afdrogen ook goed. Maar dan wil ik je niet meer horen over dat feestje, goed?'
A
Ontwijken
B
Samen
C
Agressief
D
Slijmen

Slide 12 - Quizvraag


'Wow, mam! Wat zit je haar goed. Ik had een vraagje...'
A
Slijmen
B
Straffen
C
Agressief
D
Beleefd

Slide 13 - Quizvraag


'Ik mag hier ook nooit wat! Als ik nu niet... dan...'
A
Slijmen
B
Agressief
C
Straffen
D
Samen

Slide 14 - Quizvraag

'Geef me één goede reden waarom ik akkoord zou gaan met dit bizarre plan.'
A
Beleefd
B
Samen
C
Ontwijkend
D
Slijmen

Slide 15 - Quizvraag

'Oh trouwens, daarover gesproken... wat eten we vanavond?'
A
Samen
B
Straffen
C
Beleefd
D
Ontwijkend

Slide 16 - Quizvraag

'En nu heel snel hier komen, anders kun je dat feestje wel op je buik schrijven!'
A
Samen
B
Agressief
C
Straffen
D
Ontwijkend

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Welke dingen hebben de spelers letterlijk gezegd om de wie, wat, waar en wanneer te definiëren?

Slide 19 - Open vraag


Wat is het streven van Isabelle?
A
Ze wil dat Sanne haar geld geeft
B
Ze wil dat Sanne stopt met exposeren
C
Ze wil dat Sanne toegeeft dat de kunstwerken van haar zijn
D
Er is geen duidelijk streven

Slide 20 - Quizvraag


Waarom wil Sanne geld verdienen
aan Isabelles werk?
A
Omdat hij haar stom vindt
B
Omdat hij zelf geen inspiratie had
C
Anders zou hij zijn positie verliezen bij de galeriehouder
D
Omdat hij miljonair wil worden

Slide 21 - Quizvraag


Wie speelt de hoge status?
A
Isabelle
B
Sanne (de man)

Slide 22 - Quizvraag

Bij welke subactie hoort dit citaat?
'Help me nou even, ... jij kan buiten kaders denken... ik heb dat talent niet!'
A
Ontwijken
B
Samen
C
Agressief
D
Slijmen

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke subactie hoort dit citaat?

'Er is geen "we" meer als je dit doet hè'
A
Ontwijken
B
Straffen
C
Agressief
D
Beleefd

Slide 24 - Quizvraag

Bij welke subactie hoort dit citaat?
'Wil je het aan iedereen gaan vertellen? Doe maar!'
A
Slijmen
B
Agressief
C
Straffen
D
Samen

Slide 25 - Quizvraag

Bij welke subactie hoort dit citaat?
'Waarom doe je dit?'
A
Beleefd
B
Samen
C
Ontwijkend
D
Slijmen

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke subactie hoort dit citaat?
'Oh, deze heb ik nooit gezien, huh?'
A
Samen
B
Straffen
C
Beleefd
D
Ontwijkend

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de deal die wordt gesloten? (samen)

Slide 28 - Open vraag

Jouw beurt! 
Het rad bepaalt...

Slide 29 - Tekstslide

Lesdoelencheck

Ik kan uitleggen wat streven en motief inhoudt. 
Ik kan uitleggen wat subacties zijn. 
Ik kan verschillende subacties herkennen in zinnen en vanuit een impro-scène.
Ik kan subacties gebruiken om mijn streven (proberen) te bereiken in een scène.

Slide 30 - Tekstslide