V4: herhaling hoofdstuk 2

Het Perm: 300 miljoen jaar geleden
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het Perm: 300 miljoen jaar geleden

Slide 1 - Tekstslide

Geef een klimatologische oorzaak voor het ontstaan van zoutsteen in het Perm in Nederland

Slide 2 - Open vraag

Welk klimaat hadden we in het Perm dat er zoveel zout kon ontstaan?
A
A-klimaat
B
C-klimaat
C
B-klimaat
D
D-klimaat

Slide 3 - Quizvraag

Een B-klimaat is een ...
A
Tropisch klimaat
B
Woestijn klimaat
C
Zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 4 - Quizvraag

Het Carboon: tijdperk voor het Perm

Slide 5 - Tekstslide

Welk klimaat hadden we in het Carboon?
A
A-klimaat
B
C-klimaat
C
B-klimaat
D
D-klimaat

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Zoutsteen fungeert als....... voor aardgas uit het Carboon
A
moedergesteente
B
reservoirgesteente
C
(af)dekgesteente

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Het Krijt: 120-66 miljoen jaar gelden

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat was vermoedelijk de oorzaak van de grote hoeveelheden CO2 in de atmosfeer tijdens het Krijt?

Slide 13 - Open vraag

Warme periode
►  Na het Perm scheurde Pangea open: divergente breuken + vulkanisme.

   Continenten raakten op drift en slenken liepen vol met zeewater. 

Dit proces verliep ook nog eens zeer snel.

Slide 14 - Tekstslide

Warm --> dus hoge zeespiegel
Door deze plaatbewegingen ontstond een groot oppervlak aan nieuwe oceaanbodem. De zeespiegel in die tijd stond 200 tot 300 meter hoger dan nu.

Waarom zoveel water?
- Alle ijskappen waren gesmolten
- Warm water zet uit
- Maar ook het bergend vermogen van de oceanen nam af door de grote hoogte van de mid-oceanische ruggen.

Slide 15 - Tekstslide

Niet besproken maar wat je zelf even goed moet lezen/leren:
- Koolstofcyclus (wel al eerder gehad, bij arm & rijk).
- actualiteitsprincipe (leer het begrip)
- De twee theorieën waarom dino's zijn uitgestorven: meteoriet in Mexico of toch vulkanisme bij India?  

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe noem je een ijstijd ook wel?

Slide 19 - Open vraag

Hoe heet het tijdperk waarin de ijstijden waren?
A
Kwartair
B
Saalien
C
Holoceen
D
Pleistoceen

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Het Kwartair: tijdperk van glacialen en inter-glacialen
- ontstaan door verandering in platentektoniek (veel land rond de polen)
- ontstaan door veranderingen in de baan van de aarde -> hoeveelheid zonnestraling (Milankovitch)
- witte oppervlakten - > positieve terugkoppeling

Slide 22 - Tekstslide

Ga naar SOM
Daar zie je de opdracht 4V Landschappen van Nederland. 
Ga deze maken! Lever het in via SOM voor 15.30.

Deze opdracht is een onderdeel van het huiswerk. 
Je moet nog steeds par. 2 maken: opdr. 2,3,4,5,9

Ik zie jullie volgen de week weer!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Waarom hebben we glacialen?

Slide 26 - Open vraag

Sturende factoren (draagt bij) klimaat op langer termijn:
Milankovitch herkende cyclische variaties in de aardbaan.
1. Scheefstelling: verandering van de hoek van de aardas ten opzichte van de omloopbaan (obliquiteit) (periode van 41.000 jaar)

2. Variaties in de excentriciteit (omloopbaan) van de aardbaan (periode van 100.000 jaar)

3. de precessie van de aardas (periode van 23.000 jaar): de tolbeweging. 

Slide 27 - Tekstslide

Excentriciteit: hoe groter hoe, hoe ovaler de baan van de aarde.
In juli staat de aarde het verst 
van de zon, en in januari het dichtst. 

In januari ontvangt de zon daarom 7% meer zonne-energie: verschil 
kan oplopen tot tussen de 20 en 30%. → Op het noordelijk halfrond zijn hierdoor de winters zachter en de zomers koeler.

Slide 28 - Tekstslide

scheefstelling: 
Geen seizoenen als aarde 'rechtop' zou 
staan
Hoe steiler de hoek, hoe groter het 
verschil tussen zomer en winter (kouder in de winter maar veel meer smelt in de zomer!!)

Slide 29 - Tekstslide

Precessie: 
Bepaalt wanneer winter en zomer wordt bereikt in de baan om de aarde. Nu: aarde staat in januari het dichtstbij de zon en in juli het verst.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Wat is geen variabele van Milankovitch?
A
Excentriciteit
B
Velociteit
C
Scheefstelling
D
Precessie

Slide 33 - Quizvraag

Glaciale wip

Slide 34 - Tekstslide

Wat voor terugkoppelingsproces is het proces van de glaciale wip? (het albedo niet meegerekend)
A
negatief
B
positief

Slide 35 - Quizvraag

Klimaatreconstructie (2.4)

Slide 36 - Tekstslide

14C methode
- Alleen te gebruiken om te dateren! (dus niet direct om klimaat te reconstrueren)
- Alleen te gebruiken voor organisch materiaal

Slide 37 - Tekstslide

Let op:
- Hoe dichter naar het heden, hoe nauwkeuriger de reconstructies.


Slide 38 - Tekstslide

Even oefenen....
- leg uit wat het betekent als je in een oceaanboring een relatief hoge concentratie 16O vindt.
- waarom wordt dendrochronologie niet gebruikt voor de bepaling van temperatuur in zeer oude geologische perioden?
- De scheefstelling van de aarde is aan het afnemen (de hoek is iets aan het afnemen). Leg uit wat dit betekent voor de kans op ijstijden (als je alleen uitgaat van de scheefstelling).

Slide 39 - Tekstslide

Door welke natuurlijke factoren verandert het klimaat op aarde?

Slide 40 - Open vraag

Het aanleggen van groene daken is een maatregel die....
A
brongericht is
B
symptoombestrijdend is

Slide 41 - Quizvraag

Wat is op dit moment het probleem met de emissierechten?
A
ze zijn te duur
B
ze zijn te goedkoop

Slide 42 - Quizvraag

Ga nog 1x naar exam.net
- mag met elke browser! hoeft niet safe exam browser te zijn
- Dit is de code: yKBGM2

Als je er in bent, blijf er heel even in en check of je inderdaad de vragen voor je neus hebt en een invulblad.

Slide 43 - Tekstslide