Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Zoutsteen fungeert als....... voor aardgas uit het Carboon
A
moedergesteente
B
reservoirgesteente
C
(af)dekgesteente

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Veel fossiele brandstoffen ontstonden in het Carboon, want ...
A
onder tropische omstandigheden groeiden veel planten
B
de woestijnomstandigheden zorgden voor veel sedimentatie
C
de botsing van platen zorgde voor het omhoog komen van magma
D
het continentaal plat lag toen niet onder water

Slide 4 - Quizvraag

Tijdens het Perm zaten de continenten aan elkaar, daardoor was het binnenland
A
oerwoud
B
woestijn
C
Pangea

Slide 5 - Quizvraag

Zandsteen uit het Perm fungeert als ..... gesteente voor aardgas
A
moedergesteente
B
reservoirgesteente
C
afdekkingsgesteente

Slide 6 - Quizvraag

In het Perm lagen
continenten op de
polen -> vorming ijskappen.
Dit is een voorbeeld van:
A
Sturende factor
B
Conditionele factor
C
Terugkoppelings-mechanisme
D
X-factor

Slide 7 - Quizvraag

Wat hoort waar bij. Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
lagedrukgebied
hogedrukgebied
weinig neerslag
veel neerslag
stijgende lucht
dalende lucht

Slide 8 - Sleepvraag

Lucht stroomt altijd van
A
noord naar zuid
B
zuid naar noord
C
hoge luchtdruk naar lage luchtdruk
D
lage lucht druk naar hoge luchtdruk

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de drijvende kracht achter platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De zee
C
slabpull
D
Lava

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

De meteorietinslag waardoor de Dinosauriërs uitstierven is een voorbeeld van ...
A
interne variabiliteit
B
externe variabiliteit

Slide 12 - Quizvraag

a. Wat houdt een grotere scheefstelling van de aardas in voor de verschillen tussen zomer en winter op het noordelijk halfrond? (1p)

Slide 13 - Open vraag

b. Waarom is een grotere scheefstelling van de aardas ongunstig voor het ontstaan van een ijstijd? (1p)

Slide 14 - Open vraag

Welk isotoop is zwaarder:
of
16
18
O ?
O
A
Het zuurstofatoom met de atoommassa van 16
B
Het zuurstofatoom met de atoommassa van 18
C
Ze zijn beiden even zwaar.
D
Dat weet je niet.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat kan gebruikt worden voor klimaatonderzoek?
A
14C - methode
B
Geomorfolgie
C
Dendrochronologie
D
Historische bronnen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Na het Perm begon Pangea uit elkaar te vallen, dit ging gepaard met veel vulkanisme.
Leg uit welk effect dit had op de zeespiegel.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Wat houdt het actualiteitsprincipe in?
A
Dat alle geologische processen in het verleden op dezelfde manier werken als ze nu doen
B
Dat de actualiteit bepaalt hoe het landschap eruit ziet
C
Dat we tegenwoordig andere principes hebben in de samenleving dan vroeger
D
Dat je niet kan zeggen hoe het landschap er vroeger uit zag

Slide 22 - Quizvraag

Leg uit hoe wolken van effect zijn op de energiebalans.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide