In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Bonjour!
Slide 1 - Tekstslide
qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
Zet allemaal je camera aan!
Woordjes bron A en B -> is het gelukt van FA-NE en NE-FA?
bron C
bron D le verbe être
jouer un jeu
Slide 2 - Tekstslide
het geheim
A
la chambre
B
le secret
Slide 3 - Quizvraag
lachen
A
rigoler
B
sympa
Slide 4 - Quizvraag
aujourd'hui
A
vandaag
B
vooral
Slide 5 - Quizvraag
trop
A
altijd
B
te, te veel
Slide 6 - Quizvraag
vraiment
A
opschrijven
B
echt
Slide 7 - Quizvraag
le dessin
A
tekenen
B
gym
Slide 8 - Quizvraag
Bron C
De é spreek je uit als [ee] zoals in het woord zee numéro, école, déteste, sérieux
De è spreek je uit als [e] zoals in het woord gek
après-midi, collège, très, problème
Slide 9 - Tekstslide
les jours de la semaine
lundi
mardi
mercredi
jeudi
vendredi
samedi
dimanche
maak opdr. 15a
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Le verbe être
Het werkwoord zijn is in het Frans être. Dit werkwoord is onregelmatig, net als het werkwoord avoir. Je moet het rijtje dus uit je hoofd leren omdat er geen handige regel voor is.
Elle est sympa. - Zij is aardig.
Slide 12 - Tekstslide
Vul de juiste vorm in van être
1. Nous _________ à la maison. 2. Je _________ dans ma chambre. 3. Il _______ sévère.
4. Vous _________ sympas.
5. Elles _________ au stade.
Slide 13 - Tekstslide
Faire exercice 16
Je krijgt 10 minuten de tijd om opdr. 16 te maken, ben je eerder klaar dan ga je ook opdr. 17 maken.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Les devoirs 15 janvier 2021
faire: opdr. 16, 17, 18, 19
slimstampen + apprendre: H3 bron A, B, C, D (overhoren is verplicht, oefenen en leren mag je doen, probeer minimaal 80% te halen!)