oefenen SE H5 gedrag en H6 mens en milieu

Mens en Milieu
1 / 34
volgende
Slide 1: Woordweb
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mens en Milieu

Slide 1 - Woordweb

We halen bijna alle paprika's uit het buitenland. Wat gebeurd er als we alleen Nederlandse paprika's gebruiken, met onze ecologische voetafdruk?
A
ecologische voetafdruk wordt groter, je gebruikt meer water
B
ecologische voetafdruk wordt kleiner, we gooien minder afval weg
C
ecologische voetafdruk wordt kleiner, minder brandstof nodig, minder impact op het milieu
D
ecologische voetafdruk wordt groter, je hebt meer licht nodig in de kassen.

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn oorzaken van het versterkte broeikaseffect?
A
Dit is vrijgekomen CO2 die niet meer kan worden opgenomen en opgeslagen door bomen en planten
B
Gassen als koolstofdioxide, waterdamp en methaan vormen een deken over de aarde waardoor warmte-uitstraling wordt tegengehouden.
C
het zeeniveau stijgt door meer regenval
D
er valt zure regen

Slide 3 - Quizvraag

het versterkte broeikaseffect wordt veroorzaakt door
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
stikstofoxiden
D
ozon

Slide 4 - Quizvraag

Het broeikaseffect is slecht
A
Juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn fossiele brandstoffen? 2 goed!
A
Brandstoffen die in duizenden jaren gevormd zijn uit resten van plante ed.
B
Brandstoffen die in miljoenen jaren gevormd zijn uit resten van planten ed
C
Brandstoffen die binnen enkele jaren vernieuwd kunnen worden
D
Brandstoffen, die in miljoenen jaren vernieuwd kunnen worden

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Steenkool, Bruinkool, aardolie & biomassa
B
Biomassa, aardgas, oerwater & steenkool
C
Steenkool, Bruinkool, Aardolie & Aardgas
D
Aardgas, biomassa, aardolie & steenkool

Slide 8 - Quizvraag

welke verbrandingsproducten ontstaan er bij de verbranding in je lichaam
A
glucose en koolstofdioxide
B
glucose en zuurstof
C
koolstofdioxide en water
D
zuurstof en water

Slide 9 - Quizvraag

vul aan:
Vermesting -> Waterbloei -> .1.. -> Sterfte planten -> sterfte snoek-> meer reducenten -> ..2.. -> Stinkend water
A
1 Meer licht 2 Minder C02
B
1 Meer licht 2 Minder 02
C
1 Minder licht 2 Minder CO2
D
1 Minder licht 2 Minder 02

Slide 10 - Quizvraag

Welke stof zit in mest die bijdraagt aan de verzuring
A
salpeterzuur
B
ammoniak
C
koolstofdioxide
D
fosforzuur

Slide 11 - Quizvraag

Verzuring van het milieu wordt vooral veroorzaakt door gassen zoals ammoniak, stikstofoxide en zwaveldioxide.
Welk van deze afvalgassen is voornamelijk afkomstig uit de veeteelt?
A
Ammoniak
B
Stikstofoxide
C
Zwaveldioxide

Slide 12 - Quizvraag

Gevolgen van luchtvervuiling
Leren SE !!
1. Fijnstof in de lucht: kleine deeltjes stof en roet
2. Smog: fijnstof in warme stilstaande lucht
3. Verzuring: verzuring kan ook ontstaan door zwaveloxiden en stikstofoxiden (fabriek)
en door dierlijke mest ammoniak

Slide 13 - Tekstslide

Wat voor soort gewasbeschermingsmiddel zie je in de afbeelding.
A
selectief
B
niet-selectief

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent het als een gewasbeschermingsmiddel niet-selectief en niet biologisch afbreekbaar is?
A
Het werkt overal tegen en het blijft in het milieu aanwezig
B
Te veel soorten dieren gaan ervan dood en hij blijft in het milieu aanwezig
C
Het is wel afbreekbaar in de bodem maar werkt niet tegen alles

Slide 15 - Quizvraag

De cel en genen veranderen van planten, om planten te verbeteren noem je?
A
Biologische landbouw
B
Bestrijdingsmiddel
C
Genetische modificatie
D
Biologisch voedsel

Slide 16 - Quizvraag

De voedselkringloop is een gesloten kringloop. Welke is ook een gesloten kringloop?
A
verbranding en fotosynthese
B
broeikaseffect

Slide 17 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een voorbeeld van een monocultuur.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

hoe wordt intensieve veehouderij ook wel genoemd?
A
bio-industrie
B
veefabrieken
C
plofkip veehouderij
D
biologische boerderij

Slide 19 - Quizvraag

3kb naar de gang / 3tl gaat verder lok 4
H5 bescherming tegen ziekten

Slide 20 - Tekstslide

De honden leren het zoeken van overlevenden tijdens een training. Hoe heet deze vorm van leren?
A
Conditionering
B
Gewenning
C
Inprenting
D
Aangeleerd gedrag

Slide 21 - Quizvraag

Politiepaarden worden getraind met vuur en harde knallen. Hierdoor schrikken ze niet meer
A
Conditionering
B
Imitatie
C
Gewenning
D
Inprenting

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noem je leren tijdens een korte (gevoelige) periode?
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering

Slide 23 - Quizvraag

Overspronggedrag is:
A
over iemand springen
B
ineens ander gedrag vertonen
C
sprongetje maken
D
aanvallen

Slide 24 - Quizvraag

In een dierentuin leven vijf witte neushoorns samen in een groep, één mannetje en vier vrouwtjes. Een onderzoeker noteert regelmatig hoe vaak de dieren dreiggedrag vertonen tegen elkaar, zoals brullen, duwen en stoten met de hoorn. Uit de resultaten trekt hij conclusies over een rangorde binnen de groep. In een schema geeft hij die rangorde weer (zie de afbeelding).
Geef de naam van de neushoorn die het laagst in de rangorde staat
A
Rita
B
Klara
C
Dora
D
Arnold

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet zon lijst met afkortingen zoals je hiernaast ziet?
A
ethogram
B
protocol

Slide 26 - Quizvraag

Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken.

Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?

A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
verzoeningsgedrag
D
sociaal gedrag

Slide 27 - Quizvraag

Mira is buiten aan het werk. Ze krijgt het warm en trekt haar jas uit.
Is het uittrekken van haar jas een respons op een inwendige of op een uitwendige prikkel?
A
inwendige prikkel
B
uitwendige prikkel

Slide 28 - Quizvraag


Wat is ethologie?

A
Het bestuderen van gedrag
B
Het beïnvloeden van gedrag
C
Het gedrag van dieren veranderen
D
Het gedrag van mensen veranderen

Slide 29 - Quizvraag

Binnen de groep mieren zijn er werkers, verzorgers en een koningin, dit is een voorbeeld van ….gedrag.

Slide 30 - Open vraag

Dit gedrag komt tot stand door
A
inwendige prikkels
B
uitwendige prikkels
C
beide antwoorden zijn juist
D
beide antwoorden zijn omjuist

Slide 31 - Quizvraag

Bonobo's zijn apen die elke ruzie of probleem goed maken met een vrijpartij. Bij de bonobo's wordt aardig wat afgesekst.

Hoe noem je dit gedrag?

A
Balts
B
Sociaal gedrag
C
Dreiggedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 32 - Quizvraag

Einde van de toets

Slide 33 - Tekstslide

Rond H6.1 t/m 6.4 af, leer H5 en H6

- kijk gemaakt werk na
- maak een samenvatting / maak de oefentoets
- overhoor elkaar
leer voor het SO do 24 maart 3e/9e uur

Slide 34 - Tekstslide