Taalverzorging H1-2-3-6 3M

Voorbereiding toets
Taalverzorging H1-2-3
3M
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding toets
Taalverzorging H1-2-3
3M

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel zinsdelen kunnen er maximaal voor de persoonsvorm staan?

Slide 2 - Open vraag

De helft van de leerlingen draagt vandaag een mondkapje.
Persoonsvorm = ...

Slide 3 - Open vraag

De helft van de leerlingen draagt vandaag een mondkapje.
Onderwerp = ...

Slide 4 - Open vraag

Een samengestelde zin heeft minimaal ... persoonsvorm(en)

Slide 5 - Open vraag

Vul de goede vorm in:
Het pakket ... (worden) vandaag gebracht.

Slide 6 - Open vraag

Vul de goede vorm in:
Het pakket wordt vandaag ... (versturen).

Slide 7 - Open vraag

Hij belooft mij dat hij niet meer te laat komt, maar ik geloof hem niet.
Deze zin is ...
A
correct
B
niet correct

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Omdat hij het mij ... (beloven) heeft, komt hij op tijd.

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
De zon ... (beïnvloeden) ons humeur.

Slide 10 - Open vraag

De naam van het dorp wordt ... (veranderen), omdat het fuseert met twee andere dorpen.
A
verandert
B
veranderd

Slide 11 - Quizvraag

Een citaat zet je tussen...
A
haakjes
B
aanhalingstekens

Slide 12 - Quizvraag

Zelfstandige naamwoorden zijn woorden voor ...

Slide 13 - Open vraag

Aardrijkskundige namen krijgen een hoofdletter aan het begin.

A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Het baasje van het blaffende hondje is boos.
Hoeveel zelfstandige naamwoorden zitten er in bovenstaande zin?

Slide 15 - Open vraag

De bakker ... de bakvorm met deeg
A
bekleed
B
beklede
C
bekleedde

Slide 16 - Quizvraag

Maak een zin met het woord
'verhuist'

Slide 17 - Open vraag

Oom Harm zegt: 'Omdat ik jarig ben geef ik een feest."
De zin is ...
A
correct
B
niet correct

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Het meisje ..... (beleven) dat gisteren op een hele andere manier. (geef het juiste antwoord + toelichting!)

Slide 20 - Open vraag

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 21 - Quizvraag

Wij hebben altijd in hem .....(geloven)

Slide 22 - Open vraag

Bestudeer de foto

Slide 23 - Tekstslide

Wat was de fout op de foto?

Slide 24 - Open vraag

Bestudeer de foto

Slide 25 - Tekstslide

Wat was de fout op de foto?

Slide 26 - Open vraag

Bestudeer de foto

Slide 27 - Tekstslide

Wat was de fout op de foto?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Bestudeer de foto

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de fout op de foto?

Slide 31 - Open vraag

wat is de juiste spelling
A
olieen
B
olien
C
oliën
D
olieën

Slide 32 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
koloniën
B
kolonieën

Slide 33 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
bacteriën
B
bacterieën
C
bacteries

Slide 34 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
etage's
B
etages

Slide 35 - Quizvraag

Welk woord is juist
A
reunïe
B
rëunie
C
reünie

Slide 36 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
vwoër
B
vwo'er

Slide 37 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
categoriën
B
barriëre
C
café

Slide 38 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
uitzaaïng
B
industrieel
C
bn'er

Slide 39 - Quizvraag

Wanneer de laatste letter van de stam in 't kofschip x zit, moet er een T achter het voltooid deelwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quizvraag

Wat is er met jou ...
A
Gebeurdt
B
Gebeurt
C
Gebeurd
D
Gebeurtt

Slide 41 - Quizvraag

Ik ben supersnel naar school ....
A
Gereest
B
Geracet
C
Gereesd
D
Geraced

Slide 42 - Quizvraag

Wat is juist?
A
ex-roker
B
ex roker
C
exroker
D
ëxroker

Slide 43 - Quizvraag

Wat is juist?
A
mee-ëten
B
mee-eten
C
meeëten
D
meëeten

Slide 44 - Quizvraag

Succes met de toets!

Slide 45 - Tekstslide