3 tl hfd 6 Taalverzorging / foutloos schrijven ZELFSTANDIG

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het meisje ..... (beleven) dat gisteren op een hele andere manier. (geef het juiste antwoord + toelichting!)

Slide 2 - Open vraag

Hoe herken je een voltooid deelwoord?
A
Begint altijd met ge-, be- of -ver
B
Staat altijd aan het einde van de zin
C
gaat altijd samen met een hulpwerkwoord
D
als het geen persoonsvorm is

Slide 3 - Quizvraag

''Er wordt in dat huis heel wat gevierd.''
Wat is het hww?

Slide 4 - Open vraag

''Er wordt in dat huis heel wat gevierd.''
Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 5 - Open vraag

Maak een zin waarin 'hebben' het hulpwerkwoord is.

Slide 6 - Open vraag

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 7 - Quizvraag

Wij hebben altijd in hem .....(geloven)

Slide 8 - Open vraag

Bestudeer de foto

Slide 9 - Tekstslide

Wat was de fout op de foto?

Slide 10 - Open vraag

Bestudeer de foto

Slide 11 - Tekstslide

Wat was de fout op de foto?

Slide 12 - Open vraag

Bestudeer de foto

Slide 13 - Tekstslide

Wat was de fout op de foto?

Slide 14 - Open vraag

Bestudeer de foto goed!
Er zitten meerdere fouten in.

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de fouten op de vorige foto?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Bestudeer de foto

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de fout op de foto?

Slide 19 - Open vraag

wat is de juiste spelling
A
olieen
B
olien
C
oliën
D
olieën

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
koloniën
B
kolonieën

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
bacteriën
B
bacterieën
C
bacteries

Slide 22 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
etage's
B
etages

Slide 23 - Quizvraag

Welk woord is juist
A
reunïe
B
rëunie
C
reünie

Slide 24 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
vwoër
B
vwo'er

Slide 25 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
categoriën
B
barriëre
C
café

Slide 26 - Quizvraag

Welk woord is juist?
A
uitzaaïng
B
industrieel
C
bn'er

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Wanneer de laatste letter van de stam in 't kofschip x zit, moet er een T achter het voltooid deelwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Wat is er met jou ...
A
Gebeurdt
B
Gebeurt
C
Gebeurd
D
Gebeurtt

Slide 30 - Quizvraag

Ik ben supersnel naar school ....
A
Gereest
B
Geracet
C
Gereesd
D
Geraced

Slide 31 - Quizvraag

Wat is juist?
A
ex-roker
B
ex roker
C
exroker
D
ëxroker

Slide 32 - Quizvraag

Wat is juist?
A
mee-ëten
B
mee-eten
C
meeëten
D
meëeten

Slide 33 - Quizvraag

Met welke spellingsregels moet je nog oefenen?

Slide 34 - Woordweb

Huiswerk: 
Hfd. 6 Taalverzorging / schrijven zonder fouten: 3 t/m 5 en 1 extra. 

Slide 35 - Tekstslide