Herhaling chapitre 2

1VWO
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1VWO

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

BONJOUR ET BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 3 - Tekstslide

La tâche de début
Wat is fout?
 
je chercher la boulangerie.​
Vous avons une baguette?​
Tu préfère les pizzas.​
Il nent comprend pas.​
Tu aimez les crepes?
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Aujourd'hui
  • La tâche de début
  • Herhaling chapitre 2
  • Fait les exercices 

Slide 5 - Tekstslide

Prenez ton portable
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 6 - Tekstslide

WW op -ER
De meeste werkwoorden eindigen op ER in het frans. Als je de ER weg haalt dan houd je de stam over.

Werkwoord: Acheter [kopen]​
Stam: achet [koop]​
Je achete - ik koop

Slide 7 - Tekstslide

Je ziet hier de stam van een Frans werkwoord. Vul het aan met de goede uitgang

VOUS ACHET
A
e
B
ez
C
ent
D
ons

Slide 8 - Quizvraag

Nous (donner)
A
donne
B
donnons
C
donnerons
D
donnez

Slide 9 - Quizvraag

il (aider)
A
aides
B
aident
C
aide
D
aidez

Slide 10 - Quizvraag

Lie les mots français aux images.
Koppel de Franse woordjes aan de plaatjes.
Dit zijn allemaal werkwoord op -er.
manger
chercher
adorer
rentrer
demander
payer

Slide 11 - Sleepvraag

'Eten' is in het Frans 'manger'
Waar
Niet waar

Slide 12 - Poll

Vertaal: Jullie houden van

Slide 13 - Open vraag

Vertaal: Ils cherchent la plage

Slide 14 - Open vraag

de ontkenning 
ne ... pas
en andere ontkenningen

Slide 15 - Tekstslide

De ontkenning
Maak de volgende zinnen ontkennend:
Vous parlez français.
Nous habitons à Paris
Je suis néerlandais.

Slide 16 - Tekstslide

De ontkenning:

Welke van de onderstaande ontkenning is NIET correct.
A
Ce n'est pas ici
B
Elle ne mange pas.
C
Chloé ne pas regarde
D
Nous ne trouvons pas

Slide 17 - Quizvraag

Ontkenning. Hoe zet je "C'est" in de ontkenning?
A
Ce n'est pas
B
Ce ne est pas
C
C'est ne pas
D
C'n'est pas

Slide 18 - Quizvraag


Maak ontkennend:
Simon habite à Orléans.
A
Simon ne habites pas à Orléans
B
Simon n' habites pas à Orléans
C
Simon ne habite pas à Orléans
D
Simon n' habite pas à Orléans

Slide 19 - Quizvraag

Fini! 


De mobieltjes moeten terug in de telefoon-tas

Slide 20 - Tekstslide

Au travail!
Vous travaillez individuellement et en silence. Après 5 minutes, vous pouvez discuter.

Fini? Apprenez le vocabulaire à la page 92/93.

timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide